Nieuws, Samenleving, Cultuur, België, Chokri Ben Chikha, Zoo humain, Exhibit b, Minister bourgeois, Brett bailey - Chokri Ben Chikha

Open brief van Chokri Ben Chikha aan Brett Bailey

Van woensdag 18 tot zaterdag 21 september kan u Brett Bailey's Exhibit B bekijken in de Vooruit. Chokri Ben Chikha zag de performance reeds en schreef daar als reactie deze open brief over.

maandag 16 september 2013 21:00
Spread the love

Exhibit B, een performance als aanklacht tegen het koloniaal racisme met referenties naar de hedendaagse migratieproblematiek komt naar de Vooruit. Naar aanleiding daarvan publiceert DeWereldMorgen de brief die theatermaker Chokri Ben Chikha aan minister Bourgeois en performancekunstenaar Brett Bailey schreef: “Van inboorling tot immigrant, heen en terug”.Deze open brief verscheen reeds eerder in het boek  ‘Gent 1913. Op het breukvlak van de moderniteit’. Van woensdag 18 tot zaterdag 21 september kan u Brett Bailey’s performance Exhibit B bekijken in de Vooruit.


Beste mijnheer de Minister Bourgeois,

Beste Brett Bailey,

Ter ere van de honderdste verjaardag van de Wereldtentoonstelling in Gent organiseert het Comité Expo 1913[1] een waarheidscommissie van 18 tot met 27 april 2013, telkens om 20 u in het Oud Justitiepaleis in Gent. Op de expo van 1913 werden onder meer ‘exotische’ mensen in mensentuinen of ‘zoos humains’ tentoongesteld. Dit was op z’n zachtst gezegd een bedenkelijke en mensonwaardige praktijk waarin mensen letterlijk te kijk gezet werden, uitgebuit werden en zelfs gestorven zijn.

Dit fenomeen van de ‘zoo humain’ en de mechanismen van stereotiepe beeldvorming die ermee gepaard gaan, zijn ook vandaag nog steeds brandend actuele thema’s. Jozef de Witte, de directeur van het Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding, kwam dit jaar, twintig jaar na de oprichting van het centrum, tot de snoeiharde conclusie: ‘Het integratie- en migratiebeleid is mislukt’.[2]

Het is treffend hoe weinig publieke reflectie er over deze donkere bladzijde van onze geschiedenis bestaat. Daarom werd een waarheidscommissie in het leven geroepen die zich zal buigen over een driedelige vraag: Wat is er toen precies gebeurd? Wat zijn de gevolgen hiervan vandaag de dag? En wat kunnen wij hieruit leren voor de toekomst?

Gezien jullie betrokkenheid bij het thema van interculturele dialoog als respectievelijk minister van integratie en inburgering en maatschappijkritisch kunstenaar nodig ik jullie graag uit als experten. U, mijnheer de Minister van integratie en inburgering, lanceerde een kortfilm, als onderdeel van het ‘Starterspakket Migreren naar Vlaanderen’. U wil de nieuwkomer een inburgeringstraject aanbieden omdat u gelooft dat de ‘andere’ een van ‘ons’ kan worden. En jij, Brett, als geëngageerde en internationaal gelauwerde kunstenaar, maakte Exhibit B, een performance als aanklacht tegen het koloniaal racisme met hier en daar referenties naar de hedendaagse migratieproblematiek.[3]

Als ik het goed begrijp, willen jullie de moeizame interculturele verhoudingen en beeldvorming verbeteren tussen blank en zwart, tussen Vlaming en immigrant, tussen ‘wij’ en ‘de ander’. Ondanks de gevoeligheid van deze onderwerpen, stevenen jullie recht op dit doel af en lokken jullie daarmee controverse uit. Alleen daarom al mogen jullie op mijn sympathie rekenen.

De problematiek die jullie behandelen, is er één die ook mij nauw aan het hart ligt. Als theatermaker en onderzoeker ben ik gefascineerd door de verschillende strategieën van (stereotiepe) representatie van de ‘ander’, zowel op het scherm als op het podium, zowel in de historische koloniale context als vandaag de dag. Jullie voorstellingen gaven me stof tot nadenken.

Ik ga dan ook graag verder het gesprek met jullie aan, door jullie uit te nodigen op de waarheidscommissie. U vraagt zich waarschijnlijk af waarom. Wel, laat mij dat duidelijk maken aan de hand van een gezamenlijke, denkbeeldige wandeling. We starten in het Filipijnse en Senegalese dorp anno 1913.

Gidsen bij deze wandeling zijn kunsthistorica Evelien Jonckheere en afrikanisten Renilde Seyssens en Annelies Delanote. Na deze wandeling maken we een tussenstop, we brengen het fenomeen van de ‘zoo humain’ in kaart. Hierin worden we bijgestaan door de Franse historicus Pascal Blanchard en de Belgische antropoloog Karel Arnaut. Samen met hen maken we de sprong naar vandaag. We actualiseren de thematiek en kijken naar hedendaagse vormen van zoos humains.

