20 jaar na de Oslo-akkoorden, die naar men zei tot vrede en een Palestijnse staat zouden leiden, hebben de Israëlische nederzettingen een enorm effect op de levensomstandigheden van de Palestijnen. Meer dan twee derde van de Palestijnse gewonden op de Westelijke Jordaanoever zijn gelinkt aan geweld vanuit de nederzettingen. Kolonisten vernielen olijfbomen van Palestijnse landbouwers, ontzeggen hen de toegang tot water en om hun land te bewerken.
Door de vele beperkingen van de bewegingsvrijheid raken Palestijnse werknemers moeilijk op hun werk. De slechte economische situatie, armoede en werkloosheid en het gebrek aan alternatieven zetten Palestijnse werknemers ook aan om werk te zoeken in Israël of in de nederzettingen. Hun arbeidsrechten worden er vaak geschonden.
Palestijnen hebben geen keuze
Alhoewel de Palestijnse Autoriteit het werken in Israël of in de nederzettingen wil ontmoedigen, is er voor veel Palestijnen vaak geen andere keuze. Het gaat om ongeveer 83.300 werknemers. In maart 2012 werden 34.250 werkvergunningen toegekend aan Palestijnen van de Westelijke Jordaanoever om in Israël te gaan werken.
Deze werknemers zijn onderhevig aan strenge voorwaarden en quota. 22.955 vergunningen werden toegekend om in de nederzettingen te werken, waar de voorwaarden minder streng zijn. Daarnaast wordt er geschat dat er nog ongeveer 26.000 Palestijnen zonder vergunning werken, waaronder ook een deel in de nederzettingen.
De Palestijnse arbeidswetgeving is niet van toepassing op de volledig door Israël geocntroleerde zone C van de Westelijke Jordaanoever waar de nederzettingen zich bevinden. Israëlische werkgevers passen vaak de Jordaanse wetgeving uit 1967 toe. Deze wetgeving voorziet echter zeer weinig sociale bescherming voor de werknemers (geen minimumloon, geen ontslagvergoeding).
Het Israëlische Hooggerechtshof oordeelde in 2007 dat de Israëlische arbeidswetgeving ook van toepassing was voor contracten met Palestijnse werknemers maar liet de mogelijkheid om hiervan af te wijken. Hierdoor is er nog steeds een juridisch vacuüm.??Maar het is echter nog veel moeilijker voor de Palestijnse werknemers om hun rechten af te dwingen.
Minder dan het minimumloon
Tot op de dag van vandaag verdienen de Palestijnen veel minder dan het minimumloon. Meestal verdienen ze ongeveer de helft en landarbeiders in de Jordaanvallei verdienen nog minder. Recht op vakantie, ziekteverlof, overuren en vakantiegeld wordt hen meestal ontzegd. Een loonstrook is voor veel Palestijnen die in nederzettingen werken iets onbekend. Zo wordt het bewijsmateriaal tot een minimum beperkt.
Valse rapportering van het aantal gewerkte uren is eveneens een vaak voorkomend probleem. Israëlische werkgevers doen vaak een beroep op Palestijnse tussenpersonen en koppelbazen. Zo weten de arbeiders niet eens voor wie ze echt werken. Vrouwelijke werknemers zijn nog vaker het slachtoffer van tussenpersonen: aftrek van loon, seksuele intimidatie, extra kosten … ??
Zeer weinig Palestijnen durven hun rechten op te eisen uit angst voor ontslag en represailles. In de Jordaanvallei worden ook kindarbeiders ingezet.?Een recent onderzoek gepubliceerd in 2013 uitgevoerd door de Arab World for Research and Development (AWRAD) in opdracht van de Palestinian General Federation of Trade Unions (PGFTU, partner van fos en De Algemene Centrale-ABVV) voerde een enquête bij Palestijnse arbeiders en arbeidsters in de nederzettingen. ?
De ondervraagden geven het volgende aan:??
- 65 procent geeft aan te worden blootgesteld aan giftige stoffen die van invloed zijn hun gezondheid;?
- slechts 11 procent zegt dat ze werkzekerheid hebben;?
- 8% heeft een schriftelijke overeenkomst;
- 77% is is aangeworven op dagbasis;?
- 50 procent heeft geen ziekteverzekering;?
- commissies aan tussenpersonen om een licentie te verkrijgen en te behouden kan oplopen tot 70 procent van de salarissen.??
fos en de Algemene Centrale-ABVV blijven PGFTU ondersteunen in hun werk om betere arbeidsomstandigheden af te dwingen voor de vele Palestijnen die werken in Israël of in de nederzettingen.
Bron: International Labour Office?Auteur: Koen Vanbrabandt ?Contact: ali.selvi@fos-socsol.be