“Referendum Sint-Niklaas was niet de stem van het volk”
Opinie, Nieuws, België, Lokaal, Referendum, Sint-Niklaas - Kris Van der Coelden

“Referendum Sint-Niklaas was niet de stem van het volk”

De afgelopen dagen gaven Jelle Vanderelst en Jan Blommaert hier hun mening te kennen over de volksraadpleging die op zondag 1 september plaatsvond in Sint-Niklaas. "Dit vraagt om een reactie", schrijft Kris Van der Coelden, gemeenteraadslid voor SP.A.

woensdag 4 september 2013 08:37
Spread the love

Eerst de feiten, al was het maar omdat hierover in de media niet altijd even volledig en correct werd geïnformeerd.

Op 1 september nam 14,4 procent van de Sint-Niklase bevolking deel aan de volksraadpleging. Met dit cijfer werd de decretale drempel van 10 procent om over te gaan tot het tellen van de stemmen overschreden. 14,4 procent van het aantal inwoners staat gelijk met 17,6 procent van het aantal kiesgerechtigde Sint-Niklazenaars.

Van die kiesgerechtigden antwoordde 14,8 procent ‘ja’ op de vraag die voorlag: “Moet het stadspersoneel instaan voor de huis-aan-huisophaling van het restafval?” 2,7 procent stemde ‘neen’. De overgrote meerderheid van de Sint-Niklazenaars (82,4 procent) verkoos echter om niet aan de volksraadpleging deel te nemen.

Bij de uitgebrachte stemmen hebben de ja’s het ruim gehaald van de neenstemmen. Voor de vakbonden – de initiatiefnemers van de volksraadpleging – was de combinatie “halen van de kiesdrempel” en “duidelijke meerderheid van ja-stemmen” voldoende om ervan uit te gaan dat het stadsbestuur zijn beleid zou bijsturen en de geplande hervorming van de afvalophaling zou afblazen.

Het stadsbestuur liet echter onmiddellijk na de bekendmaking van de uitslag weten dat 14,8 procent van de kiesgerechtigden te weinig is om terug te komen op de genomen beslissingen.

In de gemeenteraden die vooraf gingen aan de volksraadpleging heeft burgemeester Dehandschutter (N-VA) bij herhaling gesteld dat het stadsbestuur bereid was om met de uitslag rekening te houden. Daaraan heeft hij steeds toegevoegd dat het louter halen van de kiesdrempel onvoldoende zou zijn om het resultaat van de volksraadpleging bindend te maken.

Bij een opkomst van 10 procent van de inwoners zou je het beleid immers laten bepalen door 1 op de 8 kiesgerechtigde Sint-Niklazenaars. Daarvan kan je bezwaarlijk stellen dat dit “de stem van het volk is”. Bij de oppositie werd het principe dat het louter halen van de opkomstdrempel niet zou volstaan trouwens door niemand expliciet in twijfel getrokken.

Waar leg je dan de lat van de representativiteit? Twee elementen zijn daarvoor richtinggevend.

Ten eerste de resultaten van de volksraadplegingen die sinds 1996 georganiseerd werden in de Vlaamse gemeenten.

Van de 14 volksraadplegingen waarvan we gegevens terugvonden, zijn de stemmen in 7 gevallen geteld. Tot 31 december 2006 gold immers een opkomstdrempel van maar liefst 40 procent, waardoor bijvoorbeeld in Genk (1996) en Begijnendijk (1997) niet tot de telling is overgegaan, ondanks een opkomst van respectievelijk 37 procent en 33 procent.

Bij de volksraadplegingen waar de opkomstdrempel wel bereikt werd, was er telkens een meerderheid van neenstemmen om een project dat voorgesteld werd door het gemeentebestuur te verwerpen. Die meerderheid varieerde van ruim 20 procent van het aantal kiesgerechtigden bij de meest recente volksraadplegingen in Lier (2008) en Antwerpen (2009) tot bijna 39 procent in Gent (1997).

Niet onbelangrijk: in Sint-Niklaas verwierp in 1998 36,8 procent van het aantal kiesgerechtigden de plannen voor een parking onder de Grote Markt met een opkomst die net boven de toenmalige drempel van 40 procent lag.

Vertaald naar de volksraadpleging van afgelopen zondag betekende dit voor SP.A-Groen dat minstens 20 procent en liefst een kwart ja-stemmen nodig was om het stadsbestuur tot bijsturing te dwingen. Op voorwaarde uiteraard dat de ja-stemmen niet ‘tegengewogen’ zouden worden door een relevant aantal neen-stemmen (wat zondag niet het geval was).