Vervolgens snijden we jullie werk aan. We maken een wandeling door jouw laatste werk, Brett: Exhibit B (2012). Exhibit B is het tweede deel van jouw trilogie Exhibit A, B en C. Het zijn ‘human installations’. Ze hebben de ambitieuze missie om het Europees racisme in kaart te brengen aan de hand van etnografische opvoeringen en zoos humains. Het gaat hier om een kritische re-enactment van het wetenschappelijk racisme uit de late negentiende en begin twintigste eeuw.[4]

Tijdens onze wandeling gaan we enkel in op Exhibit B. We zetten een stap opzij en maken een korte analyse. Onze laatste wandeling is er één door uw werk, mijnheer de Minister. In het bijzonder door de kortfilm die u lanceerde als onderdeel van het ‘Starterspakket Migreren naar Vlaanderen’. Ook hier zetten we een stap opzij en nemen we tijd voor een korte reflectie.

Ten slotte, ga ik nog een stap verder. Na de reis van honderd jaar in de tijd en overpeinzingen over jullie werk, poog ik enkele vragen op te werpen die, naar ik meen, ook jullie nauw aan het hart liggen. Ik nodig jullie uit om deze vragen te beantwoorden als lid van de waarheidscommissie. Jullie aanwezigheid, uw bedenkingen, mijnheer de Minister, en die van jou, Brett, zouden hier een enorme meerwaarde kunnen betekenen. Maar ik loop vooruit, laten we beginnen bij het begin: onze eerste wandeling.

Voor één frank uit 1913 kunnen we tussen 9 u ’s morgens en 23 u ’s avonds een kort bezoek brengen aan het Senegalese dorp op de Wereldtentoonstelling. Hierin wordt een groep van een honderdtwintigtal Senegalezen ondergebracht die dagelijks een ‘leven zoals het is’ voorstellen aan het Gentse publiek met activiteiten als onderwijs, juwelen maken, weven, kledij maken of koken.[5]

Om meteen een beeld te geven van de Gentse sfeer halen we de schrijver Karel van de Woestijne erbij. In zijn (fictieve) brieven aan Herman Teirlinck vermeldt hij ‘flirts van Gentsche meisjes met menschenetende negers’[6] en geeft hij op ironische wijze de sfeer van commotie weer rond de ‘rasoverschrijdende’ passies ter hoogte van het Citadelpark met betrekking tot de Senegalezen[7]. Als we een kijkje willen nemen bij het Filipijnse dorp worden we aangeklampt door hun Amerikaanse impresario Richard Schneidewind. Hij kondigt ons het spektakel aan als ‘The call of the Wild’ en ‘The head hunter’s return’[5].

Volgens het Fondsenblad van 4 mei 1913, zien we een zestigtal mannen, vrouwen en kinderen, meer bepaald ‘Igorroten’ van de stam Haino, volgens de brochure een ‘zeer oorspronkelijk volk’. We krijgen ook de Filipijnen aan ’t werk te zien, met hun ‘zeer primitieve manier van weven […]. Zij voeren oorlogsdansen uit […]. Zij maken ook vuur door de wrijving van twee bamboetakken[9] […].’9 Samen met de andere Gentenaars en bezoekers kijken we er gretig naar. 

Onze literaire trots Cyriel Buysse kijkt over onze schouder mee naar het Filipijnse dorp, met een mengeling van verbazing en herkenning: ‘[…] Zowat driekwart naakte bruine kerels, die een mengselprodukt leken van apen en Mongolen. Zij wierpen met speren en schoten met pijlen en gilden daarbij geweldig, zoals men van wilden verwacht.’[10]

Wij beseffen: zowel het Filipijnse als het Senegalese dorp willen entertainend en instructief zijn. Voor de duizenden blanke belangstellenden is dit immers een eerste vorm van contact met de exotische ‘Ander,’ een eerste interculturele ‘ontmoeting’. Toch voelen we ons hier niet echt comfortabel bij. Er is hier meer aan de hand. Net als de reactie van Cyriel Buysse waren de zoos humains een kind van hun tijd.

Tijdens de industriële revolutie nam in het kielzog van mobiliteit en expansiepolitiek ook het intercultureel contact exponentieel toe. De nood om de eigen identiteit af te bakenen ten opzichte van de vreemde volkeren was groot. Daar speelde het opkomende consumentisme gretig op in; de massaproductie voedde de hang naar een afgebakende ‘westerse’ identiteit en koppelde het aan een sterk groeiende entertainment-sector.

