Koerdische straatverkopers die T-shirts van Atatürk verkopen in Gezi Park. "Ik sta wel achter wat er hier gebeurt. Het is goed dat ze protesteren. Maar ik weet zeker dat ze ons (Koerden) over een jaar alweer vergeten zijn. Wij zijn al dertig jaar slachtoffer van onderdrukking, maar deze mensen hebben ons nooit eerder geholpen”. (Foto: Zihni Özdil)
Opinie, Nieuws, Europa, Economie, Samenleving, Politiek, Turkije, Tmd, AKP, Recep Tayyip Erdo?an, Gezi Park -

Als het traangas neerdaalt: analyse van de Turkse protesten

We zijn nu ruim een maand na de start van de nog altijd voortdurende protesten in Turkije. Zihni Özdil maakt de balans op: "De ogen dichtknijpen voor de politieke en culturele polarisatie in Turkije en het wegwuiven van de zelfbeschikking van de conservatieve ‘Anatolische’ massa’s, zal het risico met zich dragen dat de moedige en gegronde Gezi Park-protesten uiteindelijk contraproductief worden".

maandag 8 juli 2013 16:21
Spread the love

In de afgelopen jaren heb ik de AKP-regering van Turkije bekritiseerd vanwege haar neoliberale economische beleid, alsook haar veronachtzaming van mensenrechten. In artikelen, lezingen, media en debatten heb ik aangegeven dat Erdo?ans Turkije noch een ‘na te volgen inspiratie’ noch ‘op het juiste pad’ was, zoals veel intellectuelen in zowel Turkije als daarbuiten betoogden.

Zelfopgelegde naïviteit

Het meest raadselachtig vond ik altijd hoe veel linkse progressieven in ‘het westen’ onverminderd positief waren over de Erdo?an regering. Ook al was deze zelfopgelegde naïviteit enigszins begrijpelijk – de abominabele staat van dienst van eerdere ‘seculiere’ regimes zorgde dat velen alles wat anders was omarmden, al was het doch niet legitiem of vruchtbaar.

Deze pro-AKP progressieven waren altijd onwillig om argumenten of feiten die hun enthousiasme voor de Erdo?an regering zouden beperken tot zich te nemen. Voor velen was het irrelevant dat de AKP sociaal conservatief, neoliberaal, anti-vakbond en patriarchaal is. Hun eigen pro-LGBT, pro-vakbond en feministische waarden werden in de ijskast gelegd vanwege de ‘vooruitgang’ die Erdo?an boekte in kwesties zoals het Koerdische vraagstuk en de macht van de militairen.

In werkelijkheid was dit wensdenken; er was geen reële vooruitgang maar slechts een verschuiving van de macht. De essentie van de partijpolitieke dynamiek in Turkije is namelijk een bittere machtsstrijd tussen oude en nieuwe neoliberale elites.

De laatstgenoemden hebben in het afgelopen decennium steeds meer institutionele bastions van de Turkse staat in handen gekregen met de electorale steun van de tot dan toe door de ‘seculiere’ stedelijke elites gemarginaliseerde arme conservatieve massa’s. In voorgaande decennia werd de Anatolische bevolking, inclusief de arbeidsmigranten en hun nakomelingen in de enorme stedelijke arme wijken, op verschillende manieren onderdrukt door de seculiere machthebbers.

Toen Turkije zich na de militaire coup van 1980 aansloot bij de neoliberale ‘Washington consensus’ werden toenemende economische ongelijkheid, onderdrukking van arbeidersrechten en vakbonden, bezuinigingen en privatiseringen het leidmotief van politiek bestuur. Corruptie en nepotisme tierden welig en de Anatolische massa’s werden als onwaardig behandeld in de staatsinstellingen van Turkije.

Voor de Koerden in Turkije was het een levende hel onder het regime van de ‘seculiere’ elites. Vooral in de jaren tachtig en negentig bereikte de onderdrukking van Koerden een situatie die veel kenmerken van etnische zuivering had. De Koerdische taal en cultuur werd gesmoord en verboden. Duizenden dorpen zijn platgebrand door het Turkse leger, velen zijn gemarteld op de meest gruwelijke manieren en miljoenen Koerden werden verdreven richting de sloppenwijken van steden als Istanboel en Diyarbakir.

