Van Syrië naar Libanon?
Alle ogen zijn gericht op Syrië. De komende dagen zal John Kerry ons televisiebeeld blijven vullen. Zoals Colin Powell in 2003 toen die het volk vertelde van de “weapons of massdestruction”. Maar Bush en Powell hadden tenminste Engeland nog achter zich. Grotendeels buiten het nieuws loopt de spanning in Libanon op. Waarom? Terwijl ik dit schrijf toont de BBC beelden van Syrische slachtoffers van brandbommen die zojuist vielen. Een jongen van dertien, ongeveer – het is niet goed meer te zien – zit verstard in een kramp voor zich uit te staren. Hij gaat het niet redden, er is teveel huid verbrand.
Als je de blik afwent moet je je afvragen wie in de landen waarin wij leven medeverantwoordelijk zijn. En waar over enkele maanden de slachtoffers zullen vallen, die nu nog tegen een balletje lopen te schoppen. Je denkt dan aan de nauwe militaire samenwerking tussen de VS en Qatar en Saoedie-Arabië. Aan de stroom van wapens waarmee zij dit etnische conflict oppompen en een religieuze lading geven. Aan de Amerikaanse Special Forces en het inlichtingenapparaat daarachter, die dit faciliteren. Aan Israël dat ervoor zorgde dat de gasaanval “met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid” aan Assad kon worden toegeschreven. In ruil zal Israël mee mogen praten over de precieze doelen van de komende “chirurgische ingreep” van de Amerikaanse luchtmacht. Libanon en Hezbollah komen in beeld.
De Litani: meer dan water
De Amerikaanse Syrië-politiek heeft met vrijheid en democratie nooit iets te maken gehad. De relatie tussen Bill Clinton en Assad senior was goed. Toen de Europese Unie met de Franse president Sarkozy voorop, bezig was de banden met Assad junior stevig aan te knopen – hij was op 14 juli 2008 te gast bij de parade op de Champs Elysée – vonden de VS dat goed. Waaraan hadden de Assads deze behandeling te danken? Aan twee zaken. 1. Syrië onder vader en zoon Assad heeft sinds 1973 geen onrust veroorzaakt aan de grens met Israël bij de Golan Hoogvlakte. Die Golan is een gebied dat Israël in 1967 veroverde op Syrië, etnisch zuiverde en sindsdien bezet houdt. 2. Syrische troepen verlieten in 2005 na 29 jaar Libanon. Zij hadden daar overigens Israël nooit wezenlijk in de weg gezeten. Al was het maar omdat de Syrische luchtmacht geen partij is voor de Israëlische. Assad is voor Israël niet zo’n slechterik. Daarom: kijk naar het buurland.
Libanon is van groot belang voor Israël. Al voor 1948 – de oprichting van de joodse staat – droomden leidende zionisten van de rivier de Litani als noordgrens van de komende staat. Een van de redenen was de toegang tot het water van Zuid-Libanon. Direct na 1948 al ontstonden daarover internationale spanningen.
Daar kwam het Johnson Plan (1950) uit voort dat de toegang tot water regelde vanuit Libanon, Israël, Syrië en Jordanië. Syrië is zijn water in die regio al sinds 1967 kwijt door het verlies van de Golan Hoogvlakte. Delen van Jordanië verdrogen geleidelijk door het “aftappen” aan de Israëlische kant. Zomer 2012 ontstonden weer spanningen toen een bescheiden pijpje werd aangelegd om het dorp Ghajar in de zomer vanuit een bron van water te voorzien(zeer ruim binnen het Johnson Plan). Israël waarschuwde dat dit tot oorlog kon leiden. Dat was eerder gebeurd. In 2002 werd water afgetapt ten behoeve van zo’n tien dorpjes. Premier Sharon noemde het een casus belli en dreigde met bombardementen. Het ging om 10% van de Libanese “Johnson-rechten”. Een miniprobleem. Er is dus meer aan de hand.
Slagveld sinds 1972
In 2000 moest het Israëlische leger Libanon verlaten na het twintig jaar bezet te hebben gehouden. Het doel van de bezetting reikte verder dan de watervoorraad. Israël heeft geprobeerd in Zuid-Libanon christelijke milities aan de macht te brengen. Als dat plan was gelukt, had gewerkt kunnen worden aan de “verhuizing” naar andere delen van Libanon, van de shiitische moslims en de bewoners van de Palestijnse vluchtelingenkampen. Geleidelijk zou een semi-autonoom vazalstaatje van Israël ontstaan. In gedachten zien wij Amerikaanse christen zionisten zich over de omstreden bron buigen om een schepje water mee te nemen.