Om onze reflectie te flankeren, vragen we aan de Franse historicus Blanchard om ons te vergezellen op deze wandeltocht. Samen met zijn Franse collega’s historici populariseerde hij immers de term ‘zoo humain’ in 2002.[11] Hij vertelt ons meer over de subtiele mechanismen van identiteitspolitiek in deze mensentuinen. De westerse ‘regisseurs’ van de schijnbaar onschuldige en authentieke mensendorpen ensceneren niet enkel de identiteit van ‘de Ander’, maar vooral ook die van onszelf.

Wij zijn wat zij niet zijn: beschaafd en ontwikkeld, blanke toeschouwer. Zij zijn primitief en dus onbeschaafd. Ook al worden de mensendorpen voorgesteld als een objectieve werkelijkheid, onze blik op de nieuwe wereld zou de hiërarchische machtsverhouding (en waardebepaling) tussen kijker en bekekene diepgaand bepalen.[12]

Blanchard vat voor ons de regie van de zoos humains aan de hand van drie functies samen: (1) ‘montrer l’Autre’, (2) ‘marquer la différence’, en (3) ‘fixer une frontière invisible entre le normal et l’abnormal’.[13] De Gentse exotische dorpen zijn dus in dat opzicht speciaal geconstrueerde ruimtes om de ‘Ander’ te tonen met als enige doel om het anderszijn van de ‘Ander’ te benadrukken.

Dit soort van beeldvorming, dit ‘spectacle de la différence’ heeft niet de bedoeling om meer interculturele uitwisseling te genereren tussen de Gentenaars en de ‘exoten’. Integendeel, ze legt een rigide binair-oppositionele opdeling op, vanuit een machtsverhouding die wordt bepaald door slechts één van beide partijen. De ontmoeting van de Andere in een intersubjectieve relatie tussen tentoongestelde, kijker en maker is – hoewel ze de vorm heeft van een ontmoeting – eigenlijk nihil.[14]

Kan onze wandeling ons een beter zicht doen krijgen op hedendaagse afgeleiden van de zoo humain? We halen er onderzoeker Karel Arnaut bij. Net als Blanchard wijst hij op de afgeleiden van de zoos humains vandaag in de reality-tv. In een tijd van overmediatisering is onze westerse manier van kijken grondig geëvolueerd. De zoos humains waren in zekere zin geconfigureerd als een panopticon: de Andere was gevangen door de alziende, panoramische blik van de blanke toeschouwer. Deze constructie creëert voor de toeschouwer de illusie van eindeloze transparantie en objectief overzicht.

De vroegere ‘Menschengarten’ heeft vandaag de vorm aangenomen van een post-panoptische Big Brother-scène. Reality-tv programma’s als ‘Toast Kannibaal’ (VTM) en’ Groeten uit Rimboe’ (SBS 6) overdramatiseren cultuurshocks en reduceren cultuurverschillen tot stereotypes[15]. Het gevoel van een ‘authentieke’ (kijk)ervaring is net als in de zoos humains in Gent vaak vals en daardoor manipulatief[16]. Dit is, op het einde van onze eerste wandeling, een confronterende vaststelling.

Nu we Gent bezocht hebben, zijn we klaar voor onze tweede wandeling die start in Brussel. We kopen een ticket voor de voorstelling Exhibit B tijdens het befaamde Brusselse Kunstenfestivaldesarts. De voorstelling vindt plaats in een voorkamer van de Gesùkerk in Brussel. We krijgen een nummer toegewezen. Deze nummers worden daarna willekeurig afgeroepen en dat is meteen de volgorde waarin we naar binnen mogen. Exhibit B is een locatieproject, een tentoonstelling van tableau vivants in een vervallen, koude kerk. Een tiental tentoongestelde settings staat verspreid in de lege kerk.

Versteende lichaamssculpturen als historische reconstructies van de voormalige zoos humains, zonder woorden. De onbeweeglijke performers zijn evenwel van vlees en bloed; ze ademen en blijven je doordringend aankijken. Een zwarte halfnaakte vrouw draait rond op een plateau als een opgezet curiosum (een verwijzing naar iconen als Saartje Baartman). Ze is een veruiterlijking van ‘de exotische wilde’, ooit zo’n belangrijk thema in de zoos humains. Wat verder zingen vier zwartgemaakte hoofdjes meerstemmig uit vier witte blokken. Ze symboliseren de gruwel van ons koloniaal verleden.

Daarachter zien we een zittende zwarte vrouw met twee glasscherven in haar handen en schedels rondom haar. Het begeleidende bordje vertelt over vrouwen die de schedels van stamgenoten gedwongen moesten schoonmaken voor verschillende wetenschappelijke instellingen in Europa. In dezelfde kerkelijke ruimte krijgen we naast de historische representatie van de zoo humain, ook angstige asielzoekers, gepresenteerd als een hedendaagse, politieke variant van Marcel Duchamps objet trouvé of gevonden voorwerp.