In dezelfde jaren werden mensen en organisaties die opkwamen voor de rechten van vrouwen, LGBT en arbeiders ondergeworpen aan martelingen en traangas – inclusief vrouwen die protesteerden tegen het verbod op hoofddoekjes in Turkse universiteiten.

Toen de AKP aan de macht kwam in 2002 werden er beloftes gemaakt voor een ‘pluralistische democratie’, waarmee ze brede segmenten van de samenleving wist te mobiliseren. Grote delen van groepen die slachtoffer waren geweest van voorgaande regimes – van linkse intellectuelen tot jonge vrouwen met hoofddoeken – hoopten dat de AKP die belofte zou waarmaken. Het enige verschil met vroeger was echter dat voortaan vrome segmenten van de samenleving een politieke stem kregen, en ´seculiere´ segmenten zouden lijden.

Bovendien arriveerde de AKP in de nasleep van een civil society golf dat momentum kreeg aan het eind van de jaren negentig. Vooral na het Susurluk schandaal van 1996 en de aardbeving van 1999 – hetgeen een tot dan toe ongekende schaal van openlijke kritiek op het leger en de staat ontketende – ontstond er meer ruimte voor progressieve bewegingen.

Zo boekte de vrouwenbeweging een kleine maar belangrijke overwinning in 2001. Na decennia van strijd en offers bereikten de Koerden een impliciete erkenning van hun identiteit nadat PKK-leider Öcalan werd gevangen in 1999, hetgeen uitmondde in het opheffen van het verbod op uitzendingen in het Koerdisch in 2002. Ook al blijven er in de praktijk nog altijd hevige restricties.

Met andere woorden, de kleine verworvenheden uit de beginjaren van de AKP-regering werden niet gemaakt dankzij de AKP. Liever, wetende dat ze nog niet de institutionele macht had in de verschillende domeinen van de Turkse staat, reed de AKP pragmatisch mee op de golf van civil society teneinde de eigen populariteit te verbreden.

De ‘boom’ is een zeepbel

Als het gaat om de economie was de AKP-regering vanaf het begin zeer helder over haar intentie om door te gaan op het pad van neoliberalisme, dat was ingeslagen na de coup van 1980. ‘Wij zien markteconomie, privatisering en een minimale rol voor de overheid als dé route naar welvaart’ is een thema dat terugkeert in alle AKP programma’s.

Nochtans wetende dat zijn achterban het door het IMF opgelegde beleid van zijn voorgangers verafschuwt, liet Erdo?an sluw de expliciete banden met het IMF vallen. In plaats daarvan vervolgde hij IMF-achtig beleid zonder een IMF deal, waardoor de schuldenlast verschoof van de staatssector naar de privé sector.

Een alarmerende toename van huishoudschulden, het tekort op de lopende rekening en het handelstekort zijn enkele van de resultaten. Erdo?an blijft herhalen hoe BBP per capita nog nooit zo hoog is geweest, waarmee hij verbloemt dat het BBP niet gelijk wordt verdeeld onder de Turkse bevolking. In werkelijkheid concurreert Turkije jaarlijks met Mexico om het OESO-land met de grootste kloof tussen rijk en arm te zijn.

Arbeidsparticipatie, vooral die van vrouwen, is dramatisch gedaald dankzij het neoliberale beleid van de AKP alsook het toenemende patriarchaal-religieuze klimaat. Vergelijkbare regressies vinden plaats bij toegang van vrouwen tot onderwijs. Derhalve staat Turkije maar op nummer 122 uit 134 landen in de Gender Gap Index.

Maar omdat Turkse burgers consumeren met hun in enorme aantallen toenemende creditcards, wordt de Turkse neoliberale zeepbel, ook wel eufemistisch ‘boom’ genoemd, nog steeds opgeblazen. Totdat deze barst, wat vroeg of laat zal gebeuren.

