Nieuws, Economie, België, Economische crisis, Jeugdwerkloosheid, Bedrijfswinsten, Concurrentiekracht, Werkgelegenheidsbeleid, Rechtvaardige fiscaliteit, Werknemers, Competitiviteitslogica, Davos, Analyse, Regering-Di Rupo I, Overproductie, Lage lonen, Duits model, Dalende koopkracht, Mini-jobs, Race to the bottom -

Jeugdwerkloosheid aanpakken voor sociale en economische tijdbom ontploft

Meer dan een op de vijf jongeren in ons land heeft geen werk. 'Een sociale en economische tijdbom', stelt de zakenwereld. Waarom is de huidige aanpak ontoereikend? Midden in de wereldwijde crisis zien we de bedrijfswinsten spectaculair stijgen terwijl we allemaal steeds dieper in onze broekzak moeten tasten. Wat is hier aan de hand?

woensdag 11 september 2013 17:30
Spread the love

Davos 2013, een top waar het kruim van de zakenwereld zich verzamelt om de economisch koers uit te stippelen voor de komende jaren. Tussen de kaviaar en de champagne worden hier de beslissingen genomen die er echt toe doen op wereldvlak.

Om dit efficiënt te laten verlopen, zijn ook toppolitici present. Naast beleid uitstippelen, komen ze er hengelen achter contracten met multinationale ondernemingen. Investeringen aantrekken is het doel. Een opbod aan interessante investeringen worden gepresenteerd aan een multinational, waarna deze voor de optie zal kiezen die het meeste winst oplevert.

Het uitspelen van de verschillende landen tegen elkaar creëert op die manier een negatieve spiraal die druk uitoefent op regeringen om nog meer cadeaus te geven aan grote ondernemingen.

Zo kon ook onze eerste minister Elio Di Rupo (PS) deze chantage ondervinden. Nog tijdens de top kondigde ArcelorMittal aan dat zeven lijnen van de staalgroep gesloten zullen worden. Ondanks de megawinsten van het bedrijf was Luik “niet meer rendabel”, zo werd gesteld.

Di Rupo kon nog net meedelen aan meneer Mittal, die zich uiteraard ook in Davos bevond, dat “dit een enorme schok is voor de 1.300 arbeiders en hun familie”. De top ging hierna verder zonder onze premier, waarna de zakenwereld zijn prioriteiten stelde en zijn bekommernissen over de toekomst uitte.

Eén zaak stak daar met kop en schouders bovenuit: jeugdwerkloosheid. De regeringsleiders en ondernemers noemen de jeugdwerkloosheid geen crisis, maar een ramp. De conclusie was dan ook glashelder. “We zitten op een sociale en economische tijdbom”.

Dat deze tijdbom zich ook in België bevindt, is duidelijk wanneer we er een cijfer van de Europese Commissie bijnemen. Volgens deze statistiek is meer dan een op de vijf jongeren in ons land werkloos of 22,4 procent van de jongeren.

Een cadeau voor Big Business

Net die hoge jeugdwerkloosheid wordt onder andere aangegrepen om antisociale wetgeving te laten passeren. Zo is er de constante roep van de bedrijfswereld om een loonlastenverlaging door te voeren. In minder verhullende verwoording wordt hiermee gezegd dat de werkende klasse te veel verdient en dat dit ten koste gaat van grote bedrijven hun winst.

Indien we met zijn allen minder verdienen, zo gaat de redenering, zullen multinationals meer geneigd zijn om in België te investeren, wat de werkgelegenheid bevordert. Maar is dit wel zo? Indien we in deze logica meestappen, moeten we er steeds alles aan doen om ‘concurrentieel’ te blijven.

Concurrentieel wilt in deze context dan weer zeggen dat we best zo weinig mogelijk verdienen, enorm flexibel zijn en onze sociale rechten verder zien afgebouwd worden. Juist deze dynamiek veroorzaakt een race to the bottom waarbij ieder land er alles aan doet om zo ‘concurrentieel’ mogelijk te blijven.

Deze trend is zich reeds lange tijd aan het voordoen waardoor onze huidige welvaartsstaat enorm onder druk komt te staan. Momenteel zien we dat Duitsland het verst meegaat in deze logica. Met 1,4 miljoen working poor als resultaat. Mensen die ondanks dat ze werken toch arm zijn. Dat heel rechts Vlaanderen dit ‘Duitse model’ achternaloopt, mag dan ook niet verbazen.

