Lode Vanoost: Toen ik mijn research deed over jou om mijn boekbespreking voor te bereiden, was ik verbaasd om vast te stellen hoe jong jij nog bent. Je was 26-27 toen je dit boek schreef. Ik verwachtte eerder een wat oudere kerel, iemand die het allemaal had meegemaakt. Dat iemand van jouw leeftijd dit schreef, vergroot de aantrekkingskracht van dit boek bij jonge mensen. Hoe begon het eigenlijk, hoe kwam je er toe dit boek te schrijven?
Owen Jones: “Het eerste wat ik wou doen was ingaan tegen dat idee dat er geen sociale klassen meer zijn, dat iedereen middenklasse is. Ik groeide op in Stockport in het zuiden van Manchester, in een lokale gemeenschap van werkende mensen. Ik woonde in één van die wijken die bijzonder hard werden getroffen door Thatcherisme en het neoliberalisme van de jaren ’90. Al wat je hoorde was dat mantra ‘We zijn allemaal middenklasse!”
“Het punt van linkse politiek is nu net dat er wél klasselijnen door de maatschappij lopen. Haal je dat er uit, dan is er geen links meer nodig. De mensen aan de top begrepen dat maar al te goed. Daarom veegden ze de realiteit van de werkende klasse gewoon weg. Links is overbodig geworden, dat hebben we niet meer nodig.”
“Het hele idee achter deze demonisering van die sociale klasse is dat problemen zoals werkloosheid en armoede, sociale problemen dus, door het neoliberalisme werden omgeturnd in ‘persoonlijk falen’. Jij valt zonder werk? Jouw fout! Je hebt gewoon niet hard genoeg geprobeerd. Mijn boek is dus in feite een aanval op neoliberalisme, op de klassenoorlog die wordt gevoerd door de top tegen de rest en op de aanval op alles wat links is. Het gaat er mij dus om het debat terug te lanceren over de klassestrijd.”
In de Nederlandstalige versie hebben ze ook jouw nieuwe voorwoord bijgevoegd dat je in de tweede Engelstalige editie plaatste, waarin je reageert op het succes van de eerste (Britse) editie. Je zegt daarin: ‘De tijd was gewoon rijp voor dit boek’. Heb je geen vrienden verloren, want in die nieuwe inleiding haal je hun vooroordelen tegenover Chavs in je eigen vriendenkring aan?
“Ja, dat vragen ze me wel meer (lacht). De reden waarom ik dat deed is om aan te tonen dat er niet alleen bij rechts een snobistisch klassediscours bestaat. Dat heb je evengoed bij mensen die zich verder links en progressief noemen. Het hele anti-chavsdiscours is gewoon overal doorgedrongen, zo wijd verbreid en vooral zo aanvaardbaar geworden dat het niemand meer opviel als je iets negatiefs zei over chavs.”
“Toen ik begon te schrijven was dat de algemene teneur. Klasse is een irrelevant begrip geworden. Dat is nu aan het veranderen, onder andere omwille van de economische crisis, de sociale opstanden, de rellen van 2011. Nu ken ik niemand meer die nog zegt dat er geen sociale klassen zijn.”
Een eerste aspect van die demonisering van de werkende bevolking is dat idee dat het allemaal racisten zijn en dat het OK is hen uit te lachen en zo, omdat het toch ook blanken zijn. Dus dan zou het geen racisme zijn?
“Inderdaad, eerst en vooral weerleg ik dat idee dat dit over een blanke werkende klasse zou gaan. Die zouden dan compleet geobsedeerd zijn door de kwestie van ras, dat vreselijk vooroordeel dat het in feite op vier poten lopende neanderthalers zijn. De waarheid is dat die arbeidersgemeenschappen dikwijls etnisch zeer gemengd zijn en tolerant zijn, terwijl middenklassewijken veel overwegender blank zijn.”
“Ga je naar een typische randstadwijk van de middenklasse, dan is er veel kans toe dat de goede verdieners daar blank zijn en alleen het personeel in de supermarkt niet, terwijl de binnenstad van Manchester veel meer gemengd is. Ik wou dat idee van die blanke onderklasse onderuit halen. Trouwens, niemand praat over de ‘blanke middenklasse’, hoewel die net veel blanker is dan de arbeidersklasse en al helemaal niet over de ‘blanke elite’.”
Je haalt dat berucht incident aan met Gordon Brown, waar hij een eenvoudige dame ‘racistisch’ noemt, net nadat ze van hem weggaat (zijn handmicrofoontje voor de media stond nog aan, nvdr).