Kort gezegd, neoliberalisme is vanaf het begin omarmd door de AKP. Maar door religieuze vroomheid te venten, en daarmee de indruk te wekken een eind te zullen maken aan corruptie, was Erdo?an succesvol in zijn publiek te laten geloven dat zijn neoliberalisme wel zou ‘werken’.

Bijvoorbeeld, hizmet (letterlijk ‘service’ maar in de context van Turks islamisme ‘liefdadigheid’) is een van de belangrijkste AKP speerpunten. Het concept van liefdadigheid staat echter haaks op het progressieve ideaal van sociale en economische rechten.

Er is een fundamenteel verschil tussen het zien van huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs en minimum bestaansniveau als rechten of als charitatieve zaken voor hen die rijk en machtig zijn. Een recht is iets dat het volk statutair kan afdwingen en waar de staat voor verantwoordelijk is. Hizmet is de facto een islamistische versie van het neoliberale ‘trickle down’ mantra.

Niettemin heeft hizmet een enorme resonantie onder de arme massa’s in Turkije. Want de ‘liefdadigheid’ van het neoliberale islamisme van de AKP is meer dan ze ooit hebben ontvangen van de seculiere neoliberale regimes.

Zo was gezondheidszorg altijd een akelige ervaring voor de meeste mensen in Turkije. De massa’s waren vroeger veroordeeld tot hun kansen te nemen in een van de staatsziekenhuizen. Deze hadden structureel te weinig middelen en waren structureel onderbezet omdat de Turkse overheid nooit prioriteit aan gezondheidszorg gaf. De beste artsen zaten in de privé-ziekenhuizen, die waren voorbehouden aan de enkelen die het konden betalen.

In plaats van te investeren in een betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief hoogstaand collectief zorgsysteem, koos de AKP-regering ervoor om het geprivatiseerde zorgstelsel indirect te subsidiëren en uit te breiden door bredere lagen van de bevolking fondsen te bieden om naar een private zorginstelling te kunnen gaan.

Voor de Turkse massa’s is dit vooruitgang: voor de eerste keer worden ze niet in feite als vee behandeld in ziekenhuizen en klinieken. Maar de lange termijn-gevolgen van een geprivatiseerd zorgsysteem, een uiterst kostbare en uiteindelijk onhoudbare belasting, is iets waar de Erdo?an-regering geen rekening mee houdt.

Het algemene economische model van de AKP heeft een vergelijkbaar patroon. Het is gebaseerd op een kunstmatige verhoging van de Turkse munt waardoor importen en kredieten relatief goedkoop worden, het privatiseren van staatssectoren aan zakenlui die dicht bij de partij staan, het stimuleren van creditcardconsumptie en het dissemineren van angst via geprivatiseerde media die steeds meer onder controle van Erdo?an staan.

Tegelijkertijd heeft de Erdo?an-regering geïnvesteerd in ongekende ontwikkeling van infrastructuur. Vooral in het Anatolische achterland hebben veel steden en dorpen voor het eerst riolering, bruggen, wegen enzovoorts gekregen. Het feit dat veel van deze infrastructuurontwikkeling voorafgaat aan privatisering van diezelfde sectoren is begrijpelijkerwijs geen zorg voor de Anatolische massa’s.

Deze zeepbel van een schuldeneconomie wordt steevast geprezen door de meeste mainstream economische analyses van de Erdo?an-regering. Het enige wat telt is economische groei. Maar economische groei is op zichzelf absoluut geen graadmeter voor economische welvaart. Ten gunste van wie de Turkse economische groei plaatsvindt, is een vraag die te weinig wordt gesteld in het publieke debat.

Met andere woorden, neoliberaal islamisme is in essentie tegengesteld aan progressieve politiek. Dit elementaire truïsme werd vrijwel volledig genegeerd door de naïeve progressieven die de AKP hebben omarmd.

Democratie

Net als voorgaande Turkse premiers ziet ook Erdo?an democratie als het ritueel van een keer in de vier jaar op een knop drukken en dan de mond houden. Echte civil society – dat betekent segmenten van de samenleving die niet op hem hebben gestemd raadplegen bij het implementeren van vergaand beleid in het publieke domein – is iets dat Erdo?an niet begrijpt.

