De Zapatistas die strijden voor de rechten van de inheemse Mexicanen zijn ongetwijfeld de meest aparte rebellengroep die de wereld ooit heeft gekend: het woord – en niet de wapens – is hun belangrijkste strijdmiddel. Zij worden bovendien de eerste postmoderne guerrillastrijders genoemd, omdat zij via het internet de oorlog verklaarden aan de Mexicaanse regering.
De allereerste keer dat de wereld kennismaakte met deze Zapatistas was op 1 januari 1994: de dag dat de NAFTA in werking trad, namen 6.500 Maya’s en enkele mestizo’s de wapens op – de NAFTA is de vrijhandelszone die werd afgesloten tussen Mexico, Canada en de Verenigde Staten en die de ‘doodsteek’ betekende voor de inheemse, straatarme boeren. Deze rebellengroep was zich al sinds 1983 aan het voorbereiden in de bergen van de Lancadon en noemde zichzelf het Zapatistisch Nationaal Bevrijdingsleger (EZLN), naar de nationale volksheld Zapata.
Ya Basta!
De rebellen veroverden op die beruchte nieuwjaarsdag zeven steden in de staat Chiapas. Voor de ogen van vele Mexicanen en de lenzen van enkele verraste toeristen en lokale pers, riepen zij op tot respect voor de rechten en cultuur van de inheemse bevolking van Mexico. Na vijfhonderd jaar van vernedering en uitbuiting spraken zij hun befaamde ‘Ya Basta!’-kreet (‘Nu is het genoeg!’) uit. Mexico telt 62 verschillende inheemse volkeren en alleen al in Chiapas maken zij ruim een kwart uit van de 4,8 miljoen inwoners die de staat rijk is. Na 12 dagen werd op vraag van honderdduizenden sympathisanten een wapenstilstand afgesloten, die tot de dag van vandaag door de EZLN wordt gerespecteerd.
Zelfbestuur
Na jaren van onderhandelen, verdragen die dode letter bleven en verschillende Mexicaanse presidenten met een dubbele agenda, beslisten de Zapatistas om op 9 augustus 2003 een eigen autonome overheid op te richten. In de staat Chiapas zouden de vijf ‘Juntas de Buen Gobierno’ (‘Colleges voor Goede Bestuur’) voortaan dertig autonome Zapatista-gebieden vertegenwoordigen. Deze colleges zijn verantwoorlijk voor voedsel, land, werk, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur, belastingen, justitie en veiligheid. Hun manier van besturen kan het beste omschreven worden als een participatieve democratie, met de overtuiging dat: “Wie regeert, doet dat door te gehoorzamen aan het volk.”
School van de vrijheid
De Zapatistas staan erom bekend dat zij telkens weer weten te verrassen: ze lanceren een luchtaanval met papieren vliegtuigjes, trekken naar de hoofdstad om het Mexicaans Congres toe te spreken, en verschijnen na jaren van stilzwijgen in december 2012 plots met 20.000 gemaskerden in de straten van San Cristóbal de Las Casas. Deze keer pakken de rebellen uit met een ‘Zapatistisch schooltje voor de vrijheid’. In totaal krijgen 1.500 leerlingen uit 38 landen volgende week les over ‘Zapatismo’. Concreet zullen evenveel leerkrachten, 1.500 Maya’s, les geven over de drie thema’s zelfbestuur, participatieve democratie en vrouwenrechten.
Ondanks de vele vormen van ongewapend verzet, blijven tot op de dag van vandaag de regering en haar paramilitairen een ‘low intensity war’ voeren met repressie, nachtelijke patrouilles, doodsbedreigingen en moordpartijen. De woorden van secretaris-generaal van de Verenigde Naties Ban Ki-moon tijdens deze Internationale dag van de Inheemse Volkeren zijn veelzeggend: “Dialoog alleen volstaat niet. We moeten focussen op daden die de rechten van de inheemse volkeren vrijwaren.”