e affiche time to go

Time to go! 5 redenen voor de verwijdering van Amerikaanse kernwapens uit Kleine Brogel

vrijdag 13 september 2013 18:27
Spread the love

Kernwapens op Belgische bodem: vijf goede redenen om ze weg te halen

Sinds 50 jaar bevinden zich kernwapens van Amerikaanse makelij op Belgische bodem. Vandaag  zijn er nog altijd zo’n 10 tot 20 B61’s (tactische kernwapens) ondergebracht op de militaire basis van Kleine-Brogel (Peer). Tactische kernwapens hebben een beperkter bereik en een kleinere vernietigingskracht van strategische kernwapens. Maar het zijn hoe dan ook massavernietigingswapens die zonder onderscheid in één klap honderdduizenden mensenlevens kunnen kosten. En die aan de aarde ongekende en onomkeerbare schade kunnen toebrengen.

De Amerikaanse kernwapens werden in de “gastlanden” geplaatst middenin de Koude Oorlog. Maar welk nut hebben deze wapens nu nog? En waarom zouden ze hier moeten blijven staan? Hieronder vind je alvast vijf argumenten om ze – liefst zo snel mogelijk – weg te halen.

1) Onveiligheid

Kernwapens maken van de wereld allesbehalve een veiligere plek. De blijvende aanwezigheid ervan houdt een risico in op verspreiding naar andere staten, maar ook naar niet-staatsactoren zoals verzetsgroepen of terroristen. Daarnaast bestaat het risico op ongelukken, mogelijk niet-geautoriseerd gebruik of geautoriseerd gebruik na vals alarm.

Hoe meer de kernwapenstaten vasthouden aan het bezit van kernwapens, hoe meer andere staten en niet-staatsactoren dat ook willen, zo werkt de logica. Het aantal kernwapenstaten blijft op die manier toenemen. Een land als Iran stelt vast dat de Verenigde Staten de zogenaamde ‘schurkenstaten’ die over kernwapens beschikken niet aanvallen (zoals Noord-Korea), terwijl de landen die geen kernwapens bezitten wel worden aangevallen (Afghanistan, Irak, Libië). Iran voelt zich erg bedreigd door de Amerikaanse geopolitiek, gezien de grote hoeveelheid militaire bases rond dat land. Het is dan ook weinig verbazend dat Iran ook een kernwapenstaat zou willen worden, met alle gevolgen van dien voor stabiliteit in de regio.

De VS en Rusland hebben al heel wat inspanningen geleverd om hun arsenalen te reduceren. Momenteel zitten gesprekken over de verdere reductie echter muurvast. De (eventueel unilaterale) terugtrekking van de naar schatting 200 tactische Amerikaanse kernwapens uit de vijf Europese gastlanden (België, Nederland, Italië, Duitsland en Turkije) kan de nodige Russische goodwill creëren om het Russische tactische kernwapenarsenaal af te bouwen. Dat vertegenwoordigt, naargelang de bron, 2500 tot 5000 exemplaren. Al in 2010 verklaarden zowel Konstantin Kosatsjov, voorzitter van de Russische parlementscommissie Buitenlandse Zaken, en Nikolai Makarov, toenmalig stafchef van de Russische strijdkrachten, dat de terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens uit Europa een voorwaarde is voor het opstarten van onderhandelingen over de afbouw van tactische kernwapens. De terugtrekking van de Amerikaanse kernwapens uit Europa kan de Amerikaans-Russische onderhandelingen over de afbouw van hun tactische kernwapenarsenalen nieuw leven inblazen. Deze wapens vallen immers voorlopig buiten de bestaande verdragen.