“Dat heeft heel wat los geweekt bij grote delen van de werkende bevolking. Die hadden nu echt het gevoel dat het establishment alleen maar misprijzen voelt voor hen. Wanneer we het hebben over fenomenen zoals extreemrechts, gevoelens van afkeer voor immigratie en zo, dat is wat je krijgt als de frustraties worden weggeleid van zaken zoals verminderende lonen, de wooncrisis, slechtere leefomstandigheden.”
“Wat men doet is die woede afleiden weg van de mensen boven hen, zij die echt verantwoordelijk zijn voor hun miserie, naar de immigranten. Dat antimigrantengevoel is echter een uiting van frustratie over het verlies aan levenskwaliteit, verlies van banen, huisuitzettingen. De mensen aan de top pakken dat heel slim aan.”
“Als je dus zegt, het is allemaal alleen maar blind racisme, dan hoef je geen huizen te bouwen, jobs te creëren die de mensen toelaten de eindjes aan elkaar te knopen. Daarmee zou je nochtans net die woede tegenover migranten weghalen. Ik vind trouwens dat dat niet alleen in Groot-Brittannië het geval is. Het is precies daar dat Labour compleet afwezig was om tegenwerk te geven.”
Eén van je stellingen in ‘Chavs’ is echter dat het niet alleen Thatcher was, maar dat daarna Labourleider Blair kwam die in feite gewoon haar programma verder zette.
“Inderdaad, haar echte succes was niet dat ze één partij had veroverd maar twee. New Labour is het product van al de nederlagen in de jaren ’80, de consensus van Thatcher en de ‘vrije markt’, minder belastingen voor de rijken. Het begint echter met Thatcher. Zelfs mijn generatie kan het debat over haar persoon niet ontwijken, Je kunt er ook vandaag nog altijd niet naast kijken. We leven immers in een land dat door haar compleet herbouwd is, of liever ‘afgebroken’. Het is gewoon een feit: Thatcherisme heeft Groot-Brittannië getransformeerd en de oppositie heeft de hoofdbestanddelen van haar gedachtengoed overgenomen.”
“Die oppositie, dat was Labour. Die partij werd notabene nog door de vakbonden opgericht in de vroege jaren ’20 van de vorige eeuw. Het basisidee was toen dat de twee partijen van de rijken en de bazen, de Conservatieven en de Liberalen, er niet voor hen waren en dat er een partij moest komen om de werkende mensen een stem te geven in het parlement.
“In de jaren ’80 werden de vakbonden door het Thatcherisme en het neoliberalisme verpletterd. Dan kwam dat ding dat we nu ‘globalisering’ noemen en het einde van de Koude Oorlog, die werd verklaard als ‘het einde van de geschiedenis’. Links is dood, er is geen behoefte meer aan links. In feite was dat hun manier om te zeggen: “We willen dat links nu eindelijk verdwijnt”. Een deel van het drama is dat ook heel wat linkse mensen dat geloofden.”
“New Labour, de derde weg, Blairisme of hoe je dat ook wil noemen is immers een gevolg van al die nederlagen. Links faalde compleet om een samenhangend alternatief te bieden. Zo een alternatief is nu net wat je nodig hebt om een band te scheppen met de gewone mensen. Dat hadden ze niet meer. Wel, dat is wat er nu moet gebeuren, links moet terug een samenhangend alternatief bieden.”
Wat mij blijft verbazen is hoe enerzijds GB én de VS altijd al de minst egalitaire maatschappijen zijn geweest in de westerse industriële wereld en anderzijds hoe vandaag nog steeds zoveel vluchtelingen hier in België en Frankrijk passeren om net daar te geraken, in GB en in de VS. Ondanks alles wat er de laatste jaren is gebeurd, houdt die Angelsaksiche mythe nog steeds stand.
“Oh ja, absoluut en het is een mythe, zonder enige band met de realiteit. Minder zo voor GB dan voor de VS, die Amerikaanse droom dat iedereen aan de top kan geraken als je maar hard genoeg werkt. Dat die mythe nog altijd geloofd wordt in de rest van de wereld heeft zeker iets te maken met die overweldigende dominantie van de Angelsaksische media. Toch vooral de Amerikaanse, de Britse media surfen wat mee op die golf, mede dankzij het Engels, dat nu eenmaal de wereldtaal is geworden.”
“Het is ook nog een beetje dat idee van een voormalig imperium. Al die landen die werden onderdrukt door de Britten, Bangladesh, India, die mensen komen naar dat oude ‘moederland’ waarvan ze alleen de mooie versie kennen.”
