Het was heet op de eerste dag TAZ in Oostende. Wellicht iets minder heet dan in Gent, Brussel of Antwerpen, maar toch heet genoeg om enig medelijden te hebben met de vele dramatis personae die in openlucht, onder een meedogenloze zonnehemel, hun teksten moesten memoriseren en bovendien nog uitspreken ook.
Zelfs als toeschouwer was het niet te doen om het hoofd koel, laat staan erbij te houden. Ik was dus enigszins opgelucht dat alle voorstellingen reeds uitverkocht waren, zodat ik een valabel excuus had om af te haken.
’s Avonds trakteerde SABAM op drie concertjes: twee in De Grote Post, waar de temperatuur inmiddels ook tot saunaniveau gestegen was, en eentje in de grote tent aan de overkant, door de organisatoren Café Koer genoemd. Stijn Meuris heb ik overgeslagen wegens beugemeurist, een kwaaltje dat ik vooral te danken heb aan praatprogramma’s op radio en televisie, veel minder met zijn werk op de bühne. Toen ik er aankwam werd De Grote Post net door de brandweer geëvacueerd: een probleempje in de lift. Meteen werd ook duidelijk dat het pas vernieuwde gebouw, met zijn mooie maar antieke draaideuren, niet holderdebolder ontruimd kan worden. Het oponthoud duurde slechts een kwartiertje maar toen die hele massa terugkeerde naar boven, waar Big Noise in de panoramazaal op de hoogste verdieping zou spelen, zakte de moed me in de schoenen, wat gepaard ging met het verlies van ettelijke liters lichaamsvocht en bijgevolg veel te natte kleren.
In afwachting van het slotconcert ben ik dan maar in het Leopoldpark gaan slenteren, tussen de mooie grote foto’s van negentien fotografen uit Afrika, Frankrijk en Spanje, verzameld onder de noemer Picha.
Voor het optreden van Piv Huvluv en Bruno Deneckere hadden de organisatoren tafels en stoelen geplaatst in de grote tent van Café Koer. Door het voortdurende geroezemoes van het publiek dat buiten stond na te praten was het geen sinecure voor de lokale stand-upcomedian (uit Bredene) om zijn werk naar behoren te doen. Nu, Huvluv is ook meer een entertainer die je op campings verwacht dan op een theaterfestival, maar hij kweet zich voortreffelijk van zijn taak. Veel humor kwam er niet aan te pas, al oogstte hij heel wat bijval met het schalkse commentaar dat hij gaf bij oude singles en elpees uit zijn platenkast (die hij uiteraard ook afspeelde op een oude platenspeler, toen nog pick-up genoemd). Hij werd af en toe bijgestaan en afgewisseld door gitarist Bruno Deneckere, die zich niets van het rumoer aantrok en zelfs de meest verstilde akkoorden prijsgaf, zelfs al kon je die niet horen. De ‘show’ werd na anderhalf uur afgerond met de meezinger ‘Het is zomer in Oostende maar het regent in mijn hart’.
Vandaag wordt het naar verluidt nog heter. Benieuwd dus of ik dag twee zal overleven.
MISSELYk