Solange Habonimana werkte onder meer bij koepelorganisatie FORSC, het Burundese Forum voor de Versterking van de Civiele maatschappij, sinds 2005 een partnerorganisatie van 11.11.11, de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging.
Samen met FORSC keek ze toe op de eerlijke verdeling van de middelen in haar land, maar evengoed op de onafhankelijkheid van justitie en de strijd tegen de straffeloosheid.
Daarnaast waren genderthema’s en de ontwikkeling van vrouwen belangrijke expertisedomeinen van Habonimana. Ze was al sinds 1971 actief in de vrouwenbeweging. Vol toewijding ijverde ze voor de gelijke rechten van vrouwen.
In november 2010 was Habonimana op bezoek bij 11.11.11 in het kader van de gezamenlijke campagne over landbouw. Ze was een van de spilfiguren om deze campagne in goede banen te leiden in Burundi. Op 12 maart van dit jaar ontving ze de Amnesty International Leerstoel van de UGent. Een terechte kroon op haar werk.
Habonimana studeerde humane wetenschappen en Engelse taal en literatuur aan de nationale universiteit van Burundi. Ze was dit jaar vijftig geworden. Ze was getrouwd en moeder van twee kinderen. Zondag 15 september overleed ze totaal onverwacht. Op vrijdag 20 september vindt haar uitvaartplechtigheid plaats in de Burundese hoofdstad Bujumbura.
“Het verlies van Solange komt als een schok voor ons en voor de hele civiele maatschappij in Burundi. Ze was de drijvende kracht achter de mensenrechtenbeweging in haar land. Wie met haar in contact kwam, leerde een genereuze, optimistische en warme vrouw kennen. Solange zal altijd in onze gedachten blijven”, schrijft 11.11.11 in een in memoriam.
Hieronder herneemt DeWereldMorgen.be het interview dat Latifa El Morabit op 12 maart 2013 met Habonimana had in Gent naar aanleiding van de uitreiking van de Leerstoel Amnesty International 2013 door de UGent.
Solange Habonimana: “Stilte van geweld tegen vrouwen doorbreken, is al teken van solidariteit”
Naar aanleiding van de uitreiking van de Leerstoel Amnesty International 2013 door de Universiteit Gent op dinsdag 12 maart, gaf Solange Habonimana, een publiekslezing in de theaterzaal van de Vooruit.
Solange Habonimana is al jarenlang actief in haar land en heeft een grote bijdrage geleverd aan de strijd voor mensenrechten. Ze werkt voor het Forum voor de Versterking van de Civiele Maatschappij (FORSC), een koepelorganisatie en spreekbuis van het middenveld in Burundi. FORSC is een partnerorganisatie van 11.11.11.
Daarnaast is Habonimana ook vertegenwoordigster van CAFOB (Collectif des associations et ONG féminines du Burundi), een coalitie van 52 vrouwenorganisaties. De activiste heeft bijgedragen tot de campagne tegen geweld tegen vrouwen ‘We can end violence against women’, die gevoerd werd in verschillende Afrikaanse landen. Haar expertise ligt vooral in de thema’s vrouwenrechten en gender.
Wat heeft u ertoe gebracht u te engageren als mensenrechtenactiviste?
Solange Habonimana: “Ik heb het geluk gehad om op te groeien in een welgesteld gezin. Als kind kon ik genieten van een opleiding terwijl in mijn omgeving meisjes niet de kans kregen om naar school te gaan. In mijn jeugd ben ik me beginnen engageren in een katholieke actiebeweging, de Jeunesse Estudiantine Chrétienne.”
“Ik studeerde humane wetenschappen aan de Universiteit van Bujumbura en sloot me daarna aan bij een coöperatieve spaarkas- en kredietvereniging. Deze had als doel vrouwen te betrekken bij het sparen voor hun KMO’s. Door elkaar kredieten te verlenen zouden ze hun sociale en economische status kunnen verbeteren.”