Eén van de meest frappante stellingen in je boek is hoe de Britse bevolking zich massaal identificeert met de middenklasse, terwijl het grootste deel van hen eigenlijk werkt voor een loon, geen zeggenschap heeft over zijn werk, geen enkele controle over zijn werktijden …
“Exactly, de meeste mensen werken nog steeds voor iemand anders om rond te komen. Of je nu vuilnisophaler bent of straatveger, in een fabriek werkt, leraar bent: dit is allemaal werkende klasse. Er is wel een verschuiving geweest van een industriële economie naar een diensteneconomie. Minder mensen werken aan een productielijn. Er werken veel minder mensen in de mijnen, de havendokken. Er is veel meer kans dat je nu in een supermarkt werkt. Dat zijn echter nog altijd mensen die ‘werken’ voor een loon.”
Dit is een terugkeer naar het Victoriaanse tijdperk, de 19de eeuw, toen dokwerkers ’s morgens vroeg naar de dokken gingen en met handopsteking werden aangeworven voor één dag.
“Wat wel is veranderd, is de plaats waar ze werken en de arbeidsomstandigheden. Het is nog altijd vermoeiend, ‘backbreaking’ en vuil werk. Allemaal heel geestdodend ook, monotoon, met tijdelijke contracten, onzekere uren, nuluurcontracten, lage lonen, minder sociale rechten. Wij hebben hier inderdaad nu ook van die nuluurcontracten zoals in Duitsland, een heel leger, miljoenen.”
“Dit is een terugkeer naar het Victoriaanse tijdperk, de 19de eeuw, toen dokwerkers ’s morgens vroeg naar de dokken gingen en met handopsteking werden aangeworven voor één dag. Die wisten nooit of ze de volgende dag nog werk zouden hebben, werkten in afschuwelijke omstandigheden. Een ongeval of ziekte was dan fataal.”
“Nu krijgen die nulurenwerkers een sms ’s morgens vroeg om naar dit of dat werk te gaan. Die hebben geen enkele zekerheid over hun werk, je weet niet hoeveel je die week gaat verdienen, zelfs niet eens hoeveel je precies voor die éne dag gaat betaald worden. Gewoon een vreselijk bestaan. Dit toont genoeg wat neoliberalisme heeft aangericht. Werkende mensen worden terug als vee behandeld, zonder rechten, zonder enige vastheid.”
‘Chavs’, het woord, was voor de meesten onder ons hier onbekend, maar het concept er achter is toch heel herkenbaar. Het is misschien niet zo extreem als in GB, maar het is er wel, dat idee van op de mensen naast en onder jou in te hakken in plaats van op zij daarboven. Dat is hier toch ook zeer aanwezig in de media.
“Tuurlijk, dat is in heel Europa aanwezig. Die sociale woede in een andere richting duwen, weg van de oorzaken, weg van de mensen aan de top naar je buren in de straat. De ‘working poor’, mensen met een job en een loon waar ze echter niet van kunnen leven, die zet je op tegen de migranten, gezonde mensen tegen zieken. Heel wat van die mensen zijn niet echt ziek maar gewoon luie profiteurs, dat soort ideeën. Je zet de arbeiders in de privésector op tegen de collega’s in de openbare sector, jonge generaties tegen de oudere, enzovoort.”
De vakbonden, notabene nog altijd de grootste sociale organisaties worden hier niet eens als een legitiem gesprekspartner aanvaard.
“Eigenlijk zeggen de mensen aan de top impliciet altijd hetzelfde: “Wij hebben jou alles afgepakt. Waarom zou die buur daar van jou, niet even hard bestolen mogen worden als jij. Dat is toch niet eerlijk?!” In plaats van dan te gaan denken: “Hé, die buren van mij mogen net zo min bestolen worden als ik”, gaan ze dan denken, “Die buren moeten even hard bestolen worden als ik. Ik heb nauwelijks een pensioen die naam waardig. Waarom zouden die daar dan ook een pensioen mogen hebben.”
GB is altijd al meer sociaal gesegregeerd geweest dan continentaal Europa. Ik woon in een typische middenklassebuurt net buiten Brussel, maar er leven toch ook wel arme mensen in mijn straat, die van openbare steun leven. Ik zie toch heel wat van het soort reacties, commentaren, vooroordelen zoals jij die beschrijft in je eigen land. Ik zie daar ondermeer een verantwoordelijkheid van de massamedia in, die de mensen de laatste dertig-veertig jaar hebben opgestookt tegen die buren in plaats van tegen de echte verantwoordelijken.
