Bospatrimonium in Vlaanderen
Vlaanderen telde volgens een studie die in 2011 door Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur Joke Schauvliege (CD&V) werd besteld 177.252 hectare bos, waarvan 63.000 hectare ‘zonevreemd’ is. Dit betekent dat dit deel van het bospatrimonium volgens het Ruimtelijke Structuurplan Vlaanderen in een woon-, industrie- of agrarisch gebied ligt. In een artikel in de Standaard van 13 september kondigt minster Schauvliege opnieuw het langverwachte beleidsplan aan, waarbij ze er meteen ook bij vermeldt dat “het overleg nog moeilijk belooft te worden”.
Minister Schauvliege kan immers het bosbehoud niet verzekeren zonder de bossen als groengebied in te kleuren op het Ruimtelijk Structuurplan. Ruimtelijke Ordening is echter de bevoegdheid van haar Vlaams collega-minister Philippe Muyters (N-VA).
Ondanks de vele goede voornemens van de bevoegde ministers blijft het bospatrimonium met grote regelmaat tegen de vlakte gaan. Meer dan 200 hectare – 400 voetbalvelden – worden elk jaar legaal vernietigd.
Van de 63.000 hectare ‘zonevreemd’ bos wordt 20.811 hectare beschouwd als ecologisch zeer waardevol, kwetsbaar en mogelijk bedreigd door kap. Ook de 4.065 hectare die als Ferrarisbos staat omschreven, wordt daarbij gerekend. Het bos aan de Fotografielaan in Wilrijk was een zogenaamd Ferrarisbos.
Deze term verwijst naar de kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, die dateert van eind 18de eeuw. De Oostenrijkse graaf de Ferraris (1726-1814) maakte als artilleriegeneraal een gedetailleerde kaart op van onze provincies, voornamelijk vanuit militaire beweegredenen. Ferrarisbossen zijn dus bossen die reeds op de kaart van deze graaf terug te vinden zijn.
Doordat deze Ferrarisbossen al eeuwen bestaan, hebben zich daar uiterst waardevolle ecosystemen kunnen ontwikkelen. Hoewel dit landschappelijk erfgoed op vlak van zijn cultuurhistorische waarde niet moet onderdoen voor bijvoorbeeld de Onze-Lieve-Vrouwekatherdraal in Antwerpen, ging – zoals gezegd – de kap van één van de laatste restanten van dit erfgoed op dinsdag 3 september van start.
Rommel in ruimtelijke ordening
In zijn wekelijkse column in de Morgen stelde Jeroen Olyslaegers zich op 12 september vragen bij wie ooit de stempel ‘zonevreemd’ kon plakken op deze eeuwenoude bossen.
Hiervoor moeten we terug naar het onstaan van de ruimtelijke structuurplannen in dit land. Anders dan in bijvoorbeeld Nederland, waar al meteen na de Tweede Wereldoorlog werk werd gemaakt van een doordacht beleid op vlak van ruimtelijke ordening, kwam dit inzicht er in België pas vanaf de jaren 1960. Als gevolg van de regionalisering van bevoegdheden vormt sinds 1997 het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen het kader voor het ruimtelijk beleid in het Vlaamse landsgedeelte.
De plannen brachten een absolute rommel met zich mee in de ruimtelijke ordening, waarbij de schaarse ruimte met behulp van allerlei wettelijke achterpoortjes en politieke dienstverlening ondoordacht werd bestemd en herbestemd. Volgens hoogleraar Bosbouw Bart Muys (KUL) faalde de overheid hiermee in het verlenen van zijn ecosysteemdiensten.
Dit leidde tot een totale landschapsdegradatie, mede als gevolg van een selectief cultuurbesef. Zoals eerder reeds vermeld, worden wel middelen ter beschikking gesteld om bouwkundig erfgoed te beschermen, terwijl voor de bescherming van het ‘zonevreemde’ eeuwenoude bospatrimonium veel minder middelen beschikbaar zijn.