Toch is het zeer de vraag of deze politiek naast slechtere arbeidsvoorwaarden ook voor meer jobs zorgt. Zo heb je in Duitsland reeds een ‘job’ indien je een uur per week werkt. Voltijdse banen worden opgesplitst, om ze daarna uit te besteden aan goedkopere uitzendarbeid, mini-jobs of tijdelijke werkgelegenheid.

Met deze praktijken worden de Duitse cijfers natuurlijk aardig opgesmukt. Maar het kan nog erger. Censuur op een armoederapport van de Duitse regering bijvoorbeeld. Cijfers over de toenemende ongelijkheid en stijgende armoede werden geschrapt uit het oorspronkelijke rapport. Ook de vier miljoen Duitsers, die voor minder dan zeven euro per dag werken, mochten het daglicht niet zien. Wanneer cijfers geen rooskleurig beeld van je beleid schetsen, is schrappen de beste optie, zo moet men geredeneerd hebben.

De vraag blijft natuurlijk of we met een dergelijke knuffelpolitiek voor bedrijven ook effectief meer werkgelegenheid kunnen creëren? Nu het Duitse voorbeeld aangeeft dat we hier niet zo zeker van moeten zijn, lijkt het nuttig om de situatie in ons land eens op te meten.

Ook hier is het knuffelen van de bedrijfswereld uitgegroeid tot een vuile fetisj van onze politici. Deze trend loopt gelijk met de opkomst van het neoliberalisme de laatste dertig jaar. Waar de vennootschapsbelasting in 1988 nog theoretisch op 45 procent lag, is deze verlaagd naar 33,99 procent vandaag.

In theorie weliswaar, want in de praktijk betalen de vijftig meest winstgevende vennootschappen en multinationals in ons land gemiddeld maar 0,57 procent belastingen, zo maakte de studiedienst van de PVDA bekend.

Dit serieuze cadeau staat in schril contrast met de 42,5 procent die de gemiddelde werknemer aan belastingen betaalt. Maar er is meer, ondanks de crisis die in 2008 in alle hevigheid losbarstte, zijn de cijfers die de Nationale Bank vrijgaf glashelder.

De bedrijfswinsten in ons land zijn tussen 2000 en 2009 van 47 naar 82 miljard euro gestegen. Van deze winsten werd 26 miljard euro aan dividenden uitgekeerd aan de aandeelhouders, minder dan een derde werd terug geïnvesteerd en de rest werd opzijgezet. Het is dan ook nog eufemistisch om te stellen dat deze winsten niet aangewend worden om werkgelegenheid te creëren.

Integendeel, de crisis in 2008 werd aangegrepen om de werkende klasse nog meer uit te buiten. Herstructureringen en massa’s ontslagen volgden. Als gevolg van deze besparingen gingen de winsten weer pijlsnel omhoog. Op kap van, jawel, diezelfde werkende bevolking.

De winsten stegen dus niet ondanks de crisis, maar juist dankzij deze crisis waardoor antisociale maatregelen makkelijker konden passeren. Het mag dan ook niet verbazen dat in het crisisjaar 2012 er 5.700 dollarmiljonairs bijkwamen in ons land. Behalve een fortuin aan middelen die we aan onze neus voorbij zagen gaan, levert deze knuffelpolitiek voor grote bedrijven dus geen extra jobs op.

Een tegenstelling

Bovendien speelt er nog een mechanisme dat we tot nu toe niet behandeld hebben. Per uur kunnen we tegenwoordig vijftien keer meer produceren dan honderd jaar geleden. Niet omdat we harder zijn gaan werken, maar omdat de productiemiddelen steeds beter en beter worden. Er kan meer worden geproduceerd zonder dat de werknemer zijn loon in dezelfde mate mee evolueert.

Er komt dus een overschot aan producten op de markt die niet verkocht geraken. De werkende bevolking kan immers niet opeens meer consumeren, vermits haar salaris dat niet in dezelfde mate toelaat.

Een ander gevolg van deze evolutie zorgt ervoor dat bedrijven steeds minder werkkrachten nodig hebben om hetzelfde te produceren. Het probleem bestaat er dus in dat een deel van de productie niet meer verkocht geraakt doordat de werknemer zijn loon niet mee evolueert met de stijging in de productiviteit.