“Het punt is dat wij (in GB) geen vrije media hebben, maar grote mediabedrijven, bestuurd door rijke tycoons met een eigen politieke agenda. Het is op dat gebied nog veel erger in GB dan op het Europese vasteland. De vakbonden, notabene nog altijd de grootste sociale organisaties, worden hier niet eens als een legitiem gesprekspartner aanvaard. De media hier worden totaal gecontroleerd door tycoons, zoals Rupert Murdoch.”
De media behandelen vakbonden met het grootste misprijzen, terwijl grote bedrijven en hun vertegenwoordigers worden binnengehaald alsof ze de bron zijn van alle wijsheid op aarde. De demonisering van de ‘chavs’ is eigenlijk een aanval op de vakbonden, de echte vijand van het systeem.
“Bovendien is het voor jonge mensen van eenvoudige afkomst bijna onmogelijk geworden om nog journalist te worden. Die kunnen niet beginnen als gratis stagiair en thuis nog leven op kosten van mama en papa, om zo bij de media een voet in de deur te krijgen.”
“Het is gewoon schandalig. De vakbonden zijn de grootste democratische organisaties van het land. Ze hebben veel pluimen verloren, maar zelfs na al die tegenslagen hebben ze nog steeds miljoenen leden. De demonisering van de ‘chavs’ is eigelijk een aanval op de vakbonden, de echte vijand van het systeem. De media behandelen hen met het grootste misprijzen, terwijl grote bedrijven en hun vertegenwoordigers worden binnengehaald alsof ze de bron zijn van alle wijsheid op aarde.”
“Ondertussen beschrijven ze werklozen als leeglopers, die in vieze huizen wonen, die vijftien kinderen hebben bij dertien vrouwen en zo. Dat wordt dan voorgesteld alsof die mensen allemaal zo zouden zijn. Wat ze daarmee bereiken is de legitieme woede van de mensen afleiden, weg van de verantwoordelijken voor hun miserie, naar die ‘andere’ mensen in hun buurt.”
De meeste mainstreamjournalisten zijn er van onvertuigd dat ze zeer neutraal en objectief bezig zijn. Als je hen wijst op de ideologische agenda waarbinnen zij werken, dan begrijpen de meesten dat niet eens. Ze hebben dat volledig geïnternaliseerd als vanzelfsprekend. Deze argumenten komen volgens hen van de maan of zo.
“Wel, het basisprincipe is in feite dat de media het als hun taak zien een ‘venster’ op de wereld te zijn, waarbij zij bepalen waar de grenzen van dat venster liggen en waarbij alles wat daarbuiten valt niet eens wordt bekeken. Dat venster geeft een kijk op alles wat ‘politiek aanvaardbaar’ is. Wat daarbuiten valt is gek, ‘whacky’, nooit iets wat je ernstig neemt of tijd aan verliest.”
“Bewust of onbewust, dat maakt eigenlijk niet uit, feit is dat ze zo de grenzen van het politieke debat bepalen, wat overeeenkomt met de consensus rond het neoliberalisme. Wat de gewone mensen dan echt denken is alleen relevant als het in dat schema past. Anders is dat gewoon gezever waar je niet over schrijft.”
“Neem de Britse spoorwegen. De meerderheid wil dat dat terug genationaliseerd wordt, hetzelfde voor de energiebedrijven, water. Dat heeft niet eens te maken met of die mensen linkse of rechtse ideeën hebben. En wat zien we ondertussen? Niemand in het politieke en media-establishment staat daar achter. Dit toont aan hoe dit ‘gentleman’s agreement’ van politiek, media en bedrijven werkt om alle standpunten – hoe populair ze ook mogen zijn – die daar niet in passen gewoon dood te zwijgen of te ridiculiseren. Het idee is dat ‘wij’ de verschaffers van de wijsheid zijn, de rest is onzin.”
Dit boek is daar een welkome dosis antigif tegen. Wat verwacht je nu verder? Komt er een debat over de Britse maatschappij? Beginnen mensen zich te realiseren dat ze hun frustraties tegen de verkeerde mensen richten?
“Het boek kwam echt op het juiste moment. Als het een paar jaar eerder was gekomen, zou het bijlange niet zoveel succes gehad hebben. Met de nieuwe conservatieve regering, de ongeziene besparingen op sociale voorzieningen, de drastische terugval van de levenskwaliteit staat de klassestrijd terug op de agenda. Ik zeg dat nu wel, maar ik was me daar uiteraard niet van bewust toen ik aan het boek begon. Ik dacht dat ik helemaal in zou gaan tegen de overheersende consensus.”