Kunstcriticus Jeroen Laureyns toonde deze landschapsdegradatie treffend aan in zijn in boekvorm uitgegeven doctoraat ‘Weg van Vlaanderen. Hedendaagse Vlaamse landschappen’ . Het lyrische Vlaamse landschap uit de 19de eeuw maakte plaats voor landschapskunstwerken met titels als ‘Het rampgebied Vlaanderen’ en ‘Non-lieu Vlaanderen’. De Belgische architect en stedenbouwkundige Renaat Braem noemde België in 1968 niet voor niets ‘Het lelijkste land ter wereld’.
Voorbeeld nemen aan Duinendecreet
De historische fout die werd gemaakt bij het ‘zonevreemd’ indelen van dit oncompenseerbaar ecologisch erfgoed moet rechtgezet worden. Hierbij moet volgens Muys een voorbeeld genomen worden aan het Duinendecreet uit 1993.
Dit Duinendecreet kwam er na jaren van bouwen in de duinen langs de Belgische kust. Toen het decreet in 1993 van kracht ging, was het al vijf voor twaalf. Veel van het waardevol duinenpatrimonium was al verdwenen. Toch kon met behulp van de maatregel 1000 hectare ‘zonevreemde’ duinen beschermd worden.
Muys stelt dat vandaag ook voor het bospatrimonium de houdbaarheid van de kaalslag in het gedrang komt. Vandaag zijn we wat het boserfgoed betreft op het punt beland dat in 1993 voor de duinen werd bereikt. De bevoegde ministers moeten hun verantwoordelijkheid nemen om het parlement te overtuigen van de noodzaak aan een krachtdadig beschermingsplan.
De overheid vreest immers de planschade die ze zal moeten betalen door de bestemmingswijziging van het ‘zonevreemde’ ecologisch erfgoed. Het Duinendecreet heeft de overheid 21 miljoen euro gekost aan compensaties tegenover de 99 eigenaars van de herbestemde duinen. Deze kost is zelfs vandaag nog niet volledig afgesloten. Van de 26 rechtzaken die op de herbestemming volgden, zijn er vandaag nog 9 hangende.
Conflict tussen particuliere en algemene belangen
Schauvliege wijst in het vernoemde artikel in de Standaard op een conflict tussen het particuliere en het algemene belang:
“1.387 hectare kwetsbaar zonevreemd bos ligt in woongebied, goed voor 25.000 woningen. Dat gaat over mensen die erop rekenen dat ze daar het huis van hun dromen kunnen bouwen. Gaan we hen allen zeggen dat ze dat niet meer mogen en dat ze de waarde van hun grond verliezen?”.
Ook het Duinendecreet situeerde zich op dit spanningsveld. De overheid moet de moed hebben om het algemene belang voorop te stellen, en om een beschermingsplan uit te tekenen dat werk maakt van de bescherming van het weinige ons nog resterende ecologische erfgoed in Vlaanderen.
De open brief aan de ministers Schauvliege en Muyters over het bosbehoud die donderdag 5 september in de Standaard verscheen, ondertekend door BOS+ en een reeks bekende Vlamingen, geeft blijk van een toenemend maatschappelijk draagvlak om de leefbaarheid van Vlaanderen resoluut te verkiezen boven de particuliere belangen van enkelen.
Laat het Ferrarisbos in Wilrijk het laatste slachtoffer zijn van de historische miskleunen die in het Structuurplan vervat zitten. We moeten beseffen dat we – levend in één van de meest dichtbevolkte regio’s in de wereld – alles moeten inzetten op het behoud van het weinige historisch bospatrimonium dat ons nog rest.
Verstuur de open brief alsnog in eigen naam naar minister Schauvliege en minister Muyters (invulformulier onderaan webpagina).
Archiefreeks VRT, Land in de kering, aflevering 4: bouwen en wonen, 2013
Archiefbeeld VRT, “Vlaanderen in vogelvlucht”, Jef Cornelis, 1976