Het Great Barrier Reef kreeg het de voorbije jaren bijzonder hard te verduren door tropische stormen zoals de cycloon Larry in 2007 en Yasi in 2011. Volgens een overheidsrapport zijn de stormen goed voor ongeveer de helft van de schade aan de koralen.
De tweede grote bedreiging voor het rif is de doornenkroon, een zeester die zich voedt met koraalpoliepen. De voortdurende vervuiling van het rif met meststoffen uit de landbouw maken de zeesterren tot een echte plaag, goed voor naar schatting 42 procent van de schade. De overige 10 procent is te wijten aan de klimaatverandering, waardoor het koraal verbleekt.
Suikerteelt
De schade is niet overal gelijk: het noordelijke deel van het Great Barrier Reef blijft voorlopig gespaard van de snelle teloorgang die wel in het centrale en zuidelijke deel vastgesteld wordt. Wetenschappers zien een link met activiteiten op land: in het noorden is er geen suikerteelt, waardoor minder meststoffen in het water terechtkomen.
Zowel de federale Australische regering als de overheid in de deelstaat Queensland hebben inmiddels plannen aangekondigd om het rif te redden. Ze investeren respectievelijk 200 en 175 miljoen Australische dollar (140 en 122 miljoen euro) in programma’s om vervuiling met meststoffen te verminderen.