Nu is er een nieuwe beweging met een coherent alternatief nodig, iets wat mensen hoop geeft, iets waaruit terug een grote massabeweging kan groeien die als enige taak heeft het neoliberalisme te verbannen naar waar het thuis hoort, op de vuilnisbelt van de geschiedenis.
“De dingen zijn aan het veranderen. Het probleem met dit onding dat we neoliberalisme noemen is dat het zich niet schijnt te realiseren dat het volledig gediscrediteerd is. Het wankelt rond als een zombie, terwijl niemand bereid lijkt om het de finale nekslag te geven.”
“Nu men zich dit gaat realiseren, is een nieuwe beweging met een coherent alternatief nodig, iets wat mensen hoop geeft. Een realistisch alternatief ook, iets waaruit terug een grote massabeweging kan groeien die als enige taak heeft het neoliberalisme te verbannen naar waar het thuis hoort, op de vuilnisbelt van de geschiedenis.”
Daarvoor moet denk ik ook het discours veranderen. Nu is de toon: “Hoe dom zijn die neoliberalen? Zien die dan de gevolgen niet?”. Ik denk dat men zich moet realiseren dat deze mensen helemaal niet dom zijn maar dat die sociale ‘gevolgen’ in feite de echte objectieven zijn. Neoliberalisme is een poging om het maatschappelijk model te hertekenen, naar een moderne versie van de 19de eeuwse maatschappij.
“Oh ja, absoluut. Neem de Confederation of British Industry (CBI), de grootste werkgeversorganisatie. De CBI publiceerde in 2009 een rapport over hoe de zakenwereld zou moeten reageren op de crisis. De crisis moest volgens hen gebruikt worden om een ‘flexiforce’ te creëren. Wat ze bedoelen is dit: een steeds kleiner aantal werknemers met een vast arbeidscontract en alleen maar tijdelijk, onstabiel en onzeker werk voor al de rest, zonder sociale rechten, met die fameuze nuluurcontracten, zonder pensioenrechten ook.”
“Die zijn dus heel bewust tot de conclusie gekomen dat deze crisis als een opportuniteit moet gebruikt worden om het sociale contract van de maatschappij aan stukken te scheuren. Deze crisis is voor hen de kans om die dingen te doen waarvan ze eerder dachten dat ze die er toch nooit door zouden krijgen. Het drama is dat links er niet was om daar weerwerk tegen te bieden.”
“Ik hoop dus dat mijn boek kan bijdragen tot een verandering in Labour. Er zijn daar wel politici die die verandering willen. De Blairites uiteraard niet, die vallen me zwaar aan, maar dat is OK. Ik heb hen ook niet gespaard in mijn boek en in mijn columns.”
“Ondertussen moet er ook nog veel veranderen in de media. Zelf ben ik een linkse excuusjournalist die schrijft in de liberale krant The Independent. Dat vinden ze daar best leuk om er eentje bij te hebben die voor het pluralistische imago van de krant kan zorgen. Ik ben echter zonder meer een linkse journalist die schrijft vanuit een progressief standpunt. Wat er echt moet veranderen is de media zelf.”
Wat links moet doen is de politieke agenda terug naar links verschuiven. In feite moeten we van rechts leren hoe de rechtse krachten dit zo lang hebben gedaan gekregen.
“Weet je, tientallen jaren al propageren de media hun ideologische neutraliteit. Ze zijn daar gek op extreemrechtse standpunten. Daar kunnen ze zich dan mooi van onderscheiden. “Wij zouden nooit zo ver gaan maar … “ en ondertussen schuift de agenda weer wat op naar rechts. Dat is wat links moet doen, de politieke agenda terug naar links verschuiven. In feite moeten we van hen leren, van hoe de rechtse krachten dit zo lang hebben gedaan.”
Heb je nog plannen voor de toekomst, in dezelfde zin als ‘Chavs’?
“Ik wil een boek schrijven over de Britse leidende elite, de rijke bovenlaag. Ik reis voor het ogenblik echter vooral rond in mijn eigen land en in Europa, honderden lezingen, allemaal sinds ‘Chavs’ uitkwam. Ik leef tegenwoordig bijna op de trein. Vermoeiend maar toch zeer dankbaar.”
“Waar ik uiteindelijk naar streef is een beweging van internationale solidariteit, want die ‘vrije markt’, dit economisch systeem kan je niet land per land verslaan.”
Owen, dank je wel. Nog veel succes met je werk!
Interview en vertaling Lode Vanoost