Het actuele iconische beeld van Semira Adamu is ook aanwezig. Adamu is vastgeketend aan een vliegtuigzetel op het altaar. Zij werd tijdens haar uitwijzing in het vliegtuig (ongewild) verstikt door haar politiebewakers. Dit gebeuren heeft in België veel commotie veroorzaakt, en tot het ontslag van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken Louis Tobback geleid. Het is een geësthetiseerd beeld met een duidelijke vingerwijzing naar de Belgische en de West-Europese migratiepolitiek in zijn geheel.

Exhibit B wordt in de pers enthousiast onthaald. Le Soir is uiterst positief: ‘Plus fort que n’importe quel débat sur le Congo belge, “Exhibit B” touche nos consciences au cœur, avec un sens visuel poignant.’[17] Ook De Standaard bewierookt Exhibit B enthousiast: ‘Hoe kan één kleine expositie over onze koloniale erfenis meer treffen dan een heel jaar vol activiteiten rond vijftig jaar Congolese onafhankelijkheid?’[18] 

En toch klinken er tegenstemmen, de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Philipp Khabo Koepsell verwoordde het als volgt: ‘If you have a white South African director giving orders to black performers to tell their story voicelessly, you’re not breaking the legacy. […] You are enforcing and reproducing it.’[19] Wat er ook van zij, de polemiek stelt een pertinente vraag aan de orde: leidt het gebruiken of herinterpreteren van de zoo humain – zelfs in zijn kritische vorm – niet tot een herbevestiging ervan?

‘This is not a human zoo […] It’s performance theater. In every city where we show this work, we work with local performers who take control of it.’[20] Zo reageer je, Brett, op de criticasters in verschillende interviews. Door in dezelfde ruimte én de iconische beelden van de zoo humain én die van de migratie samen te brengen, maak je een link tussen het koloniaal en het postkoloniaal onrecht. Ze staan letterlijk naast elkaar.

Brett, je laat zwarte performers in stilte het lot van hun voorouders uitbeelden in een tentoonstellingscontext. Door de racistische en vernederende representatie van de Ander in de koloniale zoo humain over te doen in een eigenzinnige geësthetiseerde re-enactment met verwijzingen naar de hedendaagse migratie, wil je, Brett, zowel de koloniale als de postkoloniale machtsrelaties bevragen.[21]

Maar ik vraag me af of je ze zomaar naast elkaar kunt plaatsen. Zijn ze van dezelfde orde? Schort hier iets bij de representatie van de migrant/asielzoeker? Is het voldoende om ze naast elkaar te plaatsen als ‘gevonden voorwerpen’ om een deconstructie van machtsmechanismen van vroeger en nu te bereiken?

Ook in jouw artistieke tentoonstellingsmodus is overigens de scheidingslijn tussen normaal en abnormaal, zoals Blanchard ze benoemt, van toepassing. De kijker is de dader. De tentoongestelde is het slachtoffer van de kijkersblik. Volgens de vele reacties creëert dit een groot schuldgevoel bij de kijker. De ‘Ander’ is slachtoffer zonder meer.

Brett, jij sputterde in een interview tegen bij dergelijke al te duidelijke binair-oppositionele demarcaties, jij wil veeleer de kijker in verwarring brengen: ‘And in Exhibit B you’re going one by one through things, so I’m actually creating a journey that’s really embracing and immersive and within that you can be delighted and disturbed, but I’d like you to be disturbed more than anything.’[22] Is de toeschouwer wel degelijk in verwarring gebracht? Of blijft hij duidelijk gepositioneerd in een kijkende schuldpositie?

Onze wandeling gaat verder, maar ik blijf met twee onbeantwoorde vragen zitten. Ten eerste: is het artistiek en maatschappelijk verrijkend de ‘zoo humain’ in te zetten om de kijkers met een éénduidig schuldgevoel op te zadelen? Als dat zo is, dan is deze artistieke strategie gezien de reacties van het publiek, mezelf incluis, bijzonder goed geslaagd. Maar is schuldgevoel een manier om het fenomeen van interculturele identiteitspolitiek te deconstrueren? En wordt hierbij de ‘Ander’ niet opnieuw opgesloten, onmondig gemaakt, deze keer in een gouden kooi als slachtoffer binnen het gerenommeerde Kunstenfestivaldesarts?

De zoo humain als de kritische reproductie ervan is bijzonder tweeslachtig. Antropoloog Karel Arnaut beschrijft de paradoxale tweeslachtigheid als beschermend én tegelijkertijd vernietigend.[23] We kunnen de ‘zoos humains’ in Gent bekijken als een fenomeen dat de illusie creëert van een veilige haven binnen de Wereldtentoonstelling, als een aanzet tot uitwisseling. Dit terwijl die zogezegd ‘authentieke’ manier van leven in Senegal en in de Filipijnen tegelijk beoordeeld wordt als achterhaald, onleefbaar, primitief door het gebruik van een dwingende stereotypering die net een echte ontmoeting in de weg staat.