Een tweede referentiepunt zijn de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012. Nog geen jaar geleden heeft SP.A-Groen een mandaat gekregen van 25,7 procent van de Sint-Niklase kiezers om de stad mee te besturen. Stel nu dat bij de volksraadpleging 28 procent van de kiezers door een ja-stem hun afkeuring had laten blijken over de hervorming van de afvalophaling.

Dan zou je kunnen stellen dat voor dit specifiek beleidsitem de eigen achterban overvleugeld was door de mensen die het niet eens waren met het stadsbestuur waarvan SP.A-Groen deel uitmaakt. Natuurlijk is dit in zekere mate appelen met citroenen vergelijken.

En natuurlijk overlappen beide groepen elkaar voor een stuk(je) en hebben een aantal progressieve kiezers vorige zondag ‘ja’ gestemd. Het gaat hem echter om een symbolische grens vanwaar je erkent en je erbij neerlegt dat de mensen die het niet eens zijn met het beleid talrijker zijn dan de eigen kiezers.

Kortom: de lat die op basis van deze criteria gelegd was om de uitslag van de volksraadpleging als bindend te aanvaarden, lag een stuk hoger dan de 14,8 procent ja-stemmen die de volksraadpleging van afgelopen zondag opleverde.

Vandaar ook dat er binnen de meerderheid weinig of geen discussie was over de interpretatie van de uitslag. Deze houding wordt trouwens bijgetreden door prof. Herwig Reynaert in een column in De Standaard van 2 september: “bovendien lijkt de opkomst te gering om te mogen spreken van een duidelijk signaal”.

Blijft dan het gegeven van de 82,40 procent kiesgerechtigden die niet naar de stembus trokken. Je kan niet zeggen dat deze mensen door hun niet-deelname met zijn allen het beleid van de huidige meerderheid steunen. Je kan evenmin zeggen dat de afwezigen ongelijk hebben en deze groep gewoon negeren bij de beoordeling van de uitslag.

Je kan wel in alle redelijkheid zeggen dat het gros van deze mensen de vraagstelling niet relevant vond (“voor mij maakt het geen verschil wie het afval ophaalt, zolang het maar goed gebeurt”) of niet de behoefte voelde om het gevoerde beleid af te keuren (“waarom gaan stemmen als de ophaalregeling dezelfde blijft en niemand zijn job verliest?”).

In die zin was niet gaan stemmen zondag heel vaak een bewuste keuze en geen daad van politieke desinteresse.

Getuigt het feit dat de meerderheid de hervorming van de afvalophaling doorzet van een gebrek aan respect voor de ja-stemmers? Neen, omdat er – zoals hierboven hopelijk aangetoond – goede argumenten zijn om de uitslag naast zich neer te leggen.

Maar dan moeten die argumenten ook duidelijk bekend gemaakt worden aan de bevolking, aan de initiatiefnemers van de volksraadpleging en aan de politieke oppositie. En dat is in alle hectiek op het stadhuis op 1 september onvoldoende gebeurd. Iets waar trouwens ook prof. Reynaert de vinger oplegt in zijn column over de Sint-Niklase volksraadpleging.

Respect betonen voor de uitslag kan eveneens door de dialoog met de vakbonden opnieuw op te nemen. De overheidsvakbonden hebben met de volksraadpleging alleszins aangetoond dat ze de bevolking kunnen mobiliseren voor een sterke openbare dienstverlening en voor behoorlijke arbeidsvoorwaarden.

Dit is een belangrijk signaal voor het Sint-Niklase stadsbestuur om het sociaal overleg ten volle te laten renderen bij de moeilijke beslissingen die nog moeten worden genomen om de stadsfinanciën opnieuw in evenwicht te brengen.

Na de storm van de laatste maanden wordt het tijd dat het sociaal klimaat in onze stad opnieuw opklaart. Daarvoor is er goede wil nodig van beide kanten. Zo kan het engagement om naakte ontslagen te vermijden – een principe waarvan de hervorming van de afvalophaling een eerste toepassing was – een belangrijk element zijn om het vertrouwen tussen het stadbestuur en de vakbonden opnieuw te versterken.

Kris Van der Coelden

Kris Van der Coelden is gemeenteraadslid voor de SP.A in Sint-Niklaas.

take down
the paywall
steun ons nu!