Tijdens de Spaanse verovering in de 16de eeuw werden de autochtonen met ijzeren hand van hun inheemse gronden verdreven en als slaven ingelijfd in de koloniale economie.
Hoewel rijke edellieden niet meer in letterlijke zin op de rug van de Maya’s rijden, dragen de 62 inheemse volkeren van Mexico nog steeds een zware last en werken ze tegen hongerlonen om het leven van de rijken ‘draaglijker’ te maken.
Een sprong in de tijd: op 1 januari 1994, de dag dat het vrijhandelsverdrag NAFTA in werking trad, namen 6.500 Maya’s – ze noemen zichzelf ‘Zapatistas’ – de wapens op.
“Na het uiteenvallen van de revolutie in Nicaragua, was het deze Zapatista-revolte die nieuwe hoop bracht voor de strijd tegen onrecht. Ik trok in december van datzelfde jaar nog naar Chiapas om er uit eerste hand over de beweging te leren”, vertelt professor Richard Stahler-Sholk (departement Politieke Wetenschappen, Eastern Michigan University) die in de jaren tachtig al vijf jaar in Nicaragua verbleef nadat de Sandinisten er dictator Somoza uit het land hadden verdreven.
Politieke moed van Coca Cola-topman
Op 16 februari 1996 ondertekenen het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger (EZLN) en de Mexicaanse overheid een vredesverdrag, de San Andres-akkoorden. Die verdragen blijven echter dode letter. Als bij de presidentsverkiezingen van 2000 de PRI voor het eerst in 71 jaar de macht kwijtraakt, is er nieuwe hoop.
Kersvers president en Coca Cola-topman Vicente Fox belooft het conflict op te lossen met “15 minuten politiek moed” – net als ex-premier Yves Leterme (CD&V) moet ook hij de duimen leggen: door enorme weerstand van de PRI en zijn eigen PAN-partij slaagt hij er niet in om de vredesakkoorden in het parlement te valideren.
Dit is het einde van elk officieel contact tussen de rebellen en de regering.
Twintig jaar van verzet
Wat gebeurde er na de eeuwwisseling? Dat is de hamvraag. Daarom zijn 1.700 studenten naar Chiapas afgezakt, daarom is er in december en januari 2014 een tweede en ook derde editie van deze internationale school.
Prof. Stahler-Sholk is alvast sterk onder de indruk: “We naderen de twintigste verjaardag van deze beweging. Een nieuwe generatie groeit op met autonomie en stap voor stap bouwen zij een nieuwe samenleving op, met een sterk gemeenschapsgevoel en horizontale relaties.”
“Veel van wat over de Zapatistas werd geschreven, is geromantiseerd en focust op de sensationele aspecten, terwijl de essentie van deze beweging de dagelijkse realiteit is van gewone mensen die leven in autonome gemeenschappen en vechten voor een andere wereld.”
Stahler-Sholk heeft het Zapatismo zien uitgroeien tot een duurzame beweging. “De Zapatistas zijn opvallend eerlijk als ze hun problemen en obstakels uit de doeken doen. Dat getuigt van zelfvertrouwen in een beweging die langzaam volwassen wordt. Zij wijzen bovendien het aloude model van de revolutie af.”
“Ze willen helemaal niet dat anderen hun strijd kopiëren, zij nodigden anderen wel uit om op hun eigen manier te strijden voor sociale gerechtigheid en participatieve democratie.”
Eten jullie echt paarden op …?
“Wie leert er nu eigenlijk van wie”, vragen we ons af terwijl we in het eenkamerhuisje van Tadeo en Alicia, ons gastgezin, in onze hangmat liggen. Ook voor onze leerkrachten de 18-jarige Gladys en 21-jarige Salomon – die elkaar zopas hebben ontmoet – is het de eerste keer dat zij het dorpje Florianas bezoeken, de eerste keer dat zij Tadeo en Alicia ontmoeten.
Er ontstaat al snel een gezellige dynamiek: Gladys en Salomon zijn het niet altijd eens met elkaar, vaak vragen zij en wij uitleg aan de wat oudere Tadeo en Alicia, die ons dan weer verrassen met andere vragen: “Welke groenten planten jullie in België? Eten jullie echt paarden op …?”
“De beste koks van de beste restaurants zijn mannen, echt waar? En er zijn mensen die jullie land willen splitsen”, vragen zij wanneer we de situatie met de drie landstalen in België uitleggen.
