“Eén op de tien Vlaamse hoogleraren en docenten is gebuisd voor test Engels”. Dat konden we maandag 23 september, de dag dat de meeste universiteiten plechtig het nieuwe academiejaar inzetten, in de media vernemen. Het Engels van onze ingenieurs zou van nogal twijfelachtige kwaliteit zijn. Als hun wiskundige modellen maar standhouden, zodat bruggen en gebouwen niet instorten, is dat misschien niet eens zo’n ramp. Maar van vertalers mag je meer verwachten.
Toch loopt het bij vertalingen uit het Engels nog heel vaak fout. Dat ondervindt een eindredacteur bijna dagelijks. Niet dat die twijfelt aan de talenkennis van de vertaler van dienst, maar wel aan diens oplettendheid om niet in de open valkuilen te trappen van wat wel eens ‘valse vrienden’ wordt genoemd. Zeker als die vrienden uit een taalgebied komen dat niet eens zo ver verwijderd is van het onze.
Valse vrienden
“Valse vrienden zijn woorden die in hun vorm op een woord uit een andere taal lijken, maar niet dezelfde betekenis hebben. Meestal is dit zodanig dat er bij de taalgebruiker gemakkelijk verwarring kan ontstaan. Die verwarring uit zich in versprekingen, in vertaalfouten of in verkeerd begrijpen”, kunnen we lezen bij Wikipedia.
De verleiding is dan groot om bepaalde woorden of uitdrukkingen, die zeer vertrouwd in de oren klinken, als ‘gekend’ en ‘bekend’ over te nemen in het Nederlands. Maar betekenen die wel hetzelfde in onze taal? Helaas, meestal niet.
Vele talen zijn historisch verwant. Zo behoren onder meer de Scandinavische talen, het Duits, het Nederlands en het Engels tot de Germaanse subtak van de Indo-Europese taalfamilie. Die verwantschap uit zich in een aantal aspecten, onder meer in woordenschat. Maar woorden kunnen in de loop der tijden sterk veranderen, zowel qua vorm als qua betekenis. Zelfs binnen één taal.
Zo is het in de VS heel gebruikelijk om de regering aan te duiden als ‘administration‘: the Obama administration. Dit vertalen als ‘administratie’ is echter een grote fout, want een ‘administratie’ bij ons voert gewoon uit wat politici hebben beslist, neemt zelf geen beleidsbeslissingen of is niet de uitvoerende macht die de Amerikanen hiermee aanduiden.
De Britten die spreken gewoon van ‘government‘ of beter nog Her Majesty’s Government. Klinkt veel plechtstatiger dan administration, maar toch doen ze beide hetzelfde: besturen.
En barracks zijn geen ‘barakken’, maar kazernes van leger of politie, al kunnen die gebouwen zich best wel in een bouwvallige of zeer voorlopige staat bevinden, maar barracks kunnen ook nagelnieuwe militaire constructies zijn.
Bedragen die doen duizelen: biljoen of triljoen of toch maar miljard?
Als het over grote bedragen gaat, loopt het helemaal fout. One billion dollar is ongetwijfeld heel veel geld, veel meer dan een gemiddelde werknemer ooit in zijn leven bij elkaar ziet, maar toch niet meer dan één miljard dollar (1.000.000.000 dollar) en dus zeker geen biljoen, want dat is duizend keer meer.
Woensdag 25 september publiceerde De Standaard op haar achterste bladzijde een tekst waarin volgende zin stond: “Het bruto planetair product bedraagt ongeveer 70 triljoen dollar” (Brick de Bois in ‘De economie zinkt, leve de economie!’). Dat zijn nog eens cijfers waar een mens pas echt van gaat duizelen. Maar klopt dat astronomisch groot bedrag wel?