We lezen dit in de krant Het Nieuws van de Dag van 19 juni 1913. ‘Naast deze forsche, stoere mannen en vrouwen (de Senegalezen) staan de Philippijnsche koppensnellers (in Oud-Vlaanderen!) klein en dik een heel vreemd figuur. Ik kan mijn lezers geruststellen, deze lui hebben de meest karakteristieke van hun gewoonten, voorloopig althans, in rust gesteld; zij zullen uw hoofd rustig laten zitten waar u ’t zelf hebt geplaatst – tenzij een dier aanminnige jonge meisjes u, mijnheer de jongeling, ’t hoofd op hol mocht brengen.’[5]

Ik vraag jullie, mijnheer de Minister en Brett: bepalen machtsverhoudingen, commercie en sensatiezucht nog steeds wat we te zien krijgen? Laten we er ons nog altijd gewillig door inpakken? Brett, kan de ‘Ander’ die in de koloniale zoo humain een passief object was zonder expressie, in de heropvoering van de zoo humain slechts iets uitdrukken doorheen jouw bemiddeling? Blijf je de ‘Ander’ niet als onmondig beschouwen?

En als ik directer mag zijn: is in jouw voorstelling, Brett, het beschermen versus vernietigen subtieler omdat je binnen het kader van het Kunstenfestivaldesarts de illusie van een schijnvrijheid creëert waar met exotische opwinding het slachtofferschap van de ‘Ander’ wordt nagebootst? De ‘Ander’ dient hier als toonbeeld. We maken hem tot object van onze beschouwing en projecteren er onze eigen fantasie op. Wordt de exotische mens in jouw voorstelling, Brett, in een esthetisch en moralistisch kader opgesloten?

Na onze wandeling in Brussel, wandelen we naar mij thuis, en nemen comfortabel plaats in mijn zetel om uw filmpje te bekijken, Mijnheer de Minister. Het filmpje is opgevat als een bundeling van ‘getuigenissen’[25]. De setting is realistisch. Alles lijkt spontaan en transparant. Het begint met de introductie van de ‘acteurs’. Eén voor één stellen ze zich voor: naam, afkomst en het aantal jaar dat ze al in Vlaanderen wonen. Ze zitten aan de keukentafel en vertellen ons ongedwongen hun verhaal. De getuigen snijden verschillende thema’s aan: werk, onderwijs, gezondheid, waarden en normen.

We horen een Vlaming van Russische afkomst verkondigen: ‘Vlamingen zijn als cactussen, stekelig van buiten en zacht van binnen.’ Of nog: ‘In Vlaanderen komt taal op de eerste plaats’ zegt ons een Vlaamse mevrouw van Turkse afkomst op een ernstige toon. ‘In Vlaanderen kom je afspraken na, in Vlaanderen kom je op tijd’, waarschuwt de dame van Marokkaanse afkomst. En verder nog: ‘Het is hier de normaalste zaak dat mannen met mannen en vrouwen met vrouwen trouwen en Vlamingen hebben de gewoonte vroeg op te staan en respect te hebben voor hun baas en op tijd te komen’.

Uw kortfilm lokte uiteenlopende reacties uit. Vooral Vlamingen van Noord-Afrikaanse afkomst voelden zich onheus behandeld. Ico Maly, onderzoeker en coördinator van KifKif, de organisatie tegen racisme, wijst erop dat uw film en bijhorende brochure, stereotyperend zijn voor alle gemeenschappen in België. Ze gaan teveel uit van een Vlaanderen als cultureel homogene entiteit[26]. En inderdaad als je om je heen kijkt is er geen sprake van een homogene cultuur of van waarden en normen die door iedereen gedeeld worden. Hoewel Ico en ikzelf hier geboren en getogen zijn en even Vlaams zijn als u mijnheer de Minister, zal ook u erkennen dat onze waarden en normen anders zijn.

Sommigen zagen er de impliciete boodschap in dat de cultuur van de ‘Ander’ onleefbaar en achterhaald is. U reageerde furieus en noemde de reacties ‘infantiel’ en ‘ridiculiserend’. Ik moet toegeven, ik heb inderdaad vele reacties die connotatie waardig gelezen. Ook benadrukte u dat de brochure niet door uzelf is opgesteld, maar door experts en wetenschappers van onder meer de Koning Boudewijnstichting en het Leuvense onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA)[27].

