Monsanto en GGO’s: symbool van burgeremancipatie
Monsanto, GMO, Patenten, Ggo, Seralini, SRI, Genetica -

Monsanto en GGO’s: symbool van burgeremancipatie

vrijdag 9 augustus 2013 00:39
Spread the love

Er is over Monsanto al veel gezegd en geschreven, maar misschien komen we daardoor wel op een punt waar door de bomen het bos niet meer zien. Zodat we bij gebrek aan beter ons maar vasthouden aan onze gevormde ideologie: namelijk dat GGO’s (of Genetisch Gemodificeerde Organismen) ofwel de toekomst en de redding zijn van de voedselproblematiek in de wereld, of dat ze puur kwaad en vergif zijn die onze verdoemenis inluiden.

Monsanto is op een punt gekomen dat ze voor andersglobalisten, ‘truthers’ en andere alternatieve burgers (met als voorbeeld de recente March against Monsanto) één van dé symbolen zijn van de kwaaie bedrijfswereld die nietsontziend elke moraal of elk menselijk leven aan de kant schuift voor meer geld, meer macht en vooral méér. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat net Monsanto wereldleider is in de biotech-industrie.

Maar is die demonisering van Monsanto zelf eigenlijk wel fair? Er zijn toch andere bedrijven die zich op het biotechnologische paradepaardje van GGO’s gestort hebben? Dow Chemical, het Duitse Bayer, of bv. Cropdesign, het Belgische bedrijf van GGO-pionier Marc Van Montagu, nu deel van de groep BASF. Dus waarom al die focus op Monsanto?

Lange armen met diepe zakken

Wel als we de biotechwereld zouden verplaatsen naar de gevangenis is Monsanto ‘the biggest, baddest motha in the whole joint‘. Niet alleen is het marktleider in de wereld wanneer het komt op GGO-zaden; ze weet ook nog eens de regels en patenten naar haar wil te buigen in de Corporatocratische Staten van Amerika, iets waar Europese biotechbedrijven momenteel alleen maar van kunnen dromen. De bio-techindustrie is in de US big business met een lange arm. Een arm die ze maar al te goed weet te gebruiken.

Nog niet zo lang geleden was er de befaamde HR933 beter bekend onder zijn geuzennaam, de Monsanto Protection Act, waarbij enkele bepalingen ten voordele van de grote Biotechbedrijven zouden geschreven zijn.[1] Initiatiefnemer Senator Roy Blunt, maakte het wetsvoorstel samen met mensen van Monsanto, iets wat wel vaker gebeurd bij wetsvoorstellen in een wereld van lobbyisten en bedrijven met ettelijke miljoenen te veel. En waarvoor we uiteraard niet enkel naar Amerika dienen te kijken.

Het verschil tussen een soepele reglementering of een voorzichtige kan miljarden dollars/euros betekenen en economisch bekeken is een uit de kluiten gewassen lobby-industrie en PR bedrijven die de media proberen bij te sturen een teken van een gezond business-model.

Alleen zorgt zoiets niet voor veel vertrouwen bij de consument die zich (terecht) kan afvragen waarom Monsanto in dit geval zoveel tijd, moeite en geld steekt in sweet deals en sponsoring van congresleden als hun GGO-technologie het wonderproduct is waarvoor ze het altijd proberen te slijten.

Rat-à-tuer

En dan was daar die Franse studie, u weet wel, die met die ratjes met gigantische tumoren. Los van het feit dat zo’n beelden uiteraard sensationeler zijn dan wetenschappelijke tekst, kreeg de GMO-agenda de wind van voor in de publieke opinie.[2] In de dagen erna keerde het tij echter. Verschillende prominente wetenschappers zouden bezwaren aantekenen tegen de bevindingen van Prof Seralini. Te weinig testsubjecten, een verkeerde methodologie, de verkeerde soort ratten (die al van nature meer tumoren zouden ontwikkelen), de anti-GGO-houding van Seralini,… Forbes kwam met een artikel op de proppen waarbij verschillende ‘pijnpunten’ van de studie naar voor geschoven werden. [3]