De hypothese van ongelukken is niet denkbeeldig. Voorbeelden zijn namelijk talrijk. Zo zonk in 2000 de gloednieuwe Russische nucleaire onderzeeër ‘Koersk’, terwijl er in 2012 een brand woedde op een andere Russische onderzeeër. In de Verenigde Staten werd in 2006 Amerikaans nucleair materiaal naar een verkeerde bestemming verzonden. In 2007 was er een niet-geautoriseerd luchttransport van nucleaire kruisraketten over Amerikaans grondgebied. In 2008 woedde er een brand in een Amerikaanse raketsilo. In 2009 kwamen Britse en Franse nucleaire onderzeeërs met elkaar in botsing. Daarnaast bestaat het gevaar op de effectieve, al dan niet geautoriseerde inzet van kernwapens. Eind augustus 1991 was de Russische president Gorbatsjov na een staatsgreep enkele dagen afgezonderd van de buitenwereld. De controle over het Russische kernwapenarsenaal kwam daardoor tijdelijk in handen van de coupplegers. Tientallen jaren na de Cuba-crisis van 1962 zei de toenmalige Amerikaanse defensieminister Robert McNamara in “The Fog of War: Eleven Lessons from the Life of Robert S. McNamara” (2003), de documentaire van Errol Morris, dat hij niet op de hoogte was van de delegering van de verantwoordelijkheid over de inzet van Russische kernwapens door Chroesjtsjov aan Castro, die op zijn beurt deze verantwoordelijkheid had uitbesteed aan de stafchef van het Cubaanse leger. Terwijl Kennedy en Chroesjtsjov onderhandelden over de Russische kernraketten op Cuba, bombardeerde een Amerikaans gevechtsvliegtuig een Russische onderzeeër, bewapend met kernkoppen. De bemanning, die dacht dat de oorlog begonnen was, overwoog de inzet van hun kernwapens. Een nucleaire kettingreactie zou het gevolg geweest zijn. McNamara gaf toe dat een kernoorlog niet veraf was geweest: “Het feit dat er geen nucleaire oorlog is uitgebroken is puur geluk geweest. Wij zijn er heel dichtbij gekomen. Met rationele individuen nochtans: Kennedy was rationeel. Chroesjtsjov was rationeel. Castro was rationeel. Die rationele mensen stonden op het punt om hun eigen samenlevingen te vernietigen. En dat gevaar bestaat ook vandaag nog.”

Ook nucleair terrorisme vormt een blijvende uitdaging. Het Pakistaanse regime heeft voortdurend te kampen met politieke en militaire instabiliteit. Het is niet denkbeeldig dat lokale of regionale terroristische groeperingen bij een mogelijke ineenstorting van dat regime de controle over het Pakistaanse kernwapenarsenaal overnemen. De  interesse van terroristen in kernwapens is een realiteit. Zo werden in 2001 op het nippertje plannen verijdeld van de Tunesische terrorist Nizar Trabelsi voor een aanslag op de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel. De gebrekkige beveiliging van deze basis werd in 2010 aangetoond toen vredesactivisten er tijdens een Bomspottingactie van Vredesactie over het hek klommen en meer dan een uur op de basis rondwandelden, zonder ook maar één soldaat tegen te komen. Ze slaagden er bovendien in door te dringen tot de ingang van één van de silo’s waar de B-61 kernwapens opgeslagen liggen en hier beelden van te maken.

2) Humanitaire impact

Kernwapens hebben een enorme vernietigende kracht. De grootste conventionele (niet-nucleaire) wapens hebben een vernietigingskracht van maximum 10 ton TNT. Ter vergelijking: de bom op Hiroshima had een vernietigingskracht van 14.000 ton (14 kiloton) TNT. De gemiddelde kernkop op een moderne Amerikaanse onderzeeër heeft maar liefst een kracht van 475.000 ton. Dit terwijl elke onderzeeër beschikt over 24 raketten met op elke raket 8 kernkoppen. Elke onderzeeër heeft zo een vernietigingskracht van 91.200.000 ton TNT, de kracht van 6.500 Hiroshima-bommen.

De hitte die vrijkwam bij de explosie in Hiroshima (meer dan een miljoen graden), was zo enorm dat zelfs de lucht in brand schoot. 70.000 inwoners werden in een fractie van een seconde verpulverd, verast of dood gestraald. Nog eens 195.000 anderen bleven zwaar gekwetst achter met brandwonden, open breuken of kankerverwekkende stralingsziekten, of overleden binnen het half jaar.

Een kernwapenoorlog zou bovendien leiden tot een gigantische ontwrichting van het klimaat. Miljoenen tonnen rook in de stratosfeer zouden het zonlicht voor jaren afschermen, wat zou leiden tot een enorme daling van de temperatuur, mislukte oogsten en massale sterfte. Wetenschappers waarschuwen voor een ‘nucleaire winter’, waarbij een mondiale temperatuursdaling van tien tot veertig graden het leven op aarde onmogelijk zou maken. De effectieve inzet van de naar schatting 200 Amerikaanse kernwapens in Europa zou volstaan om zo’n nucleaire winter te veroorzaken.