“Ik begreep dat je je als vrouw niet kunt ontwikkelen als je niet over voldoende autonomie beschikt en niet vertegenwoordigd bent in de besluitvorming. Ik werd lid van diverse bewegingen die zich richtten op de bevordering van de rechten van de vrouw.”
“Met de oorlogssituatie van 1993 (nvdr: na de moord op de eerste democratisch verkozen president), zag ik dat de positie van de vrouw nog meer achteruit ging. Hieruit ontstond het idee om verschillende gemeenschappen, die door de oorlog werden verdeeld, opnieuw dichter bij elkaar te brengen. We deden dit door gemeenschappelijke doelen naar voren te schuiven: het bevorderen van de positie van de vrouw.”
“De vrouw is in Burundi de steunpilaar van het gezin. Dus ook voor de ontwikkeling: zij zorgt voor de landbouw, die 90 procent van de bevolking voedt. Vanuit mijn inzet voor vrouwen- en kinderrechten werd ik de vertegenwoordigster van het CAFOB.”
“We zijn vrouwen gaan mobiliseren om deel te nemen aan alle niveaus van de besluitvorming. Vanuit dit idee hebben we vrouwen ertoe aangezet om tijdens de verkiezingen van 2005 te gaan stemmen en ook zichzelf kandidaat te stellen.”
“Vanuit mijn werk ben ik in contact gekomen met mensenrechtenorganisaties die actief zijn op verschillende actiedomeinen en ben ik me beginnen interesseren in de rechten van de mensenrechtenverdedigers. Die liepen – en lopen nog steeds – grote risico’s. Ikzelf vreesde ook diverse keren voor mijn leven.”
“Zo voelden wij de noodzaak om een coalitie te vormen om deze verdedigers te beschermen. Naast het coördineren van deze coalitie, ben ik ook betrokken bij andere coalities.”
Wat is de ideologie van het feminisme volgens u? Hoe ziet u feminisme?
“Voor mij betekent het feminisme de bevordering van de vrouw in het algemeen: met rechten en geen discriminatie. Ik denk dat steeds meer mensen het belang van mensenrechten en vrouwen- en kinderrechten beginnen te begrijpen.”
Strijden voor elementaire gendergelijkheid is niet alleen een vrouwenkwestie. Het is een economische, politieke en morele verplichting – misschien wel de grootste van onze tijd. Wat betekenen ’emancipatie van de vrouw’ en ‘strijden voor gendergelijkheid’ in Burundi?
“Burundi wordt vaak gezien als een land waar de rechten van de vrouw gegarandeerd zijn. In vergelijking met de buurlanden klopt dit misschien wel, zeker als je het stemrecht bekijkt.”
“Bij de verkiezingen van 2005 werden quota ingevoerd om de participatie van vrouwen te garanderen. Op de lijsten moest 1 op de 5 kandidaten een vrouw zijn. Partijen probeerden dit wel te omzeilen door vrouwen op minder verkiesbare plaatsen te zetten. Wij hebben daarna via een coöptatiemechanisme een percentage van 32 procent vrouwen kunnen bereiken.”
“In 2010 hebben we vooruitgang geboekt. De quota werden bereikt op regeringsniveau en in het parlement. Wat natuurlijk nog niet automatisch betekent dat de verkozen vrouwen ook de agenda van de vrouwenbeweging zullen uitvoeren.”
“We zijn nog lang niet tevreden met dit resultaat. We moeten blijven op mannen rekenen om de noden van vrouwen op de agenda te krijgen.”
Worden mensenrechtenorganisaties belemmerd in hun strijd voor vrouwenemancipatie?
“De overheid toont goede wil, maar het omzetten van wetteksten in beleidsdaden laat wel op zich wachten. Als een verdediger van de mensenrechten openlijk de schendingen aanklaagt, zoals de buitengerechtelijke executies, vrouwen die slachtoffer zijn van partnergeweld of verkrachtingen, dan brengt die zichzelf in gevaar.”