Donderdag moest de krant bij ‘Correcties & aanvullingen’ melden: “Triljoen. Het bruto planetair product bedraagt geen 70 triljoen dollar, maar 70 biljoen dollar. Omgerekend is dat 51,9 biljoen euro.” Of duizend keer minder dan in de krant van de vorige dag was gepubliceerd! Een vertaalfoutje uit het Engels ongetwijfeld, een mens zou van minder de kluts kwijtraken.
9/11 is toch 11 september
In een tekst over de kernramp in het Japanse Fukushima die DeWereldMorgen.be vertaalde, stond: “Just prior to the 3/11/11 earthquake and tsunami that shattered the Fukushima site, the core of Unit Four was removed for routine maintenance and refueling.”
Onze vertaler van dienst had heel getrouw de datum overgenomen: “Net voor de aardbeving en de tsunami van 3 november 2011 …”. Maar was die rampzalige aardbeving niet op 11 maart 2011? De Amerikaanse gewoonte om bij data eerst de maand te vermelden en dan pas de dag, had hier eens te meer voor verwarring gezorgd. We spreken zelfs wereldwijd over 9/11, terwijl de WTC-torens toch op 11 september 2001 geraakt werden.
Wat verder in de tekst stond: “Some 400 tons of fuel in that pool could spew out more than 15,000 times as much radiation as was released at Hiroshima.” Gaat het om 15.000 keer meer straling of slechts 15 keer meer straling? Waarvoor staat die komma?
Bij de interpunctie van grote getallen en het gebruik van het decimaal teken is de verwarring tussen Nederlands en Engels compleet. “He makes £30,000 a year”, zeggen de Britten van iemand die 30.000 pond per jaar verdient. De komma dient hier om de duizendtallen duidelijk te visualiseren, de punt staat dan weer voor het decimaal teken: 0.7%.
Om dit probleem, dat meer algemeen tussen Engelstalige en niet-Engelstalige landen speelt, te ondervangen, kan bij duizendtallen vaak zowel de punt als de komma worden vermeden met een spatie: 30 000, maar voor het decimaal teken blijft het opletten. In Nederlandse doorlopende teksten kunnen we alleen de komma gebruiken: 0,7 procent.
De Engelse ziekte
Een ander fenomeen dat zich van veel Nederlandse taalgebruikers heeft meester gemaakt, is de gewoonte om woorden die bij elkaar horen toch los van elkaar te schrijven. Zoals de Engelstaligen dat doen: information technology wordt dan in het Nederlands informatie technologie, terwijl het toch informatietechnologie hoort te zijn.
De algemene basisregel in het Nederlands is dat samenstellingen meestal aan elkaar worden geschreven, zeker als dat nieuwe woord één begrip vormt, hoe lang het woord daardoor misschien ook wordt (denk aan langetermijnplanning, derdewereldland, kortetermijngeheugen) … terwijl in het Engels dit alleen mogelijk is bij bepaalde uitzonderlijke samenstellingen die aan elkaar geschreven in het woordenboek staan. De Engelstaligen stapelen hun woorden, wij plakken ze graag aan elkaar.
Onder invloed van het Engels gebeurt overigens steeds meer het tegenovergestelde: samenstellingen van zelfstandige naamwoorden worden door veel mensen los van elkaar geschreven, terwijl ze in het Nederlands altijd aan elkaar, dan wel met een koppelteken geschreven dienen te worden. Dit wordt de ‘Engelse ziekte’ genoemd.
Dit fenomeen zie ook bij het gebruik van de genitief-s of bezits-s. In het Nederlands gebruiken we alleen het afkappingsteken als het gaat om woorden die eindigen op een hoorbare heldere klinker: a, o, u, i en é (geen doffe ‘e’). In alle andere gevallen komt de -s gewoon vast aan het woord te staan: Spanjes stranden, Belgiës regeringen, Syriës burgeroorlog, WeiWeis kunstwerken, enz. En laat de Engelsen maar hun apostrophe s gebruiken, wij doen daar niet aan mee.
Jan Van Criekinge
fact checker