3) Kosten modernisering

De Amerikaanse overheid plant de komende jaren de modernisering van het bestaande B-61- kernwapenarsenaal. Dit zogenaamde ‘Life Extension Program’ (LEP) heeft zowel betrekking op de kernwapens zelf als op hun dragers. Het gaat hier om de omschakeling van vier bestaande B-61-types (de B61-3, B61-4, B61-7 en B61-10) tot één nieuw type, de B61-12. De kost hiervan wordt vandaag officieel geschat op acht miljard dollar, hoewel andere schattingen het hebben over 10 miljard dollar. Een recent jaarrapport van het Center for Arms Control and Non-Proliferation heeft het bovendien over een bijkomende, officieel nog niet verrekende, kost van 800 miljoen tot 1,2 miljard dollar. Bedoeling is om in 2016 te beginnen met het moderniseringsprogramma, opdat in 2019 de eerste B61-12 bom afgeleverd kan worden.

Deze geplande modernisering brengt ook voor ons land hoge kosten met zich mee. Belgische piloten worden opgeleid om, indien gewenst, de tien tot twintig B-61 kernwapens die zich in Kleine Brogel bevinden ook effectief in te zetten. De Belgische F16’s zijn echter niet geschikt om de gemoderniseerde B-61 kernwapens te dragen, waardoor de aankoop van nieuwe F35 Joint Strike Fighter zich opdringt. Ramingen van de kostprijs van één F35 lopen op tot 150 miljoen euro per stuk. Een rapport van de Carnegie Endowment for International Peace uit 2012 schat de meerkost van het uitrusten van een F35 met een ‘nuclear delivery capability’ bovendien op vijf tot tien miljoen dollar. Kosten die wellicht door de Belgische schatkist gedragen moeten worden.

4) Schending van het internationaal (humanitair) recht

Het Internationaal Gerechtshof stelde al in 1996 in een advies dat ‘het dreigen met of het gebruiken van kernwapens in het algemeen in strijd is met de internationale rechtsregels die gelden bij gewapend conflict, en in het bijzonder met de principes en regels van het internationaal humanitair recht’. Zo stelt het aanvullend protocol bij de Verdragen van Genève uit 1977 dat bij de inzet van wapens een duidelijk onderscheid gemaakt moet worden tussen burgers en militairen. Kernwapens doen dit, als gevolg van hun enorme vernietigingskracht, per definitie niet. Ze vormen bovendien een bedreiging voor het basisprincipe van proportionaliteit, terwijl ze ook het recht op humanitaire en geneeskundige zorg tijdens een gewapend conflict ondermijnen. Bij een kernaanval kunnen artsen immers onmogelijk ter plaatse komen en hun werk uitoefenen. Het is daarnaast merkwaardig dat de inzet van chemische of biologische wapens gezien wordt als oorlogsmisdaad en door een internationale conventie verboden is, terwijl kernwapens (die veel vernietigendere effecten hebben) niet verboden zijn.

Dit terwijl al in 1968 het Non-proliferatieverdrag (NPV) werd afgesloten, dat in 1970 van kracht werd. Dit verdrag maakt een onderscheid tussen landen die kernwapens ‘mogen’ bezitten (de zogenaamde vijf ‘kernwapenstaten’: de VS, Rusland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en China) en landen die in ruil voor het afzien van kernwapens hulp bij de uitbouw van civiele nucleaire installaties beloofd werd. In het verdrag is ook de belofte van de kernwapenstaten opgenomen om hun kernwapenarsenalen af te bouwen en op termijn te elimineren. Hoewel het NPV zeker zijn verdienste heeft, zijn er na drieënveertig jaar nog steeds zo’n 17.000 kernwapens in de wereld, spenderen de vijf kernwapenstaten jaarlijks 100 miljard dollar aan de modernisering van hun kernwapenarsenaal, en ontbreekt een concrete deadline voor de volledige afbouw van kernwapens. De blijvende aanwezigheid van Amerikaanse kernwapens in Europa wordt door verschillende specialisten bovendien gezien als een indirecte schending van de verdragsbepaling die het aan kernwapenstaten verbiedt niet-kernwapenstaten aan nucleaire technologie te helpen. Sinds de jaren 1990 gaan er dan ook steeds meer stemmen op voor de creatie van een ‘kernwapenconventie’. Dit moet, naar analogie met de Biologische Wapenconventie (1972) en de Chemische Wapenconventie (1993), leiden tot een bindend verdrag dat kernwapens verbiedt. Anno 2013 steunen 146 landen de opstelling van zo’n kernwapenverdrag. 26 landen, waaronder België, verzetten zich hier echter expliciet tegen. Dit terwijl een opiniepeiling uit 2007 van het Vlaams Vredesinstituut aantoont dat 72 percent van de bevolking voorstander is van de verwijdering van kernwapens. De organisaties achter Time to go! maken deel uit van de International Campaign to Abolish Nuclear Weapons (ICAN), een mondiale coalitie van meer dan 270  middenveldorganisaties die ijvert voor een bindend internationaal verdrag dat kernwapens verbiedt.

