Nieuws, Politiek, Vrede vzw, Biodiversiteit, Japan, Militarisering, Demilitarisering, Amerikaanse militaire strategie, Amerikaanse buitenlandse politiek, Okinawa, Masami Kawamura, Amerikaanse bases, SACO, Burgerprotest, Futenma Marine Air Station, Kaap Henoko, Hirokazu Nakaima - Masami Kawamura

Okinawa: gemilitariseerde eilanden

Okinawa, de meest zuidelijke prefectuur van Japan, bestaat uit 160 eilanden met Okinawa-eiland als grootste. Er wonen ongeveer 1,4 miljoen mensen. De eilanden zijn in de Japanse volksmond gekend als de 'kichi no shima' of de militaire basis-eilanden.

dinsdag 17 september 2013 16:30
Spread the love

Terwijl Okinawa slechts 0,6 procent van het hele Japanse grondgebied uitmaakt, ligt 74 procent van alle Amerikaanse bases in Japan geconcentreerd in deze prefectuur. Ondanks een geschiedenis van verzet tegen de aanwezigheid van de VS-bases bij de plaatselijke bevolking, blijft de Amerikaanse regering Okinawa verder militariseren.

Laatste fase van Tweede Wereldoorlog

Gedurende de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog werd Okinawa herleid tot een bloederig slagveld. Bij de slag van Okinawa kwamen duizenden inwoners om en werd de omgeving waarvan de mensen afhankelijk waren voor hun levensonderhoud vernietigd.

Na de Tweede Wereldoorlog werd Okinawa 27 jaar lang onder het bezettingsbestuur van het Amerikaanse leger geplaatst. In de jaren 1950, toen de Koude Oorlog in Azië escaleerde, begon de VS aan de constructie van militaire bases in Okinawa. Gewapend met bajonetten en bulldozers, pakte het Amerikaanse militaire bestuur de gronden af van de plaatselijke bevolking om ze te transformeren tot militaire bases en trainingsgebieden.

Sindsdien hebben Amerikaanse militaire oefeningen en operaties de veiligheid en de mensenrechten van de bevolking in Okinawa bedreigd en geschonden. Bovendien werd ook het milieu ernstig aangetast.

Tussen 1965 and 1972, was Okinawa een cruciale schakel in de Amerikaanse operaties in Noord-Vietnam. Het was ook het strategische lanceerplatform voor de geheime VS-bombardementen op Cambodja en Laos. Tegen 1969 waren er meer dan 50.000 VS-soldaten op Okinawa gestationeerd.

De Amerikaanse militaire bases kwamen in het oog van de antioorlogsstorm te staan. De sentimenten tegen de Vietnam-oorlog werden politiek gelinkt aan de beweging voor de teruggave van Okinawa aan Japan. Men geloofde verkeerdelijk dat de restitutie van Okinawa zou betekenen dat de Amerikaanse soldaten zouden vertrekken.

Maar ook nadat Okinawa in 1972 officieel opnieuw onder Japans bestuur viel, bleven de Amerikaanse militaire bases aanwezig. Deze hebben niets te maken met de verdediging van Japan (zoals door de VS beweerd wordt), maar dienen als een strategische vooruitgeschoven ontplooiing gericht op Zuidoost-Azië en China.

Tussen 1972 en 2009 werden in Okinawa meer dan 5.500 misdaden gepleegd door Amerikaans militair personeel (onder meer moord, verkrachting, brandstichting en diefstal). In 1995 zorgde de verkrachting van een schoolmeisje door drie Amerikaanse soldaten voor een enorme uitbreiding van de bestaande protestbeweging onder de bevolking.

Het leek erop dat Okinawa op weg was naar een demilitarisering. In de hele prefectuur werden betogingen georganiseerd tegen de Amerikaanse militaire bases en er werd ook een referendum georganiseerd dat opriep tot de vermindering van de Amerikaanse militaire aanwezigheid op de eilanden.

In een reactie op deze explosieve situatie richtten de Japanse en Amerikaanse regeringen samen een speciaal actiecomité voor Okinawa (SACO) op “om de last te reduceren” van de bases. Het SACO deed verschillende voorstellen, waarbij de noodzaak werd benadrukt om grond terug te geven aan de bevolking van Okinawa.

Deze voorstellen bevatten voorwaarden die eigenlijk tot een verdere militarisering en ecologische vernietiging van Okinawa zouden leiden. De VS eist bovendien dat Japan vervanglocaties vindt voor de militaire faciliteiten. De inwoners van mogelijke vervanglocaties verzetten zich echter met hand en tand tegen de komst van VS-militairen.  

Kaap Henoko en de Oura-baai

In 1996 stelde het SACO in haar eindrapport de relocatie voor van de Futenma Marine Air Station van het centrum van de stad Ginowan naar het noordelijke gedeelte van Okinawa-eiland. In 1997 werd meegedeeld dat Kaap Henoko, in de buurt van de stad Nago, uitgekozen was tot als hervestigingsplaats.

Henoko en de aanpalende Ourabaai horen bij de meest biodiverse gebieden in Okinawa. Er leven veel zeldzame plant- en diersoorten, zoals blauwe koralen en de bedreigde Okinawa-doejong, een soort zeekoe. Het leven en het inkomen van de lokale gemeenschappen zijn bovendien zeer sterk verbonden met hun leefomgeving.

De constructie en het gebruik van een militaire basis zou dus een enorme impact hebben op zowel het milieu als de lokale gemeenschappen. Hoewel het nog tot 2005 zou duren voor de VS en Japan tot een finaal akkoord kwamen dat gebaseerd was op de bevindingen van het SACO, begon het hardnekkige verzet van de bevolking in Okinawa tegen de Henoko-plannen onmiddellijk na de aankondiging in 1997 en het protest duurt voort tot vandaag.

