‘Boulevard of broken dreams’, niet de goede weg richting werk

‘Boulevard of broken dreams’, niet de goede weg richting werk

donderdag 11 juli 2013 09:45
Spread the love

We riskeren een generatie kwijt te raken die we broodnodig hebben om de vergrijzingstsunami aan te pakken, zo onderschreef onlangs  Pieter Timmermans (VBO) de stelling van een ‘verloren generatie’ ina  de berichten over de stijgende jeugdwerkloosheid.

Fout, denk je, als je het opiniestuk van Ruben Mooijman en andere arbeidsmarktdeskundigen las in De Standaard van eind juni. “De verloren generatie bestaat niet”, zo luidde de titel.  “Ruim 9 op de 10 Europese jongeren zijn niet werkloos, Europa publiceert misleidende cijfers”, zo stellen ze. De jeugdwerkloosheid stijgt, omdat de de algemene werkloosheid stijgt. Door van de jongerenwerkloosheid een probleem te maken, doet Europa aan leeftijdsdiscriminatie. Een twintigjarige werkloze is geen groter probleem dan een dertigjarige werkloze”.

Toch waar, zeg je dan, als je de recente blog doornam van Fons Leroy met als intrigerende vraag ”Wat als de jeugdwerkloosheid een bank zou zijn”?  Ze zou prioritair gered worden, want het is een  bank van onbenutte, gestockeerde talenten.

Verloren generatie, ja,nee?

Hoe je de statistische cijfers ook interpreteert en uitlegt, werkloosheid is  altijd een probleem. Zeker wanneer werkloosheid zich dreigt om te zetten naar langdurige werkloosheid. En dat is wat er achter de cijfers aan het gebeuren is. Voor die experten die verzuimden het na te kijken: in mei 2012 waren er 35.431 jongeren werkloos, waarvan 9490 minstens 1 jaar. In mei 2013 zijn er 40.125 jongeren werkloos waarvan 11.398 minstens één jaar. Een stijging met 13%. Noch de jongere zelf, noch hun ouders hebben een boodschap aan de stelling “dat  een twintigjarige werkloze geen groter probleem is dan een dertigjare”.  

Uit de recente VDAB schoolverlatersstudie blijkt  dat 2.500 schoolverlaters na 1 jaar nog altijd geen werkervaring hebben kunnen opdoen. En dat 1 op 8 schoolverlaters ongekwalificeerd, dus zonder diploma secundair onderwijs, op de arbeidsmarkt terechtkomt. Door de crisis moeten jongeren gemiddeld 8 maanden zoeken achter een job. Gebrek aan werkervaring is daarbij steeds het makkelijke excuus voor de niet aanwerving. Koppel dit aan studies die  duidelijk aantonen dat  langdurige inkomens- en werkonzekerheid in een vroege fase van het (werk)leven langdurige schade oplevert en je weet hoe laat het is. Hooggespannen jobverwachtingen worden niet ingelost, opgedane kennis blijft onbenut en vervaagt.

Dit alles is een enorm maatschappelijk probleem.  Zelfs de OESO stelde het onlangs op scherp: “er is dringend aandacht vereist voor de jeugdwerkloosheid aangezien deze niet alleen het gelijkheids-en solidariteitsbeginsel tussen generaties dreigt te schenden maar bovendien de kans vergroot op politieke en maatschappelijke onrust”.

Inzetten op werk en werkervaring. In heel België. En voor alle jongeren.

Daarom heeft het Vlaams ACV  op zijn recent Congres (mei 2013) beslist om  actief  in te zetten op een brede realisatie van het Europees jeugdgarantieplan.

Brussel en Henegouwen krijgen, met hun jeugdwerkloosheid boven de 25%,  in de Europese begroting uitzicht op extra middelen om daar werk van te maken. Maar het zou een globaal project voor België moeten worden. Door iedereen die jonger is dan 25 en al vier maanden geen opleiding of werk meer heeft, ongeacht de scholingsgraad,:

  • of een aanbod te doen voor een kwaliteitsvolleopleiding en betaalde, degelijke begeleide stage die de positie van de jongere op de arbeidsmarkt wezenlijk versterkt;
  • of te bemiddelen  naar een kwaliteitsvolle(tijdelijke) arbeidsplaats.

In beide gevallen moet het gaan om banen met een motiverende arbeidsinhoud, correcte arbeidsomstandigheden,arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden aanwezig zijn. Inclusief opbouw van sociale zekerheidsrechten. Daarom ook moeten voor ons tijdelijke contracten en uitzendcontracten na maximaal 6 maanden worden omgezet in contracten van onbepaalde duur.

Het ACV wil de jongerengarantie niet alleen uitrollen over het hele land, maar ook over alle jonge werkzoekenden. Dus  niet enkel voor de kortdurig werkloze jongeren, zoals Europa voorhoudt.  Maar net zo goed voor de langdurig werkloze schoolverlaters.  Die dreigen vanaf 1 januari 2015 hun inschakelingsuitkering te verliezen, ingevolge de beperking tot drie jaar van het recht op een inschakelingsuitkering, door deze regering vorig jaar nog beslist.  Laat ons dus tegen eind 2014 klaar staan met de benadering dat elke jongeren die zonder uitkering dreigt te vallen, het uitzicht krijgt op een volwaardige werk- of opleidingsaanbod, dat hem of haar vrijwaart van uitsluiting.  Want het is insluiten dat we moeten doen.  

Inzetten op preventie

De ongekwalificeerde schoolverlaters zijn een andere belangrijke bekommernis . Ongemotiveerde studiekeuzes of te vroeg en gedemotiveerd de schoolbanken verlaten is daarvan vaak de onderliggende oorzaak.

Daarom wil het ACV dat de ministers van onderwijs en van werk samen inzetten op een gedegen sensibilisering en informering rond kansen op de arbeidsmarkt voor zij die tijdens de lessen zitten te dromen van een werkplunje en hopen dat het gras op de arbeidsmarkt groener is dan dat van “de speelplaats”. Door jongeren duidelijk te informeren over de jobs waar ze met hun actuele competenties kans op kunnen maken, kunnen we ze motiveren voor een duidelijk beroepskwalificerend traject met aanwervings-en kwalificatiekansen. Of voor het verderzetten van de leerloopbaan in het onderwijs. Met de nodige begeleiding en  kwalitatieve tewerkstelling tijdens de leerloopbaan én een gedegen bemiddeling en loopbaanbegeleiding eens ze de arbeidsmarkt betreden, kunnen we ze dan meer succesvol op snelle wijze in de arbeidsmarkt proberen te integreren.

De samenwerking in de strijd tegen jeugdwerkloosheid mag trouwens niet stoppen bij de Vlaamse ministers van werk en onderwijs. Evengoed moeten de regio’s en het federale de handen in elkaar slaan; Al was het maar om een opeenstapeling van soortgelijke maatregelen zonder echt perspectief naar loopbaanzekerheid te vermijden.

Alle instrumenten zijn daarvoor voorhanden, nu nog de politieke wil en de financiële middelen.

Ann Vermorgen, nationaal secretaris ACV

take down
the paywall
steun ons nu!