Als we de opmerkingen analyseren bekruipen ons verschillende gedachten. De zogenaamde anti-GGO-houding kan makkelijk omgekeerd worden bij al die -meestal in het bedrijf zelf uitgevoerde- veiligheidstesten waarvan de uitkomst pro-GGO is en waardoor de regulatoren zich uitspreken over de veiligheid van de welbepaalde GGO. Ideologie speelt nu eenmaal een rol bij wetenschap en wat voor de ene kant zou gelden, doet dat al zeker voor de andere kant (waar er nog veel grotere geldelijke motieven zijn)

Maar wat met de andere argumenten? Moeten we star bij het anti-GGO standpunt blijven en alles dat ook maar enigszins anti ruikt verdedigen omdat het in ons kraam past? Wel, dat lijkt mij persoonlijk niet verstandig. Ten eerste creëren we daardoor een welles-nietes spel waarbij de geloofwaardigheid van criticasters wordt tenietgedaan omdat deze niet eens kritisch blijken te zijn voor de eigen argumenten.

Ten tweede kan het mijn inziens perfect dat biotechnologie een veilige voordelige uitkomst kan geven in een welbepaalde situatie. Maar dit dient dan geval per geval bekeken te worden na uitvoerige, langdurige testen vooraleer ze überhaupt op het grote publiek losgelaten worden.

Ter verdediging

Even terug op het Forbes-artikel en de kritiek op de Seralini-rattenstudie. Elke aanval verdient een wederwoord en dat wederwoord kwam iets later op Independent Science News. Een grote groep wetenschappers uit verschillende landen ondertekenden een brief [4] waarbij ze n.a.v. de hele controverse verschillende zaken aankaartten. Hierbij maakten ze o.a. gewag van een geschiedenis van aanvallen op elke studie die risico’s vond in het GGO-verhaal, een wetenschappelijke media die (blind) deelneemt in de aanvallen, een verkeerde weergave in media-rapportage, een belangrijke schuld bij de zogenaamde ‘regulatoren’ (FDA, EFSA,…) en als laatste de politiek die hand en hand gaat met de winstgevende biotechnische industrie (en soms samenwerkt en dus investeringsbelangen heeft in het slagen). Dit wederwoord kwam niet terecht in de mainstream-media.

Het is zeker de moeite waard om het originele document te lezen maar ik geef u graag een korte bloemlezing uit hun argumenten mee . Over de gebrekkige methodologie van de studie argumenteren zij dat er met twee maten en gewichten wordt gewerkt. Je kan niet enerzijds Seralini aanvallen omdat hij slechte wetenschap bedrijft terwijl net dezelfde methodologie gebruikt zou worden door de industrie die uiteraard positieve resultaten bekomen met hun veiligheidsstudies.

Tom Sanders, een criticus van de Seralini-studie, klaagde het gebruik van de Sprague-Dawley rat aan. Deze proefrat zou onderhevig zijn aan tumoren bij te veel calorie-inname (en dus een slechte keuze voor zo’n onderzoek) Nochtans wordt dezelfde rat gebruikt in de meeste studies door de industrie (waarbij ik aanneem dat bij deze laatste proeven calorie-restrictie primordiaal is)

Verder wordt beargumenteerd dat de verplichte protocollen die gevolgd moeten worden voor een goedkeuring door de regulatoren te simplistisch zijn en te weinig experimenten inhouden. Deze protocollen houden geen rekening met de meeste veranderingen van genen-expressie, behalve de eigenschappen waar de GGO-techniek op doelt (iets waar ik later nog op terugkom)

Over de oorspronkelijke studie van Seralini [5] wil ik graag als afsluiter van dit stuk nog wil vermelden dat het team van Seralini volgens de eigen bevindingen pas vanaf de vierde maand in de studie zware gezondheidsproblematieken vonden. De onderzoeken die door de industrie gesponsord worden belopen 3 maanden…

Alles komt neer op keuzes

Nu goed, zoals ik al stelde, vind ik an sich wel dat er over genetische manipulatie nagedacht kan worden. Het bezwaar dat we natuurlijke wezens (planten en dieren) niet mogen misbruiken voor onze eigen egoïstische doeleinden kan dan op ethisch vlak inderdaad hout snijden, maar wat doe je dan met die miljoenen planten en dieren die nu functioneel gekweekt worden voor onze voedselvoorziening? Hoe ga je met deze realiteit in het achterhoofd om met zo’n naturalistische bezwaren?