Wanneer bedrijven nu een overschot aan producten produceren die niet verkocht geraken, zullen afdankingen volgen, omdat er gewoon minder producten gemaakt dienen te worden. Deze mensen zien hun koopkracht gevoelig dalen, wat op voor nog meer ontslagen zal zorgen. Deze negatieve spiraal is onlosmakelijk verbonden met ons huidig economisch systeem.

Dat een crisis van overproductie zich om de zoveel jaar zal voordoen, zit dus ingebakken in ons systeem. Dat men probeert de factuur door te schuiven naar de werkende bevolking is hierbij ook een constante. Dit lijkt bij deze aardig te lukken als we kijken naar de megawinsten die multinationals opnieuw maken.

Tegelijkertijd wordt er serieus gemorreld aan onze koopkracht. De rechterzijde grijpt de crisis graag aan om asociale maatregelen door te duwen. Voor het geheel van maatregelen die de regering-Di Rupo heeft genomen, berekende de PVDA dat een gemiddeld gezin van tweeverdieners 1.143 euro per jaar aan koopkracht verliest. Of hoe de factuur rechtstreeks wordt doorgeschoven. Big Business is u dankbaar.

De tegenstelling tussen degenen die in een bedrijf werken en degenen die een bedrijf bezitten, is groot. Zo hebben die laatsten er alle baat bij zo laag mogelijke lonen uit te betalen, wat de winsten vergroot. De werknemers hebben er van hun kant dan weer alle belang bij om zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden af te dwingen.

Deze tweestrijd is essentieel voor de koopkracht die de werkende bevolking uiteindelijk zal afdwingen. Indien de zakenwereld het laken naar zich toe kan trekken, heeft dit niet enkel een sociaal bloedbad tot gevolg. Het zorgt er ook voor dat de negatieve spiraal nog versterkt wordt.

Zo ziet de werkende bevolking haar koopkracht dalen. Het gevolg hiervan is dat big business minder zal verkopen, men minder dient te produceren en er dus minder mensen een job hebben. Dit opent natuurlijk de deur om nog meer asociale maatregelen door te drukken.

Ondanks de vele cadeaus die we geven, kunnen we niet verwachten dat de Mulally’s en de Mittals van deze wereld snel voor nieuwe banen zullen zorgen. De huidige afzetmarkten leveren hen te weinig winsten op. In plaats van te investeren, wil men liever de winsten oppotten om de concurrentie op te kopen. Heel deze evolutie vraagt om een antwoord. Een antwoord dat er enkel zal komen als de werkende klasse het koord weer naar haar kant trekt.

Wat te doen?

Om deze negatieve spiraal te stoppen, kunnen we dus niet rekenen op de privésector. Meestappen in de logica van de ‘competitiviteit’ is geen oplossing vermits we dan sneller weer de miserie zullen terugzien zoals die in de tijd van priester Daens bestond.

De cadeaus die we aan de bedrijfswereld uitdelen, hebben ons enkel een fortuin gekost, maar geen werkgelegenheid opgeleverd. Bovendien zien we dat deze crisis een enorme verschuiving van welvaart met zich meebrengt.

In Occupy-termen verrijkt de 1 procent zich enorm op kap van de 99 procent. Om deze onrechtvaardigheid aan te pakken op korte termijn is het noodzakelijk dat er een echte eerlijke fiscaliteit komt in dit land. Een miljonairstaks kan hierbij een eerste stap zijn. Maar het mag daar niet bij blijven.

Laten we de fiscale achterpoortjes voor eens en voor altijd sluiten, zodat er een overvloed aan middelen vrijkomt om een probleem aan te pakken waar ze zelfs tot in Davos van wakker liggen. De jeugdwerkloosheid dus.

Dat we om meer jobs te creëren niet op de zakenwereld kunnen vertrouwen, mag nu wel duidelijk zijn. In de plaats moet het initiatief bij de overheid worden gelegd die duurzame werkgelegenheid kan verschaffen. Van meer gezondheidswerkers, leerkrachten tot het isoleren van alle huizen. We hebben werk genoeg.

Nu nog het geld halen waar het zit om dit te financieren! Zo hoeven de mannen in pak en das van Davos zich voor even geen zorgen te maken over een ‘sociale tijdbom’ die ontploft. In plaats daarvan kunnen ze zich volop concentreren op het verdedigen van hun fortuin tegen de werkende bevolking.

Of zou dat nu net de sociale tijdbom zijn die men vreest? Dat we met zijn allen onze rechten opeisen?

Sander Barrez

Sander Barrez is student politieke wetenschappen aan de KU Leuven.

take down
the paywall
steun ons nu!