“Dat begrijp ik niet goed”, zegt de jonge Gladys. “In de Zapatista-gebieden worden zes talen gesproken, Chol, Tojolabal, Tzeltal, Tzotzil, Mam, Zoque en op school leren we Spaans. Maar wij zijn een grote familie, we geloven in een wereld waarin vele werelden passen en waarbij we samen beslissen en ook samen verantwoordelijk zijn voor ons voedsel, land, werk, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur, justitie en veiligheid.” De Zapatistas zijn duidelijk geen separatisten.
Les 1: zeven principes van autonomie
De tweede dag van ons verblijf bij de rebellen leren wij dat hun manier van aan politiek doen gebaseerd is op zeven principes:
- dienen en niet zichzelf dienen (servir y no servirse);
- vertegenwoordigen en niet domineren (representar y no suplantar);
- bouwen en niet vernietigen (construir y no destruir);
- gehoorzamen en niet bevelen (obedecer y no mandar);
- voorstellen en niet opleggen (proponer y no imponer);
- overtuigen en niet verslaan (convencer y no vencer);
- afdalen en niet opklimmen (bajar y no subir).
Referendum Sint-Niklaas: discipline?
Het is exact tien jaar geleden dat de Zapatistas eenzijdig – zonder overleg met de Mexicaanse regering – hun autonome overheid afkondigden in de staat Chiapas: sindsdien vertegenwoordigen de vijf ‘juntas de buen gobierno’ (‘colleges voor goed bestuur’ of kortweg ‘juntas’) samen 27 Zapatista-gebieden, met de overtuiging dat: “Wie regeert, doet dat door te gehoorzamen aan het volk.”
Maar wat wil dat zeggen? Laten we eerst zeggen wat niet kan: een situatie zoals in Sint-Niklaas – de stad zal de vuilnisophaling privatiseren, terwijl 80 procent van de (weinige) deelnemers aan het referendum liet weten dat niet te willen – is ondenkbaar.
Het is ondenkbaar dat een junta een contract tekent als dit nog niet werd goedgekeurd door het volk, het is ook ondenkbaar dat slechts 15 procent opdaagt om te stemmen.
“Iedereen die ouder is dan 15 jaar neemt deel aan onze volksvergaderingen”, zegt Salomon. “Soms kan er eens iemand niet omdat die ziek is, of weg moet, maar je moet je verantwoordelijkheid opnemen. Het is een kwestie van discipline.”
Autonomie zonder handboek
Hoe brachten de Zapatistas autonomie in de praktijk? Een belangrijke kanttekening is dat de Zapatistas, van wie velen tot voor 1994 nog analfabeet waren, geen handboek hebben – Belgische politici in spé hebben cursussen, boeken, richtlijnen en een grondwet waarin het reilen en zeilen staat uitgelegd.
“Het is niet makkelijk om het te doen. Waarom? Omdat we geen gids hebben, wij hebben geen boek waarin we kunnen kijken, dat we kunnen volgen. Wij werkten volgens de noden van ons volk”, vertelt rebel Artemio in de cursus ‘autonome overheid’.
In de vier cursusboeken die de Zapatistas speciaal voor deze internationale school hebben gemaakt, staan nog heel wat andere getuigenissen over die eerste jaren van autonomie. Op de vraag ‘hoe kan je regeren als je al deze informatie niet hebt, geen ervaring hebt?’, luidt het antwoord: ‘leren met vallen en opstaan’.
Een mens uit maïs
Onze leerkrachten Gladys en Salomon trachten hun politieke structuur uit de doeken te doen. “Kijk compa, het is heel eenvoudig”, zegt Gladys terwijl ze een tekening maakt. Het woord ‘compa’ (kameraad) is ongetwijfeld nog populairder dan het woord tortilla of pozol, een drank die je maakt door gemalen maïs fijn te nijpen in een kom water.
We zijn onder de indruk van de rol die maïs hier heeft – het is eten, drinken, brandstof, veevoeder en een bron van inkomen – en daarom verbaast het ons niet dat volgens het scheppingsverhaal van de Maya’s de mens is gevormd uit … jawel, maïs.
Drie bestuurlijke niveaus
Terug naar de les. Eureka! Als we denken dat we de structuur eindelijk onder de knie hebben, lezen we in onze cursusboeken een ander verhaal, ongeveer het zelfde, maar toch weer anders… Hoe zit de vork nu in de steel?