“Het probleem van gendergerelateerd geweld is nog steeds één van de hoofdbekommernissen bij vrouwenrechten. De voorbije vijf maanden werden minstens acht vrouwen vermoord door hun eigen partner.”
“Een andere gevoelige kwestie is het erfenisrecht van vrouwen. Vrouwen kunnen in Burundi nog altijd niet erven. Dit is een regelrechte schending van de universele rechten. Het probleem is vooral cultureel geworteld. Traditioneel kon een vrouw geen eigendom bezitten. Zo kon een vrouw makkelijker onder het economisch, politiek en sociaal gezag van haar man blijven.”
“De grondwet waarborgt nochtans de non-discriminatie en waarborgt ook de gelijkheid van rechten en plichten van iedere burger. Jammer genoeg zijn er zelfs vrouwen die het voordeel niet inzien om van dit erfrecht te kunnen genieten.”
“Ook wat het grondwettelijk recht op onderwijs betreft, is er nog de mentaliteit die wil dat meisjes thuis blijven. De kloof tussen meisjes en jongens in toegang tot onderwijs blijft groot. Het onderwijs is niet helemaal gratis, waardoor arme gezinnen meer geneigd zullen zijn om hun dochter als eerste van school te halen.”
“Er zijn wel maatregelen genomen, vaak in samenwerking met NGO’s, om gezinnen te stimuleren hun dochters naar school te sturen. In enkele provincies had dit veeleer een averrechts effect. Arme mensen haalden hun zonen van school, omdat ze alleen maar de studie van één kind konden bekostigen. Dit is dan weer een schending van de rechten van het kind.”
“Dit zijn dus problemen waar mensenrechtenactivisten mee te kampen hebben en die de overheid liever niet hoort. Wanneer je dit openlijk doet, breng je jezelf in gevaar. Het vraagt veel moed en engagement.”
Is het Westen een voorbeeld wat betreft vrouwenrechten?
“In zekere mate wel. Westerse overheden begrijpen meestal goed waar het over gaat wanneer we het over mensenrechten hebben. Dat is bij ons minder evident. Het percentage analfabetisme is hoog. Veel Burundezen vinden het geen prioriteit om te strijden voor vrouwenrechten.”
“Ook het fundamentele recht op leven is in het Westen beter beschermd. Mensen worden er ook vermoord, maar in vergelijking met Afrikaanse landen blijft dit meestal niet onopgemerkt. De kans dat een juridisch onderzoek correct zal verlopen, is gewoon groter.”
Welke rol kan België spelen in het bevorderen van vrouwenrechten in Burundi?
“België kan door zijn koloniaal verleden een grote invloed uitoefenen in Burundi. De Belgische sectie van Amnesty International heeft al veel betekend voor onze strijd om mensenrechten. 11.11.11 is een partner voor heel wat Burundese ontwikkelingsorganisaties op het vlak van landbouw, lokale economie en gezondheidszorg.”
Als we spreken over geweld tegen vrouwen: zijn er in Burundi specifieke vormen van gendergerelateerd geweld die meer voorkomen dan andere? Hoe wordt daar actie tegen gevoerd?
“Partnergeweld en seksueel geweld zijn vaak voorkomende fenomenen. Dit leidt zelfs tot verkrachting, één van de wreedste vormen van geweld. Het laat sporen achter, zowel op fysiek als op moreel en psychisch vlak. Ook op economisch vlak kan dit gevolgen hebben wanneer het slachtoffer levenslange lichamelijke letsels overhoudt.”
“Maar ook discriminatie van vrouwen op de arbeidsmarkt is een vorm van geweld. De werkloosheid is extreem hoog en vrouwen zijn hier meer dan mannen de dupe van. Ook de discriminatie van vrouwen in het erfrecht kan je beschouwen als een vorm van geweld.”
