Voedselcrisis
De burgerbevolking is niet enkel rechtstreeks doelwit van de gevechten, maar heeft ook te lijden onder een steeds ondragelijker wordende humanitaire crisis. In juni kon het World Food Program (WFP) amper hulp verlenen in de provincie Al-Hassakeh, grotendeels Koerdisch gebied, vanwege gewapende bendes die de toegangswegen controleren.
Vorige maand deelde het WFP zelfs helemaal geen voedsel uit in Al-Hassakeh, ondanks de grote nood (zie ook de bijlage onderaan: Logistics Cluster, de grootste logistieke humanitaire partner, zond in de eerste helft van 2013 geen enkele truck naar Al-Hassakeh). Op 26 juli legde het UNHCR uit noodzaak een luchtbrug aan naar Qami?lo, de belangrijkste Koerdische stad in Syrië, om de bevolking te kunnen bijstaan.
Ook langs de andere kant, over de Turkse grens, is het leveren van hulp aan de Koerdische regio praktisch onmogelijk. Nadat Saleh Muslim, co-voorzitter van de PYD (Partiya Yekîtiya Demokrat, Democratische Eenheidspartij), de grootste Koerdische politieke partij in Syrië,Turkije bezocht, beloofde het Turkse ministerie van buitenlandse zaken haar grenzen te openen voor hulpgoederen bestemd voor ngo’s actief in Rojava.
Deze beslissing is echter nog niet in de praktijk omgezet, zo blijkt uit getuigenissen. Ook is er in de Turkse media, berucht om haar ‘Koerdenallergie’, stemmingmakerij als zou de Turkse regering met deze beslissing noodhulp geven aan de PKK (Partiya Karkerên Kurdistan, Koerdische Arbeiderspartij).
Politisering van de hulp
Te midden het kluwen van politiek, interreligieus, intersektarisch en interetnisch geweld in Syrië is ook de humanitaire hulp gepolitiseerd geraakt. Bepaalde afdelingen van de Arabische Rode Halve Maan staan onder controle van het regime en de meeste Islamitische noodhulporganisaties blijven weg uit de Koerdische regio.
Koerdische partijen en organisaties hebben zich sinds het uitbreken van de burgeroorlog immers verzet tegen de dominante invloed van de Moslimbroeders binnen de Syrische oppositie en Koerdische milities verdedigen zich tegen aanvallen van jihadistische groeperingen. De Koerden betalen nu de prijs voor het volgen van een eigen politiek.
Heyva Sor, de Koerdische Rode Halve Maan, kan als enige ngo permanente noodhulp garanderen in Rojava. Aangezien Heyva Sor geen lid is van de International Federation of Red Cross and Red Crescent Societies, enkel bestemd voor natiestaten, kan het niet rekenen op de nodige financiële en logistieke steun.
Er dient echter zeer dringend een humanitaire corridor opgezet te worden naar de Koerdische gebieden in Syrië. Zolang internationale hulporganisaties, vanwege praktische belemmeringen of politieke motieven, Rojava niet bedienen, is de bevolking in de Koerdische regio’s afhankelijk van de giften aan Heyva Sor.De noden in de Koerdische regio zijn op dit moment zeer eenvoudig, er is een gebrek aan alles.
Daarom lanceert het Koerdisch Instituut Brussel een oproep tot steun aan Heyva Sor. Voor meer informatie, klik hier.