Speelgoedhandel Bart Smit deed deze week menig kritisch voorhoofd fronsen. Op pagina 7 van de folder probeert de speelgoedtopper een scala aan rozig, huishoudelijk geïnspireerd speeltuig aan de vrouw te brengen. Onder de doordachte kop “Zo goed zijn als mama, dat wil je ook!” zien we een viertal snoezige meisjeskinderen blij in de weer met roze strijkijzertjes, plastic stofzuigers en uitgebouwde schoonmaaktrolley’s. Mijn tuinbroek wilde afzakken, maar dat kon niet, want ze is al jaren zoek.
Niet alleen zijn ze bij Bart Smit van oordeel dat meisjes dol zijn op schoonmaken; men gaat er daar op de marketing-afdeling blijkbaar van uit dat schoonmaken voor meisjes is. Blijkbaar kwam er werkelijk niemand op het innovatieve idee om ook een jongetje achter zo’n plastic stofzuiger te laten poseren. Of op het idee dat ook vaders stofzuigen.
Verder blijkt men op diezelfde marketing-afdeling ook te weten dat meisjes hun moeders wensen te imiteren. Op zich geen vergezochte gedachte, Freud & co indachtig. Alleen vergat men dat moeders anno 2013 het merendeel van hun tijd besteden aan andere activiteiten dan schoonmaken. Vrouwen, en dus ook moeders, hebben jobs. Jobs zoals accountant, leerkracht, arbeidster, verpleegster, CEO, journalist, makelaar, ingenieur, enz. Vrouwen komen om 18u van hun werk gerend en schuiven een pizza in de oven of hun benen onder de tafel waarop hun partner een ovenschotel pleurt. Vrouwen wijzen hun poetsvrouw waar de stofzuiger staat. Vrouwen zuchten diep terwijl ze over koekkruimels en stofnesten heen stappen. Vrouwen hebben partners, veelal mannen, die in staat zijn een stofzuiger te bedienen. Vrouwen danken de hemel om dienstencheques, wanneer ze zich die kunnen veroorloven.
Als er iets is wat bijna een eeuw feministische strijd heeft bereikt, dan is het wel dat vrouwen andere doelen kunnen en mogen nastreven dan dat van huissloof. Is er iets fundamenteel verkeerd aan huishoudelijke activiteiten? Uiteraard niet. Zolang die gewoon als noodzakelijke en genderneutrale activiteiten worden beschouwd, en niet als een soort exclusieve hobby voor vrouwen.
Ten kantore van Bart Smit was men verbouwereerd over zoveel onbegrip: “Hoewel helemaal niet zo bedoeld, kan die tekst verkeerd geïnterpreteerd worden en dat was uiteraard niet onze bedoeling, want ook wij zijn een modern bedrijf.” Modern is een uiterst rekbaar begrip, zo blijkt maar weer. De reactie van speelgoedconcurrent Fun die in HLN mocht reageren op de kritiek was al net zo doordacht en onderbouwd als de inhoud van de folder: “Meisjes spelen nu eenmaal graag met stofzuigers en poetsgerief – vaak omdat ze dit mama zien doen. Het ligt in de lijn van de natuur. Ik zie niet in waarom het verkeerd is hiermee reclame te maken.”
Het was ongeduldig afwachten tot er iemand de natuur bij zou roepen. Begrijp me niet verkeerd: ik heb niks tegen de natuur. Ik wandel al graag eens in het bos en bezit zelfs een tent waarmee ik mijn gezin al eens diezelfde natuur durf injagen. Maar wat wordt een doorsnee feministe moe en moedeloos van dat eeuwige geëmmer over ‘de natuur’ der geslachten, ook wel eens ‘neuroseksisme’ genoemd door pientere dames als auteur Cordelia Fine.
Kinderen zijn geen kant-en-klare individuën bij hun geboorte. Er bestaat onderzoek zat dat aantoont dat de impact van socialisatie een grote rol speelt in de ontwikkeling van het brein. Die socialisatie omvat dus ook de manier waarop kinderen hun omgeving zien omgaan met de verschillende seksen, de confrontatie met genderstereotypen alla ‘meisjes zijn zorgzaam’ en ‘jongens huilen niet’. Of in dit welbepaalde geval ‘meisjes houden van schoonmaken’. Het heeft statistisch geen enkele waarde, maar ik geef het u welwillend mee: ik haat schoonmaken. Hartgrondig. En ik bak er niks van. Uit een snelle rondvraag in mijn directe vrouwelijke omgeving blijkt een gelijkaardige afkeer voor het huishouden tout court. Zijn onze genen in de war? Is onze natuur verminkt door jarenlange feministische indoctrinatie? Of zou het kunnen dat er iets scheelt met de genderbeeldvorming op de marketingafdeling van Bart Smit?
Om door te hebben dat kinderen hun ouders als primair rolmodel beschouwen, daar hoeft men geen pedagogie voor te hebben gestudeerd. Het ware aardig als men bijgevolg eens wilde nadenken over de impact van rolmodellen op de ontwikkeling van kinderen, op hun zogenaamde ‘vrije keuzes’, op hun zelfbeeld. Ik mag hopen dat het zoeken is naar een naald in een hooiberg om een moeder te vinden die ‘goed kunnen schoonmaken’ als het ultieme levensdoel van haar dochters beschouwt. Of zullen we die leerplicht voor meisjes ook maar weer gewoon afschaffen?
Misschien kunnen we dan in een adem door ook eens komaf maken met jongens aanpraten dat ze wapens, raketten, jeeps en klopboren nodig hebben om zich op viriele wijze door het leven te slaan. Dat het prima is om achter een stofzuiger door je kamer te hobbelen met een roze schort aan, terwijl je zusje spijkers in een plankje klopt of een dinosaurus in een helicopter probeert te proppen.
Onze kinderen zullen ons dankbaar zijn.