“Met de campagne ‘We can end violence against women’ voeren we actie in heel Afrika. Geweld tegen vrouwen is nog steeds een plaag in vele landen. We proberen gemeenschappen te sensibiliseren opdat ze zelf slachtoffers van geweld kunnen bijstaan. Enkel de daders straffen, helpt niet. Seks is ook vaak een taboe: als je verkracht wordt, verzwijg je dat liefst.”
“Wat vandaag bekend is over geweld tegen vrouwen, is maar het topje van de ijsberg. De stilte doorbreken, is al een teken van solidariteit tegenover de slachtoffers.”
Ook in het Westen is er gendergerelateerd geweld. 1 op de 7 vrouwen in België is slachtoffer van geweld. Verbazen deze cijfers u?
“Om eerlijk te zijn, ja. Ik begrijp wel dat patnergeweld en seksueel geweld overal ter wereld voorkomen. Toch blijft het fenomeen hier minder erg in vergelijking met landen zoals Burundi. 25 procent van de vrouwen zou bij ons dag in dag uit slachtoffer zijn van verschillende vormen van geweld. 25 procent!”
Ik ben zelf actief bij ella vzw | Kenniscenter gender en etniciteit. Wij hebben projecten lopen rond gendergerelateerd geweld en intrafamiliaal geweld. We richten ons specifiek naar etnische minderheden. Zijn er in Burundi minderheidsgroepen waarbij gendergerelateerd geweld een specifieke aanpak zou verdienen?
“Bij geweld gepleegd tegen vrouwen maak ik geen onderscheid naar gelang de minderheidsgroepen waartoe de slachtoffers behoren. Het is een kwestie van geweld tegen vrouwen in het algemeen. Bij alle etnische groepen komt het fenomeen voor. De levensstandaard is wel een bepalende factor. Kwetsbare groepen kunnen inderdaad een specifieke aanpak gebruiken.”
“Geweld tegen vrouwen kent ook geen onderscheid naar leeftijd. Studies tonen aan dat verkrachting vrouwen van alle leeftijden kan overkomen.”
Samenwerkingsverbanden tussen feministen over de grenzen heen om gendergerelateerd geweld tegen te gaan. Is dat mogelijk?
“Synergie is belangrijk, maar cultuurverschillen kunnen ervoor zorgen dat een bepaalde strategie die hier goed werkt geen succes zou hebben in mijn land. Men verwijt ons soms dat we westerse gebruiken overnemen. We willen zogenaamd ‘individualistisch’ zijn en enkel ons eigen belang najagen. Daarom zouden relaties in het Westen minder standhouden.”
“Solidariteit is belangrijk in de Burundese cultuur. Wil je aanspraak kunnen maken op je eigen rechten en cultuur, moeten je rechten uiteraard gerespecteerd worden. Interessant in een samenwerkingsverband is het delen van ervaringen, rekening houdend met de verschillen tussen culturen.”
Hoe ziet u de toekomst van Burundi? Heeft de volgende generatie nog nood aan een vrouw zoals u om de vrouwenrechten te verdedigen?
“Zonder valse bescheidenheid denk ik dat Burundi altijd nood zal hebben aan geëngageerde vrouwen. Die zelfs nog veel meer doen dan ik heb gedaan. Rechten krijg je nu eenmaal niet op een dienblad geserveerd. Er zullen ook altijd mensen zijn, die wij de ‘stemlozen’ noemen, die anderen nodig hebben om in hun naam te spreken en hun belangen te behartigen.”
“Zelfs in Europa moeten mensenrechtenorganisaties voortdurend hun stem laten horen. Wat dan in landen als Burundi waar mensenrechten helemaal niet vanzelfsprekend zijn.”
“Kleine kinderen verbiedt men in onze cultuur een insect te doden. Het leven moet namelijk worden beschermd, het is iets heel waardevol. Mensen moeten ons af en toe herinneren aan die basiswaarden. Positieve waarden vind je in alle culturen. En die maken het de moeite waard om er voor te blijven vechten.”
(interview door Latifa El Morabit)