Problematisch wordt het echter als de keuzevrijheid voor zo’n ethisch/moreel vraagstuk wordt weggenomen omdat je geen inzage krijgt in de al dan niet genetisch gewijzigde oorsprong van wat je op je bord krijgt. Moeten we naar een situatie waarbij mensen door hun strot geramd krijgen wat de technocratische/corporocratische bovenlaag beslist voor hen? Of houden we ons toch nog aan keuzevrijheid? Zoals iemand de mogelijkheid krijgt om vegetarisch /veganistisch /halal /koosjer /…. te eten als dat past bij zijn eigen overtuiging (met enkele grenzen uiteraard, vb. kannibalisme)

Wat staat er op de doos?

Zo’n eerlijke labeling of informatie over producten zijn momenteel verre van duidelijk. In de EU zijn daar nog welbepaalde voorschriften voor. GGO-voeding, additieven en smaakstoffen zouden in principe op de labeling vermeldt dienen te worden. Bij voeding voor dieren die uiteindelijk op ons bord komen is dit echter slechts bij 4 van de 8 geautoriseerde GGO’s het geval hetgeen al minder geruststellend klinkt. [6]

En dan spreken we enkel maar over Europa. In de VS is labeling een hot topic waar tot nu toe nog steeds geen vooruitgang in is gekomen. En dit in hoge mate dankzij de vele lobbydollars vanuit Monsanto en de industrie. Vorige maand konden we nog een artikel lezen waarbij fijn uit de doeken werd gedaan hoe een poging van de staat Connecticut om labeling erdoor te krijgen, werd gecorrumpeerd tot een wettelijk gedrocht vol voorwaarden waardoor de mensen van Connecticut nu mogen wachten tot hun buurstaten ook met gelijkaardige wetgeving komen. [7]

En dit is slecht één van vele voorbeelden. Senator Bernie Sanders van de staat van Vermont probeerde wetgeving erdoor te krijgen die de afzonderlijke staten het recht (niet de plicht) gaf om zelf voor of tegen labeling te stemmen en niet afhankelijk te zijn van een federaal overkoepelende beslissing. Helaas lijkt de biotech-lobby-industrie in Washington genoeg met geld en raad gestrooid te hebben om dit billijk voorstel af te schieten.[8]

Theorie en uitvoering

Maar goed, afgezien van de labeling en het probleem van keuzevrijheid, hoe zit het met de beloften? Zijn de GGO’s een zege voor de mensheid?

Laten we eens terug het Forbes-artikel lezen en het voorbeeld erbij nemen van de genetisch gemanipuleerde zalm die twee keer zo snel gekweekt kan worden middels de aanpassing. Als we zeker zouden kunnen zijn dat daar geen schadelijke gevolgen aan zijn -en dit is een grote als- en we willen in de toekomst een wereld waarbij er nog altijd zalm genuttigd wordt (die gezonde omega-3 vetten waar we ons tegenwoordig zo van bewust zijn), zonder een té grote druk te leggen op het wildleven in onze zeeën. Wel…waarom zouden we dit dan niet overwegen om die weg te bewandelen? Een fair argument denk ik dan.

In het artikel van Forbes zelf wordt al op een probleem gealludeerd. Een veilige GGO die ervoor zorgt dat er dubbel zoveel kan worden geproduceerd zonder de zeeën te belasten allemaal goed en wel (nog eens…de ethische bezwaren even buiten beschouwing gelaten) maar wat doe je met GGO’s die gekweekt worden om bestand te zijn tegen herbiciden zodat de boeren nog een paar keer extra langs de kassa kunnen van dezelfde biotechreuzen vanwaar ze de GGO-zaden haalden? Er is nu eenmaal een groot verschil tussen een utopisch beeld en de marktlogica die monopolistisch gedrag propageert. Kunnen we ervan uitgaan dat de biotechindustrie maatschappelijke overwegingen laten primeren op staalharde marktlogica?