Mag ik er u aan herinneren dat ook de impresario’s en organisatoren van de zoos humains een beroep deden op welwillende wetenschappers om de authenticiteit en objectiviteitswaarde van hun ‘product’ aan te prijzen? U verklaarde verder: ‘Ik ben het ermee eens dat over bepaalde zinnetjes kan worden gediscussieerd. Over de grondtoon echter niet’.[28]

Maar laten we Blanchards functies van de regie van een zoo humain toepassen op het filmpje:

  1. de Ander wordt getoond, in dit geval migranten van diverse origine;
  2. het verschil wordt duidelijk gemaakt: de geïntegreerde nieuwkomer geeft tips aan de niet geïntegreerde om net als hem te worden;
  3. er wordt een onzichtbare grens getrokken tussen beschaafd en niet beschaafd.

Door te benadrukken dat Vlamingen ‘op tijd komen’ of ‘hun afspraken nakomen’ veroordelen we de vreemde cultuur stilzwijgend als slabakkend en onbetrouwbaar. Dat stilzwijgend veroordelen doet denken aan een bericht over het Senegalese dorp in ‘De Vooruit’ van 2 juni 1913: ‘Er moet ook gezegd worden dat de familiën daar gerust naartoe mogen gaan want de tucht en de reinheid van het dorp en der inwoners wordt door iedereen opgemerkt. Men mag er dus gerust naar toe gaan met de kinderen voor dewelke het ook een leerrijk bezoek is.’[29]

Toch moeten uw criticasters toegeven dat in uw Starterspakket sporen van humanisme te vinden zijn. Dat stelt me gerust. Al wekt u de suggestie dat dit Vlaamse uitvindingen zijn. U en ik weten beter. Problematischer wordt het als de Vlaamse realiteit door een al te rooskleurige bril bekeken wordt. De trieste werkelijkheid van sociaaleconomische uitsluiting, racisme en vernedering van migranten wordt netjes onder de mat geveegd. Dat er in die domeinen dringend structurele maatregelen moeten worden getroffen, zal ook u niet ontkennen.

Is dit verzwijgen in uw filmpje niet misleidend voor onze nieuwkomer die u zo graag wil informeren? In plaats daarvan spreken de acteurs gemakshalve in stereotypen om, net als in de zoo humain, te vermijden dat de kijker elk aspect van de realiteit moet beschouwen. Maar zou het kunnen mijnheer de Minister dat u ons dan wel de illusie van rust geeft in een complexer wordende wereld, maar daardoor net passende actie en beleid verhindert?

Hier eindigen onze wandelingen, beste heren. Een voorlopige conclusie dringt zich op. Hierin wil ik verduidelijken waarom ik jullie graag als experten wou uitnodigen voor de waarheidscommissie. Hoe verscheiden jullie werk ook mag zijn, jullie producties ontfermen zich over de interculturele beeldvorming, stereotypering en integratie en bestaan daarbij uit getuigenissen gebracht door de migrant, de ‘Ander’. Beiden streven naar een eerlijke representatie van de Ander. De ene productie is educatief, de andere artistiek.

En toch maken ze beide de zoos humains performatief: zowel het filmpje als de performance etaleren de Ander met als doel over die Ander te communiceren. Daar is op zich niets mis mee. Net als het gebruik van stereotypen in je artistiek of educatief werk, hoort dit toe aan de artistieke/creatieve vrijheid van de ma(a)k(st)er. Toch stel ik mij hierbij de volgende vraag: Is hier sprake van een hedendaagse vorm van de zoos humains of vormen het filmpje en de voorstelling net een kritiek daarop?

Ik neig te geloven dat jullie werk een kritiek is, die zo geconstrueerd is dat de ‘Ander’ wordt tentoongesteld met als doel hem/haar te koesteren, maar dat ze wellicht ongewild eveneens destructief is. Jij, Brett, stopt de ‘Ander’ in een stemloze slachtofferrol. Bij u, mijnheer de Minister, wordt uw romantisch ideaal van de homogene Vlaamse identiteit op ‘uw’ acteurs geprojecteerd. Maar is algehele ‘sameness’ wel zo een verkiesbaar concept?[30]

Gelijkwaardigheid in verschil is nog altijd iets anders dan een alles zaligmakend eenheidsdiscours. Hierbij maakt u uzelf volgens uw criticasters indirect schuldig aan stigmatisering van de ‘oorspronkelijke’ identiteit van de getuigen om ze in een discours van eenheid te wringen en staat u aldus een ware ontmoeting, uitwisseling of integratie in de weg.

Het is eigenaardig dat men sinds het eind van vorige eeuw over het fenomeen van de zoos humains spreekt, maar het nooit erkent als een mechanisme waarin de representatie van de ‘Ander’ werkzaam is. Ik noem dit een genre, dat essentieel tweeslachtig is, namelijk ‘het zooïsme’. Indien het integratie- en migratiebeleid mislukt is, zoals Jozef De Witte in het begin van deze brief stelt, vraag ik me af of het zooïsme in de politiek en de kunsten misschien een koloniale erfenis is die aan de basis ligt van de jarenlange bedroevende integratie- en inburgeringspolitiek in Vlaanderen en in België.