De politieke structuur van de Zapatista bestaat uit drie bestuurlijke niveaus: het lokale niveau met duizenden dorpen, elk dorp werkt met ‘volksvergaderingen’ ; het regionale niveau, elk van deze 27 autonome regio’s heeft een ‘autonome raad’ en werkt met ‘algemene volksvergaderingen’ waarop alle inwoners van alle dorpen worden uitgenodigd ; die regio’s zijn ondergebracht in vijf zones, elke zone heeft een ‘junta’: caracol La Realidad (4 regio’s), caracol Oventik (7 regio’s), caracol La Garrucha (4 regio’s), caracol Morelia (3 regio’s) en caracol Roberto Barrios (9 regio’s).
Een nieuwe politieke cultuur
Gladys en Salomon slaan ons om de oren met de ene na de andere praktijk: de mensen stemmen rechtstreeks voor of tegen regels, projecten, nieuwe initiatieven … er zijn geen leiders in de strikte zin van het woord: er zijn wel ‘ambtenaren’ en ‘dienstverleners’ zoals gezondheidsmedewerkers en leerkrachten die een bepaalde taak hebben en die rechtstreeks worden verkozen. U leest het goed: de leerkrachten worden verkozen door het volk.
Er zijn geen verkiezingscampagnes die tonnen geld kosten, geen lobbygroepen. De ‘macht’ wisselt continu en niemand wordt betaald om een mandaat uit te oefenen.
Wie verkozen wordt, krijgt er weliswaar een extra taak bij, maar krijgt hiervoor geen geld. “Niemand zou een functie mogen opnemen voor het geld, dat leidt tot corruptie en slecht werk”, zegt de wijze Tadeo.
Geen loonbrief voor politici
In onze cursus lezen we de verklaringen van Lorena. Vroeger ontvingen de mannen en vrouwen die in de caracol La Realidad verkozen werden voor de junta wel geld: “Elke compa kreeg 30 peso (1,75 euro) per dag (…), maar toen legden de commandanten van de EZLN ons uit wat de voor- en nadelen hiervan zijn. We hebben toen alle dorpen geïnformeerd en er werd op elk niveau gediscussieerd over een andere vorm van hulp. Sindsdien is er geen vergoeding meer, zij krijgen wel hulp van het dorp.”
Soms krijgen zij basisproducten zoals rijst of helpen dorpsbewoners bij het onderhouden van het veld of de zorg voor de kinderen, zolang de verkozene in functie is.
“Wij werken met ons geweten, zonder enig geldbelang, omdat we ons volk willen dienen. Opdat onze autonome overheid goed zou functioneren, is het nodig dat iedereen op deze manier participeert”, voegt junta-lid Fanny eraan toe.
Stemrecht vanaf 15 jaar
Wat leren we nog? “Het aantal ‘bestuursleden’ en ‘toezichthouders’ verschilt van dorp tot dorp: er is minstens één leerkracht, een verloskundige, een gezondheidsmedewerker en meestal een specialist in ecologische landbouw”, vertelt Alicia onze gastvrouw en moeder van vier kinderen.
Tadeo, haar man, voegt eraan toe dat “alle compa’s worden verkozen tijdens een volksvergadering waaraan alle dorpsbewoners mogen deelnemen.”
Opvallend: er is stemrecht, geen stemplicht, vanaf 15 jaar. “Niemand moet ons verplichten, want we willen stemmen, dat is onze verantwoordelijkheid”, legt Salomon uit.
Deze ingesteldheid staat haaks op die van de Belgische jeugd en niet-zo jeugdigen. Zo bleek uit de website ‘stem 16’ die minister Anciaux in 2001 lanceerde net dat 16-plussers niet warm lopen voor stemrecht vanaf 14 of 16 jaar.
In een recente poll van de krant De Morgen sprak zelfs 83 procent zich uit tegen dit idee. “Bovendien zou het vervroegd stemrecht een belangrijke impuls vormen voor scholen om meer aandacht te besteden aan politiek, democratie en maatschappelijk debat”, verdedigen senator Nele Lijnen en kamerlid Willem-Frederik Schiltz (beiden Open VLD) zich in hun opiniestuk.
Zou er dan ook ruimte zijn om de leerlingen te onderwijzen in andere, meer directe vormen van democratie …?
In ‘De Zapatista-school: over autonomie in gezondheidszorg, economie en onderwijs’ leest u meer over autonomie in de gezondheidszorg, economie en het onderwijs en wat continue machtswissel in de praktijk betekent.