5) Bilaterale aangelegenheid

De Amerikaanse B61-kernwapens zijn in België gestationeerd op basis van een bilateraal akkoord tussen de VS en België. De Belgische regering heeft echter duidelijk gemaakt dat ze de voorkeur geeft aan een multilateraal akkoord in het kader van de NAVO. Dit is een politieke voorkeur, geen juridische verplichting. Rusland heeft na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie al haar kernraketten terug op eigen bodem gebracht. Niets weerhoudt de VS ervan hetzelfde te doen. De Amerikaanse kernwapens in Europa zijn een relict uit de Koude Oorlog die anno 2013 geen enkel militair nut meer hebben. Generaal James Cartwright stelde in 2010 in zijn positie van vice-voorzitter van de Joint Chiefs of Staff van het Amerikaanse leger dat deze wapens geen enkele militaire functie vervullen die niet reeds ingevuld worden door andere militaire middelen. De toenmalige Duitse Minister van Buitenlandse Zaken Steinmeier had het in 2009 over wapens die ‘vandaag totaal zinloos zijn’.

President Obama sprak in 2009 in Praag de volgende woorden: “Als we geloven dat de verspreiding van kernwapens onvermijdbaar is, geven we feitelijk toe aan onszelf dat het gebruik ervan eveneens onvermijdbaar is. Vandaag wil ik dan ook luid en duidelijk, en vol overtuiging, de Amerikaanse toewijding uitdrukken in de zoektocht naar vrede en veiligheid en een wereld zonder kernwapens”. In juni 2013 herhaalde Obama die stelling bij zijn bezoek aan Berlijn. De regering-Obama wacht op een signaal van de Europese bondgenoten. Hans Kristensen, een vooraanstaande expert van de Federation of American Scientists, stelde in 2009 dat “de Verenigde Staten de wapens morgen al zouden weghalen, als het alleen van hun eigen beslissing afhing”. De Verenigde Staten zouden niet tegenstribbelen als één van de Europese gastlanden expliciet de terugtrekking van de B61-kernwapens zou eisen, maar zij laten het initiatief aan de Europeanen. België kan dus een voortrekkersrol spelen en beslissen dat de kernwapens weg moeten, als eerste stap in een wijdere Europese en mondiale ontwapeningsdynamiek.

BRONNEN

http://armscontrolcenter.org/publications/factsheets/fact_sheet_b61_life_extension_program/

http://nuclearweaponsfree.org/wp-content/uploads/2013/03/BombFlyer2.pdf

http://armscontrolcenter.org/assets/pdfs/B61WorkingPaper.pdf

http://carnegieendowment.org/files/beyond_chicago_summit.pdf

http://www.nonukes.nl/faq

U.S. tactical nuclear weapons: a European perspective (Tom Sauer, 2010)

US Tactical Nuclear Weapons in Europe after NATO’s Lisbon Summit: Why their Withdrawal is Desirable and Feasible (Tom Sauer, Bob van der Zwaan, 2012)

Naar een verbod op nucleaire wapens? (Tom Sauer, tekst voor Rode Kruis Vlaanderen)

Non-Strategic Nuclear Weapons (Hans M. Kristensen, mei 2012, FAS)

take down
the paywall
steun ons nu!