De mensen organiseren betogingen, petities, sit-ins, enzovoort. De huidige gouverneur van Okinawa, Hirokazu Nakaima, en de burgemeesters van alle gemeentes op het eiland zijn gekant tegen het Henoko-plan, alsook tegen elk ander plan waarbij de hervestiging van de basis op Okinawa zou vallen.

Het plaatselijk verzet tegen de constructieplannen kan rekenen op heel wat internationale bijval. De ‘International Union for Conservation of Nature‘ (IUCN) heeft de Japanse en Amerikaanse regeringen gevraagd om samen te werken bij het maken van een Milieueffectenstudie.

In de zogenaamde ‘Doejong-rechtzaak’ van 2008, oordeelde de federale rechtbank van de VS dat het Amerikaanse ministerie van Defensie in Okinawa de ‘National Historical Preservation Act‘ schond, een wet die de cultuur en de manier van leven van inheemse volkeren beschermt. Ondanks al het verzet blijven de Amerikaanse en Japanse regeringen echter halsstarrig vasthouden aan hun plannen.

De voorbereidingen van het project zitten nu in een cruciale en finale fase. In maart 2013 diende de Japanse overheid een aanvraag in voor de drooglegging van de wateren van Henoko en de Ourabaai (nodig voor de constructie van de basis) bij de gouverneur van Okinawa, Hirokazu Nakaima.

De man – lid van de regerende Liberaal Democratische Partij – wordt enorm onder druk gezet door de nationale regering. Men verwacht de beslissing van de gouverneur over de aanvraag ergens in december dit jaar of januari 2014. De bewoners van Okinawa zetten allerlei campagnes op om gouverneur Nakaima te helpen om bij zijn eerdere standpunt over de bouw van de VS-basis te blijven en ‘neen’ te zeggen tegen de droogleggingsaanvraag.

Zo loopt er bijvoorbeeld een postkaartencampagne. De gouverneur ontving al duizenden brieven en kaarten van over heel Japan (en zelfs daarbuiten) waarin de bevolking haar steun en solidariteit uit met zijn standpunt tegen de constructie van de basis.  

Takae

Het eindrapport van het SACO stelde eveneens de teruggave voor van een groot deel van het noordelijke trainingsgebied op Okinawa-eiland aan de bevolking. De VS zou als voorwaarde voor deze teruggave wel zes nieuwe helipads (helikopterplatforms) willen aanleggen in het overblijvende deel van dit militair trainingsgebied.

In 1999 werd door de Japanse regering besloten dat de geplande helipads gebouwd mochten worden in het Takae-gebied in de Yanbaru-bossen. Deze bossen omvatten een aantal van de laatste grote stukken subtropisch regenwoud in Japan. Er leeft ook een kleine gemeenschap van 160 mensen.

Actiegroepen in Okinawa, NGO’s, wetenschappers en internationale organisaties hebben de Japanse regering verzocht om af te zien van het plan. Het Yanbaru-woud is een van de rijkste gebieden in Japan qua biodiversiteit. Er groeien meer dan 1000 grote planten en er leven meer dan 5.000 diersoorten, waaronder vele inheemse en unieke soorten zoals de bedreigde Okinawa-specht en de Okinawa-ral (een watervogel).

Dertig procent van dit woud wordt echter gebruikt als Amerikaans militair trainingsgebied en er zijn reeds 22 helipads van het VS-leger aanwezig. De bouw en het gebruik van zes extra helipads zou zeker een aanzienlijk gevaar creëren voor en een extra impact hebben op het Yanbaru-woud en de Takae-gemeenschap. 

De Japanse regering schendt de mensenrechten van de Takae-inwoners en hun verdedigers. De regering spande SLAPP-rechtszaken aan tegen vreedzame betogers en activisten. (SLAPP staat voor ‘Strategic Lawsuit Against Public Participation‘ of strategische rechtszaak tegen openbare participatie).

De districtsrechtbank van Naha (de hoofdstad van de prefectuur Okinawa) oordeelde op 14 maart 2012 dat een  van de vele beklaagden zijn sit-inactie moest stopzetten. De rechtbank ging daarbij akkoord met een deel van de argumentatie van de Japanse regering. Een actiegroep van Takae-bewoners (‘No Helipad Takae Residents Society‘) en hun advocaten tekenden beroep aan bij een hogere rechtbank op 27 maart 2012. Maar dit beroep werd verworpen op 25 juni 2013.

Ondanks deze onrechtvaardige juridische beslissing blijven de Takae-bewoners en hun medestanders vechten voor hun rechten. Ze tekenden beroep aan bij de hoogste gerechtelijke instantie op 5 juli 2013. Ze eisen rechtvaardigheid, het recht om in alle rust verder te leven en het recht op vrijheid van meningsuiting.   

De acties van de bevolking in Okinawa om Henoko en Takae te redden, gaan verder dan het voeren van oppositie tegen de Amerikaanse bases en het beschermen van het milieu. De actievoerders roepen de Amerikaanse en Japanse regeringen ook op om hen niet te beroven van het recht op de overlevering van toekomstige generaties van wat zij noemen ‘de eilanden van de vrede’ met hun waardevolle biodiversiteit, in plaats van een reeks gemilitariseerde eilanden.    
 
Masami Kawamura

Masami Kawamura is socioloog en directeur van het ‘Citizens’ Network for Biodiversity in Okinawa’.

Dit artikel werd al eerder gepubliceerd in het nummer 423 van het tijdschrift van Vrede vzw ‘Vrede – Tijdschrift voor internationala politiek’ (september-oktober 2013).

take down
the paywall
steun ons nu!