Graag wil ik jullie daarom uitnodigen, mijnheer de Minister, en jij, Brett, om in het kader van de waarheidscommissie verder te reflecteren over het zooisme. Deze commissie zal trachten om de complexiteit van de zoos humains van honderd jaar geleden in Gent te ontrafelen en vooral lessen te trekken uit onze vroegere representatie van de ‘Ander’. Ik hoop dat het dankzij onze wandelingen duidelijk is geworden hoe belangrijk jullie aanwezigheid is in de waarheidscommissie.

Jullie getuigenis en deze van jullie geregisseerde acteurs kunnen immers een belangrijke bijdrage leveren aan het blootleggen van de ondergesneeuwde en moderne vormen van het tentoonstellen van ‘exoten’ en onze al of niet geëvolueerde blik op de inboorling en immigrant.

Met de meeste hoogachting,

Chokri Ben Chikha

Deze open brief verscheen reeds eerder in het boek  ‘Gent 1913. Op het breukvlak van de moderniteit’. Van woensdag 18 tot zaterdag 21 september kan u Brett Bailey’s performance Exhibit B bekijken in de Vooruit.

Voetnoten

  • [1]Maarten Soete (Vooruit), Marnix Rummens (dramaturg), <br>Maria De Waele (STAM), Luc Baeckeland (De Centrale), <br>Herwig Onghena (les ballets C de la B), Luc Dewaele (De <br>Vooruit), Brigitte Mys (AZH), Jos Lootens (De Centrale), <br>Sjoerd Paridaen (KASK), Erwin Jans (dramaturg/<br>Toneelhuis), Evelien Jonckheere (kunsthistorica/UGent), <br>Ilse Mariën (AZH), Koen Augustijnen (les ballets C de la <br>B), An Van Dienderen (KASK), Chokri Ben Chikha (KASK, <br>AZH), Ben Benaouisse (performer, beeldend kunstenaar), <br>Karel Arnaut (Max Planck Instituut voor de Studie van <br>Religieuze en Etnische Diversiteit, Göttingen), Marijke Pinoy <br>(actrice, theatermaker), Mourade Zeguendi (acteur), Femke <br>Vandenbosch (Museum voor Schone Kunsten), Zouzou <br>Ben Chikha (AZH), Annelies Verdoolaege (onderzoekster <br>Afrikanistiek UGent), Klaas Tindemans (Rits), Katleen <br>Vinck (scenografe), Christel Stalpaert (theaterwetenschappen/UGent), Sophie Doutreligne (AZH), Herwig Deweerdt <br>(KASK), Lieven Decaluwé (Stad Gent), Yemi Oduwale <br>(acteur), Maithé Franco (studente docu KASK), Didier <br>Volckaert (filmmaker), Kalifa Diaby (voorzitter Senegal <br>Batamba), Johan Braeckman (moraalfilosoof, UGent), Bregt <br>Van Wijnendaele (AZH). www.dewaarheidscommissie.be
  • [2]‘Integratiebeleid is mislukt’ http://www.demorgen.be/dm/nl/989/Binnenland/article/detail/1576679/2013/02/09/JozefDe-Witte-Integratiebeleid-is-mislukt.dhtml, geraadpleegd op 15 februari 2013.
  • [3]‘EXHIBIT B – Paradis Perdu’, http://www.thirdworldbunfight.co.za/productions/exhibit-b.html, geraadpleegd op 1 februari 2013.
  • [4]Exhibit A was vooral gefocust op de Duitse kolonisatie. In Exhibit B komt de focus te liggen op de Belgische en Franse kolonisatie. Exhibit C, tenslotte, zal zich in 2014 toespitsen op de Portugese en Britse kolonisatie in Afrika. ‘I’d like you to be disturbed’, http://www.exberliner.com/articles/interview%3Abrett-bailey/, geraadpleegd op 10 februari 2013.
  • [5]Zie de bijdrage van Evelien Jonckheere in deze publicatie.
  • [6]Annelies Delanote en Renilde Seyssens, ‘Instructie, spektakel, en interactie’, De Exotische mens: Andere culturen als amusement, Patrick Allegaert en Bert Sliggers eds. Tielt,2009: 136.
  • [7]Delanote en Seyssens 2009 (zie noot 6).
  • [8]Zie de bijdrage van Evelien Jonckheere in deze publicatie.
  • [9]Delanote en Seyssens 2009 (zie noot 6): 131.
  • [10]Cyriel Buysse, ‘Zomerleven’, Bussum, 1915: 197
  • [11]Nicolas Bancel, Pascal Blanchard, Gilles Boëtsch, Éric Deroo et Sandrine Lemaire, eds., Zoos humains. De la vénus hottentote aux reality shows, Parijs, 2002