Beschuldigde, sta op

Een goede manier om mensen te beoordelen is hun gedrag uit het verleden onder de loep nemen. Misschien kunnen we hetzelfde proberen met Monsanto aangezien zij hier op de spreekwoordelijke beklaagdenbank zitten. Als we die geschiedenis erbij nemen, zien we een veelvoud aan schandalen, schadelijke producten en een schandelijke verzuim om in te grijpen zelfs als achteraf blijkt dat ze binnenskamers goed en wel op de hoogte waren van de toxische problemen van hun producten. Van DDT tot Agent Orange, van Bovine groeihormoon (voor runderen) tot PCB’s,… [9]

Of voor wie liever een documentaire bekijkt is er The World according to Monsanto dat een ontluisterend beeld van de biotechreus brengt. Zoals bij elke documentaire is de waarde des te groter als het je aanzet tot aanvullend opzoekwerk en niet klakkeloos aanvaarden van wat voorgesteld wordt, maar er is mijn inziens genoeg materiaal te vinden om die vergelijking met een gevangenis van in het begin van dit artikel te rechtvaardigen.

Het lijkt onwaarschijnlijk dat enkel Monsanto het lelijke eendje in de boerderij is. Misschien valt hun modus operandi niet te vergelijken met die andere biotech-reuzen (de zogenaamde Big Six) [10] maar de harde marktlogica van industriereuzen zijn maar zelden begaan met humanitaire overwegingen. Hoe hoger aan de top, hoe verder verwijderd van de mensen. Die laatste worden nummers en als dat ene getal (winst) baat heeft bij een strategie die het andere getal (de mensen) schade berokkent (er zijn er ook zoveel, niewaar?) dan moet dat maar.

De tweede groene revolutie: biotech-feodalisme

Maar goed, nu we Monsanto even de spotlight gegeven hebben, gaan we terug naar het algemene GGO-verhaal. We hebben ondertussen al aangetoond dat een veilige GGO misschien zijn merites kan hebben, maar dat de big business biotech-industrie nu niet de meest betrouwbare is om die technologie in handen te geven.

Dit monopolistisch gedrag wordt nog problematischer als we het hebben over het hele patentrecht van GGO’s. Ten eerste is het verre van evident dat levende wezens/zaden gepatenteerd zouden mogen worden, maar uiteraard verdwijnen de grote winsten als men geen patent zou kunnen nemen. Een ander probleem van de hele patentkwestie zijn de zogezegde GGO-contaminaties. Als er van een naburig veld GGO’s op jouw veld verzeild geraken, behoudt de patenthouder ook zijn rechten op zaden die afkomstig zijn van de oorspronkelijk zaden. Een wurggreep op boeren wereldwijd waar inmiddels al menige rechtszaak is van gekomen. [11]

Ten andere lijkt de biotech-wereld graag te opteren voor zogenaamde terminatorseeds. Dat zijn zaden waarvan de nakomelingen geen vruchtbare zaden zouden geven. Waardoor boeren verplicht zijn om elk jaar opnieuw langs de kassa te passeren en in se terug feodale lenen zouden worden bij de grote biotech-leenheer. Gelukkig zijn er ondertussen meerdere initiatieven van boeren die samenwerken tegen deze reus en steeds meer Daviden nemen de katapult op tegen deze Goliath. [12]

Me knows science!

