De ramp bij textielfabrikant Rana Plaza in april 2013 eiste ruim duizend slachtoffers en versterkte de vraag om betere arbeidsvoorwaarden in de textielindustrie van Bangladesh
Nieuws, Economie, Vakbonden, Staking, Wereldsolidariteit, Minimumloon, Bangladesh, Textielindustrie, Rana plaza, Jef van Hecken -

Textielarbeiders Bangladesh voor de derde dag de straat op

In het weekend van 21 september legden tienduizenden textielarbeiders in Bangladesh het werk neer. Hun gemeenschappelijke eis is een verhoging van het minimumloon. Inmiddels duren de acties, die tot gewelddadige confrontaties met de politie hebben geleid, al drie dagen.

maandag 23 september 2013 18:30
Spread the love

Ongeveer 3.000 fabrieken in de omgeving van de Bengaalse hoofdstad Dhaka worden getroffen door de staking. Inmiddels hebben ruim honderd fabrieken hun deuren gesloten uit angst voor brandstichting en vandalisme.

De vier miljoen medewerkers uit de textielindustrie in Bangladesh verdienen gemiddeld 38 dollar per maand. Ze eisen dat dit salaris wordt verhoogd naar 103 dollar.

Voorstel regering ‘inhumaan en vernederend’

Eerder ging de regering van Bangladesh akkoord met een salarisverhoging van twintig procent, maar de textielarbeiders beschouwen deze verhoging als ‘inhumaan en vernederend’.

Momenteel is de regering verwikkeld in onderhandelingen tussen de textielarbeiders en de fabriekseigenaren. De fabriekseigenaren verzetten zich fel tegen een salarisverhoging omdat consumenten in het Westen gewend zijn geraakt aan de goedkope textielproducten uit Bangladesh.

Tevens staat de regering van Bangladesh onder druk van de EU, die dreigt met sancties als de veiligheidseisen in de fabrieken niet worden verbeterd.

Europa grootste afnemer textiel 

Bangladesh is de op één na grootste textielexporteur van de wereld. 80 procent van de inkomsten die Bangladesh genereert met export komt voort uit de textielindustrie. 60 procent van de textiel die in het land wordt geproduceerd, is bestemd voor de Europese markt.

Het minimumloon van 38 dollar per maand is maar de helft van wat een gemiddelde Cambodjaanse textielarbeider verdient. Arbeiders in de textielindustrie van Bangladesh werken gemiddeld 80 uur per week in vaak zeer gevaarlijke arbeidsomstandigheden.

De strijd voor betere arbeidsrechten in Bangladesh is mede aangewakkerd door de instorting van het fabrieksgebouw Rana Plaza in april, met meer dan 1.100 doden tot gevolg. Na deze catastrofe gaf de regering aan tegemoet te willen komen aan de arbeiders in de textielindustrie door organisatie via vakbonden toe te staan. 

Rol industriële politie leidt van kwaad tot erger

Jef Van Hecken van de NGO Wereldsolidariteit, momenteel ter plaatse in Dhaka, stelt echter dat de Bengaalse regering onlangs een nieuwe arbeidswet heeft aangenomen die het juist moeilijker maakt voor arbeiders om zich te organiseren. “De arbeidswet van 2013 is een achteruitgang ten opzichte van die van 2006”, aldus Van Hecken.

Het feit dat er geen vakbeweging is die de protesten kan kanaliseren, verklaart volgens Van Hecken het gewelddadige karakter van de acties. “Werkgevers en arbeiders kunnen niet tot een overleg komen, waardoor het geweld snel ontspoort.”

Ook leidt de rol die de politie inneemt, volgens Van Hecken, tot een verscherping van het conflict tussen werkgevers en textielarbeiders. “In 2010, toen het al bijzonder rumoerig was in de fabrieken, heeft de regering de industriële politie in het leven geroepen. Bij ook maar het minste protest wordt deze politiemacht ingeschakeld. Hierdoor gaat het van kwaad tot erger.”

Panorama (BBC): meer dan 50 fabrieksbranden in tien maanden

Dat de rampzalige instorting van Rana Plaza niet op zichzelf staat, blijkt uit een uitzending van het BBC-programma Panorama die op 23 september zijn primeur beleeft.

Uit deze uitzending blijkt dat er de afgelopen 10 maanden meer dan 50 fabrieksbranden in Bangladesh hebben plaatsgevonden. Hierbij zijn veel arbeiders overleden omdat zij onder werktijd worden opgesloten op de onveilige fabrieksterreinen.

Ook onthult Panorama dat de textielarbeiders extreem lange werkdagen draaien, tot wel 19 uur. Om dit te verduisteren, houden de fabrieken – die leveren aan bekende westerse ketens als Lidl, Gap en H&M – dubbele boeken bij. Kledinggigant H&M stelde in een reactie op de onthullingen dat het aanpakken van overuren “een grote uitdaging blijft”.

take down
the paywall
steun ons nu!