  • [12]Pascal Blanchard, ‘Les zoos humains aujourd’hui?’, Zoos Humains. Au temps des exhibitions humaines, Nicolas Bancel, Pascal Blanchard en Gilles Boëtsch eds., Parijs, 2004: 418-420.
  • [13]Blanchard 2004 (zie noot 12).<br>
  • [14]Christel Stalpaert, Katharina Pewny, Jeroen Coppens en David Depestel, eds., Unfolding Spectatorship. Re-Evaluating the Spectator’s Corporeal Engagement (forthcoming, Academia Press, 2013)
  • [15]Karel Arnaut, ‘De menselijke zoo na Abu Graib’, De Exotische <br>mens: Andere culturen als amusement, Patrick Allegaert <br>enBert Sliggers eds., Tielt,2009: 160.
  • [16]In Gent was er dan wel contact tijdens speciaal georganiseerde bals, maar het herbekijken van de rigide rolverdeling tussen primitieve exoot en welstellende burger stond natuurlijk buiten elke kwestie. Evelien Jonckheere, Kijklust en sensatiezucht: een geschiedenis van revue en variété, Antwerpen, 2009; Delanote en Seyssens 2009 (zie noot 6): 136
  • [17]‘Exhibit B (KFDA)’, http://mad.lesoir.be/scenes/38335-exhibit-b-kfda-/, geraadpleegd op 31 januari 2013
  • [18]‘Exhibit B’, http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=HJ3PRA8D, geraadpleegd op 15 januari 2013
  • [19]9 ‘Black ‘Human Zoo’ Fury Greets Berlin Art Show’, http://www.bloomberg.com/news/2012-10-03/black-human-zoofury-greets-berlin-art-show.html, 28 januari 2013.
  • [20]‘Black “Human Zoo” Fury’, 2013 (zie noot 19)
  • [21]‘EXHIBIT B – Paradis Perdu’, http://www.thirdworldbunfight.co.za/productions/exhibit-a-b-and-c.html, 2 februari <br>2013.
  • [22]I’d like you to be disturbed’, http://www.exberliner.com/<br>articles/interview%3Abrett-bailey/, geraadpleegd op <br>10 februari 2013.
  • [23]Arnaut 2009 (zie noot 15): 158
  • [24]Zie de bijdrage van Evelien Jonckheere in deze publicatie.
  • [25]De film begint met de introductie van de ‘acteurs’. Eén voor één stellen ze zich voor: naam, afkomst en het aantal jaren ze al in Vlaanderen wonen. Ze vertellen ons ‘ongedwongen’ hun verhaal.
  • [26]‘Niet alleen Marokkanen hebben redenen om boos te zijn, ook Belgen en Vlamingen in het bijzonder hebben redenen te over. De startersbrochure draagt immers een ongelooflijk stereotiep beeld van Vlaanderen uit naar de wereld. Uit de brochure en de film kunnen we enkel maar afleiden dat Bourgeois geen enkel idee heeft van hoe het Vlaanderen anno 2012 er in de realiteit uit ziet.’ …<br>‘Vlaanderen is helemaal geen homogene natie. Iedereen die even de moeite doet om rond zich te kijken weet dat er geen sprake is van een homogene cultuur of homogene waarden en normen die door iedereen gedeeld wordt. Hoewel ik hier geboren en getogen ben en dus even Vlaams ben als Bourgeois, denk ik dat ook hij zal erkennen dat onze waarden en normen niet dezelfde zijn.’ ‘Vlaanderen in beeld’, http://www.kifkif.be/actua/vlaanderen-in-beeld, geraadpleegd op 17 december 2012
  • [27]‘Reactie sommige media op starterspakket ‘infantiel’ en <br>‘ridiculiserend’, http://www.knack.be/nieuws/belgie/bourgeois-reactie-sommige-media-op-starterspakket-infantiel-en-ridiculiserend/article-4000097162568.htm, geraadpleegd op 1 februari 2012
  • [28]Reactie sommige media op starterspakket’, 2012 (zie noot 27).
  • [29]Zie de bijdrage van Evelien Jonckheere in deze publicatie
  • [30]Inspirerend hier is volgend citaat van Irigaray: ‘the destruction of sumbitting to sameness (…) Sameness occupies my flesh, demarcates and subdivides my place, lays siege to and sets camp to my horizon – making it uninhabitable for me’. Luce Irigaray, An Ethics of Sexual Difference, transl. Carolyn Byrke and Gillian C. Gill, Londen, 1993: 191.

take down
the paywall
steun ons nu!