Laten we dan uiteindelijk nog eens kijken naar -we zouden het bijna vergeten- de wetenschap. Bij GGO’s gaat men een vreemd gen inbrengen in het DNA van het te wijzigen organisme waardoor deze gewenste eigenschappen krijgen. Of dat is toch de bedoeling. Dit gewijzigd DNA zal er in de praktijk voor zorgen dat andere proteïnen aangemaakt worden in de cel. [13]

Vroeger, toen onze kennis over DNA nog in zijn kinderschoenen stond, dacht men dat er voor elke proteïne een corresponderende DNA-sequentie was die voor die proteïne verantwoordelijk was. Een wijziging in dat stukje zou dus volgens die theorie enkel voor de gewenste proteïne zorgen (de reden waarom men bij veiligheidsstudies enkel naar deze proteïne kijkt zoals ik al vermeldde bij de Seralini-studie)

Maar deze theorie van ‘één stukje DNA leidt tot één proteïne ‘ is foutief. De resultaten van het Humane Genome Project vonden slechts een 20.000-tal genen in ons DNA terug. En dit voor de naar schatting minstens 10 miljoen verschillende proteïnen in het menselijk lichaam. Een niet onaardig verschil.

De waarheid is dat genen momenteel nog zo complex zijn dat we veel te weinig afweten van hoe ze werken. Wat we wel weten is dat ze helemaal niet zo causaal werken als vroeger werd gedacht. Geneticus Philip Gell, Professor Emeritus aan de universiteit van Birmingham stelde het ooit zo: ‘The heart of the problem lies in the fact that we are dealing not with a chain of causation but with a network that is a system like a spider’s web in which a perturbartion at any point of the web changes the tension of every fibre right back to its anchorage in the blackberry bush. The gap in our knowledge is not merely unbridged, but in principle unbridgable and our ignorance will remain ineluctable.’

Eén verandering kan leiden tot onvoorzienbare uitkomsten en leiden tot meer toxische uitkomsten dan we vermoeden. Waardoor dat ene kleine stukje van DNA dat gewijzigd wordt voor onvoorziene gevolgen kan leiden. Thierry Vrain, die vroeger in de biotech-industrie werkte, geeft nog eens een overzicht aan van de geschiedenis en haalt ondertussen ook de problemen aan met de wetenschap achter de GGO’s.

Proefmensen

Zijn wij bereid om proefkonijn te spelen? James Le Fanu beschrijft in zijn boek The Rise and Fall of Modern Medicine [14] hoe de meeste medicatie van de medische revolutie (volgens zijn visie) ontstond vlak voor of in Wereldoorlog II. Op ‘korte’ tijd werden antibiotica en steroïden gevonden. Niet uitgevonden, maar eerder per toeval ontdekt middels een gezonde dosis geluk, wat menselijke koppigheid en het mysterie van de natuur. Zo is het nog altijd niet geweten wat het nut is van antibiotica voor de organismen die ze aanmaken.

Het punt is dat de medicaties voor het grootste deel (en zeker bij hun ‘vondst’) berustten op empirische ondervinding en niet op een rationeel begrip van de werking van al die chemicalieën. Vaak kwamen we pas jaren later nadat we zagen dat het werkte te weten hoe en waarom iets werkte. Van sommige stoffen weten we eigenlijk nog altijd niet goed hoe en waarom het werkt. Al zijn er uiteraard vermoedens, maar deze zijn evenveel waard als een plastic zak over een kapotte autoruit bevestigen. Je geeft het vermoeden dat de auto dicht is maar dit feit wordt zo doorprikt.

Een goed voorbeeld dat in het boek aangehaald wordt, is de maagzweer. Tot jaren geleden zochten wetenschappers de oorzaak van maagzweren bij stress, voeding, genetische aanleg tot een overschot aan maagzuur…. en hoewel deze misschien de situatie kunnen aggraveren, werd deze hele theorie onderuit gehaald toen een koppige jonge Australische dokter, genaamd Barry Marshall, de tot dan toe ‘onmogelijk geachte’ oplossing vond. Maagzweren werden veroorzaakt door een bacterie. Een bacterie waarvan ervoor werd gedacht dat die onmogelijk kon overleven in de zure omgeving van de maag.

Als het over genen en DNA aankomt zijn we als kinderen in de speeltuin. We steken al eens wat zand in onze mond en vallen al eens van het klimwerk, maar dat die speeltuin maar een miniem stukje is van de hele wereld waar we ons nauwelijks van bewust zijn, weerhoudt ons er niet van om zelfverzekerd rond te lopen zonder ook maar een enkele zorg.

