De eerste week van september is voor vele kinderen een week die een leuk hoofdstuk afsluit en een nieuw hoofdstuk inluidt. Leerlingen vertrekken doorgaans met gemengde gevoelens terug naar school. De duizenden scholen wachten hun leerlingen op om ieder op hun manier de leerlingen een warm onthaal aan te bieden en klaar te stomen voor het nieuwe schooljaar. Voor basisschool “Iqra”gebeurde dit voor de allereerste keer. De school opende namelijk voor het eerst haar deuren. Toch is de school en initiatiefnemer Mohamed Chakkar geen nobele onbekende. Het succesvolle onderwijsproject ‘Iqra-Vlaanderen’ is daarvan wellicht de voornaamste oorzaak. Desondanks werd deze school vooraleer ze enigszins de kans kreeg om haar kinderschoenen aan te trekken, al meteen door verscheidene politici en pers afgeschilderd als een “Marokkanenschool”.
Even leek het wel alsof de deur van deze school enkel en alleen zou openstaan voor leerlingen met een migratieachtergrond, maar niets is echter minder waar. De school mikt op kinderen uit de buurt die te kampen hebben met een leerachterstand. De school stelt het doel voorop om deze kinderen intensief te begeleiden en om ook de ouders nauw bij het project te betrekken. Het grootste verschil met andere scholen is dat de leerlingen bij monde van de directeur“mogen zijn wie ze zijn met hun volledige identiteit” en de school wil hen daarbij een handje helpen door dicht bij de thuiscultuur te staan.
De huidige scholen binnen de bestaande onderwijsnetten stellen zich de vraag waarom veel leerlingen met een migratieachtergrond zich niet echt thuis voelen in hun scholen en hoe het komt dat kinderen van (voornamelijk) Marokkaanse en Turkse origine in het eerste secundair sneller in de B-klas terechtkomen, zelfs al halen ze dezelfde punten en hebben ze een vergelijkbare thuissituatie als Vlaamse leerlingen.
Op de tweede vraag biedt Kylie Pinceel (Universiteit Antwerpen) met haar masterscriptie een antwoord. Volgens het onderzoek blijkt dat de etnische achtergrond van leerlingen in hogere mate een rol speelt bij de prestaties dan de economische achtergrond. Opvallend was dat vooral de Marokkaanse en Turkse kinderen in de B-klas belanden. Volgens het onderzoek zou dit vooral met hun godsdienst te maken hebben. Zo stelt onderzoekster Pinceel dat het christendom in onze samenleving een bevoorrechte positie inneemt en dat onder andere de Poolse en Afrikaanse kinderen dichter bij dat klassieke erfgoed aanleunen, maar dat Marokkanen en Turken er verder van af staan.
Ook zou volgens het onderzoek blijken dat perceptie ertoe leidt dat leerlingen van Marokkaanse of Turkse afkomst, zelfs indien ze dezelfde punten halen als de andere leerlingen, toch sneller in de B-klas terechtkomen. Dit onderzoek geeft aan dat desbetreffende leerlingen redenen genoeg hebben om zich niet thuis te voelen in de scholen van het huidig onderwijsnet.
Daarom zouden initiatieven zoals die van Mohamed Chakkar niet weggefloten mogen worden, integendeel zelfs. Tijdens een gesprek in “De Zevende Dag” werd echter duidelijk dat zowel minister van onderwijs Pascal Smet, directeur-generaal van het katholieke onderwijs Mieke Van Hecke als Antwerps schepen van onderwijs Claude Marinower achter het Iqra-project staan.
Minister Smet begrijpt ook niet goed waarom deze school zo veel commotie veroorzaakt en verwees naar de “vrijheid van onderwijs” die in Vlaanderen al ettelijke jaren van kracht is. De minister sprak vol lof over het project van iqra en vindt het naar eigen zeggen “een bewijs dat de Marokkaanse gemeenschap het belang van goed onderwijs erkent.” Desondanks deze verzoenende woorden van minister Smet, is vooral het tweede deel van zijn betoog bij vele moslims in het verkeerde keelgat geschoten.
Smet zou namelijk helemaal niet gediend zijn met een ‘moslimschool’. Hij zou er een zeer groot probleem mee hebben, omdat dit er volgens hem voor zal zorgen dat je de kinderen gaat verenigen rond een godsdienst en ze wellicht eng-godsdienstig gaat opvoeden. Waarom staan het katholiek en joods onderwijs dan niet ter discussie? De islam is immers ook een erkende godsdienst in België. Waarom zouden mensen die behoren tot een religieuze groep, geen onderricht kunnen geven in een areligieuze samenleving?
In tijden van budgettaire beperkingen heeft de overheid al helemaal geen reden om zulke initiatieven uit te sluiten. Het capaciteitsprobleem binnen de scholen en de aanpak van de minister baren de onderwijsnetten zorgen. Het wordt echter stilaan tijd dat diezelfde onderwijsnetten beseffen dat zij zelf ook een onderdeel van de verontwaardiging geworden zijn. Het fenomeen ‘perceptie boven rapport’ werkten zij immers zelf in de hand.
Ook wat betreft de houding van het katholiek onderwijs en het gemeenschapsonderwijs in het hoofddoekendebat, dat ervoor zorgt dat vele moslima’s gedwongen worden om ‘tenzij ze hun identiteit verloochenen’ zich doorheen de examencommissies te loodsen, is geen element dat de harmonie binnen de school ten goede komt. Een ‘moslimschool’ zou hen hun recht op onderwijs kunnen teruggeven en in dat opzicht zou minister Smet een dergelijke school juist moeten opzoeken en omarmen omdat het niet alleen het ‘goed recht’ van de leerlingen om hun identiteit te behouden garandeert, maar ook het plaatsgebrek in het onderwijslandschap helpt wegwerken en hiermee de tekortkomingen van de overheid op dit vlak deels voor haar rekening neemt.
Een school heeft de morele plicht om, zoals Mieke Van Hecke zeer mooi verwoordde “jongeren voor te bereiden tot kritische burgers die verantwoordelijkheid kunnen opnemen in de samenleving”. Zou een islamitische school wiens deur wagenwijd openstaat voor iedereen hierin geen stimulans kunnen zijn door onder andere de leerlingen op een objectieve manier de islam te laten ontdekken en ze daarbij kritisch over zulke thema’s te laten nadenken? Of willen we jongeren in de samenleving brengen wiens mening hierover louter gebaseerd is op hetgeen erover in de media verschijnt?
>>> Meer info rond masterproef Kylie Pinceel volgt in de nabije toekomst <<<