Israël heeft zijn best gedaan in Zuid-Libanon. Ik adviseer de volgende zoektermen:
- 1972 Israël Operation Wrath of God
- 1973 Israël Operation Spring of Youth
- 1976 1982 1996 Israël massacre Tal al-Zaatar/Sabra Shatila/Qana
- 1978 Israël Operation Litani
- 1981 Israël Lebanon Two Week War/Veertiendaagse Oorlog
- 1982 Israël Operation Peace in Galilee/Eerste Libanonoorlog
- 1993 Israël Operation Accountability/Zevendaagse Oorlog
- 1996 Israël Operation Grapes of Wrath/April Oorlog
- 2006 Israël Operation Change of Direction/Tweede Libanonoorlog/Hezbollah Oorlog
Hezbollah: de hoofdprijs
Hezbollah ontstond begin jaren ’80 in de slipstream van Israëlische aanvallen op de bevolking van Zuid-Libanon. De gevechtservaring en bewapening namen toe in de jaren ’90. Hezbollah is nu de machtigste partij in Libanon. Het dwong Israël in 2000 om te vertrekken en het hield goed stand tegen de Israëlische grondtroepen in 2006 waardoor deze oorlog onder militaire analisten bekend staat als “de mislukte oorlog”.
De as Iran – Syrië – Hezbollah moet gebroken worden als men Hezbollah wil breken. Iran kan niet vernietigd worden. Hooguit kan er een prijskaartje gehangen worden aan zijn steun voor Hezbollah: sancties en/of luchtaanvallen. Dat Syrië nu ernstig verzwakt wordt is vanuit Amerikaanse en Israëlische belangen meegenomen, maar het lijkt er niet op dat zij iets anders willen dan een stabiele dictatuur, desnoods met (een bescheidener) Assad.
Het Israëlische politieke en militaire establishment is niet gek. Wel hebben zij een vernauwde blik: de wereld bestaat uit militaire afschrikking. Maar (zelf) oorlog voeren met Iran is dwaasheid. Dichterbij zit Hassan Nasrallah met zijn Hezbollah. Voor de Arabische wereld het wandelende bewijs dat de Israeli Defence Force mank loopt: een almachtige luchtmacht en een landmacht die ook zonder Amerikaanse technologie weerstaan kan worden.
Hezbollah probeert zich momenteel muisstil te houden maar dat lukt in zo’n regio niet altijd. Enkele maanden geleden moesten zijn soldaten in actie komen in het Syrische stadje Qusair. Kijk op Google maps om te zien dat Hezbollah zou worden afgesneden van Assad (en Iran) als de vrienden van Saoedie-Arabië en de verlengde arm van de Special Forces het stadje Qusair definitief in handen hadden gekregen.
Hezbollah zal deze keer niet zo stom zijn om aan de zuidgrens van Libanon een Israëlische soldaat te ontvoeren, maar een grensincident (zie het waterpijpje hierboven) is door Israël snel gecreëerd als de tijd rijp wordt geacht. In Noord-Libanon zijn door Saoedie-Arabië gesteunde extremisten al wekenlang actief met bomaanslagen in Hezbollahwijken en andere provocaties. Wetende dat in de Libanese context de leiding van de aangevallen partij dat niet blijvend uit taktische overwegingen onbeantwoord kan laten (Hezbollah ontleent zijn respect voor een groot deel aan de bescherming van “zijn” bevolking).
EU: voorgesorteerd
In juli dit jaar kregen de VS en Israël de Europese Unie zover om de militaire arm van Hezbollah op de lijst van terroristische organisaties te zetten. Op die manier komt het terrorisme inderdaad naderbij zoals Europese alarmisten al lang beweren. Een kwestie van definitie. Israël onderbouwt zijn oorlogen altijd nauwgezet met legalistische argumenten. Als Israël Libanon weer zal aanvallen dan zal dat een “gerechtvaardigde strijd zijn tegen terroristen die misdaden plegen tegen Israëliërs, Libanezen en Syriërs”. De EU heeft zichzelf in feite nu al in een bepaalde positie laten voorsorteren. Wanneer komt zo’n aanval? Eén ding moet men de Israëlische strategen nageven: over de vraag wanneer exact en waar precies de aanval komt hebben zij zich nog nooit in de kaart laten kijken.
zie voor artikelen door Jan Schnerr over de Libanonoorlogen:
http://jaffadok.nl/libanon-1982/
http://jaffadok.nl/libanon-2006/
Jan Schnerr, 31 augustus 2013
publicist Midden-Oosten, ex-ceo ziekenhuizen