Bij medicatie valt zo’n aanpak nog te veroorloven. Als we moeten kiezen tussen mensen die van pneumonie op een afgrijselijke manier sterven of het testen van een nieuwe vondst (antibiotica) die misschien zou kunnen helpen maar waarvan we de werking nog niet al te goed begrijpen is de keuze vlug gemaakt.

Reden te meer dat mensen die zwaar ziek zijn vaak willen participeren aan experimentele nieuwe medicatie. Als je met je rug tegen de muur staat, wil je al gauw de onzekere sprong voorwaarts wagen.

Maar voedsel is geen medicatie dat dient als een laatste redmiddel (Hippocrates zijn maxime: ‘Laat voedsel uw medicatie en medicatie uw voedsel zijn’ even buiten beschouwing gelaten) en ‘gezonde’ mensen zijn geen zwaar zieken. Trouwens, zelfs bij die laatste is er keuzevrijheid, geen dwingelandij om willens nillens de nieuwe medicatie te moeten slikken als de Mad Scientists dit willen (of dat zou toch zo moeten zijn)

En daar wringt het schoentje met de grote biotech-reuzen. Zo’n slokoppen zijn als Holle Bolle Gijs. Veel is nooit genoeg en hoe meer controle zij kunnen houden en wegnemen van controle-organen of mogelijke consumenten hoe liever ze het hebben. Mochten ze hun zeg hebben, zou 100% van alle voedsel via hun handen passeren. Maar goed…waarheen moet het dan wel gaan?

De nieuwe cultuur

Wat we broodnodig hebben is een cultuur voor de underdog. Waarbij consumenten liever de kleine (plaatselijke) kruidenier of KMO steunen dan de grote reus. Miljoenen Daviden ondergaan maar al te vaak de hegemonie van die Goliathen zonder hen een strobreed in de weg te leggen. En hoe meer ze hun tentakels kunnen uitstrekken, hoe minder wij iets te zeggen hebben. Laat het nu maar al te duidelijk zijn dat in hoeverre de wetenschap finaal GGO’s zal goedpraten of afkeuren, de motivatie voor GGO’s is niet ingegeven door humanitaire weldoenersinitiatieven maar harde monopolistische marktlogica.

En het kan anders. Net wanneer GGO’s op ons bord gegooid worden om de voedselproblematiek in de wereld te verhelpen, zijn er tekenen dat de beste methodes en meest praktisch beloftevolle technieken niet in de wereld van GGO’s of chemicaliën hoeven gezocht te worden, maar eerder bij gewone agro-ecologische methodes en een betere kennis en uitvoering van deze zaken. Een rapport van de UN in 2011 schoof deze naar voor als belangrijkste middel in die plekken waar honger het meest voorkomt. [15]

En in februari van dit jaar konden we in The Guardian nog een artikel lezen over SRI (System of Rice/Root Intensification) waarbij mensen in de armste regionen van India zonder GGO of herbiciden record-oogsten van rijst verkregen. [16] Deze methode zorgt ervoor dat boeren minder zaden, minder water en minder chemicaliën dienen te gebruiken. En er zijn nog vele andere ideeën die allemaal gemeen hebben dat ze weg gaan van het big business-model. En lijkt de weg die we dienen te bewandelen weg te gaan van dit model. Naar een nieuwe cultuur waarbij we de boer zelf terug meer centraal komt te staan.
Ik laat u graag het artikel zelf lezen maar wil toch afsluiten met volgende quote van Anil Verma uit het artikel.

Als een wetenschapper of bedrijf met een technologie op de proppen zou komen die bijna een 50%-toename realiseert in oogst en dat zonder extra kosten, zouden ze een Nobelprijs krijgen. Maar als jonge boeren uit Bihar dit doen, krijgen ze niks.

Maar Anil toch…je weet toch dat Monsanto hier geen winst uit kan krijgen…?

Voetnoten

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!