Om een voorbeeld te geven: velen waren enthousiast over hoe Erdo?an in 2008 het infame artikel 301 van het Turkse strafrecht ‘hervormde’. Dit artikel maakte de ‘belediging van Turksheid’ strafbaar en werd veelvuldig gebruikt om mensen te vervolgen die het beleid van de Turkse staat bekritiseerden.

Vanaf 2008 is het niet langer strafbaar om ‘Turksheid’ te beledigen. In plaats daarvan werd het ‘beledigen van de Turkse staat’ strafbaar gesteld. Een andere ‘hervorming’ was dat voortaan een openbaar aanklager toestemming van het ministerie van Justitie nodig heeft voor hij iemand kan vervolgen op basis van artikel 301.

Met andere woorden, het enige dat veranderde was dat de AKP-regering volledige controle kreeg. Aanklagers die niet pro-AKP zijn en geneigd waren islamistische schrijvers en intellectuelen te vervolgen via 301 hebben hun macht verloren.

Tezamen met een ongeremde inzet van ‘antiterreur’-wetten is Turkije momenteel weer koploper in de wereld als het gaat om het vervolgen van afwijkende meningen en critici, inclusief studenten die durven gratis onderwijs te bepleiten.

Deze verschuiving van de macht en gebrek aan reële vooruitgang is ook manifest op andere gebieden. Zo hebben de Koerden in Turkije nog steeds geen autonomie in de vorm van inspraak op beleidsterreinen die henzelf betreffen. De top-down cosmetische handreikingen in de vorm van een door de staat gecontroleerde TV-zender en universiteit ten spijt.

Onder de AKP-regering blijven Koerdische mensenrechtenactivisten, politici, advocaten en kinderen slachtoffer van marteling en onderdrukking, inclusief buitensporig gebruik van traangas. Toen bijvoorbeeld in augustus 2011 de Koerdische politicus Yildirim Ayhan werd vermoord door een traangasgranaat van de politie bleef het muisstil in zowel Turkse als westerse massamedia. Ook buitengerechtelijke executies komen nog steeds regelmatig voor.

Gezi Park

Kortom, de AKP-regering is niet wezenlijk anders dan voorgaande regimes. Neoliberalisme, reactionaire politiek en een autoritair bewind zijn nog steeds de belangrijkste pijlers van het beleid. Alleen nu heeft ‘Anatolië’ de macht overgenomen en delven de ‘seculieren’ het onderspit. Ik gebruik overigens de term ‘seculier’ in een bredere context dan slechts Kemalisten.

De oppositie tegen de AKP bestaat voor een niet onaanzienlijk deel uit Kemalisten die de CHP of een van de ‘ulusalci’ partijen steunen. Maar er zijn ook velen, vooral jongeren, die geen partijpolitiek onderschrijven. Zij zijn tegen het opleggen van een vrome levensstijl door de overheid en willen dat hun stem gehoord wordt in beleidsvorming.

Toen ik op 14 juni arriveerde in Gezi Park zag ik daar en in de omgeving een bonte mix van organisaties en mensen die aan het ‘hangen’ waren en bezig waren met vreedzaam protest, variërend van muziek maken tot anti-humor. Er waren echter nauwelijks jonge meiden met hoofddoeken, behalve dan enkele leden van de curieuze pseudo-marxistische ‘Antikapitalistische Moslims’ en een paar ülkücü (aanhangers van de extreemrechtse Grijze Wolven-ideologie) vrouwen.

Behalve een kleine groep aan georganiseerde Koerdische demonstranten waren er geen grote groepen Koerden die waren afgedaald vanuit de enorme gecekondu in Istanboel.

De meeste aanwezigen waren ‘seculiere’ jongeren die verschillende politieke ideologieën aanhangen, of geen enkele. Toen ik met ze sprak gaven de meesten toe hoe gechoqueerd ze waren toen ze merkten hoe leugenachtig de Turkse massamedia waren over hun protest.

Velen zeiden ook dat ze tot een paar weken geleden altijd de spreekwoordelijke Kool-Aid hadden gedronken over Koerdische mensenrechtenactivisten in Turkije, die in de Turkse massamedia standaard worden afgebeeld als gewelddadige terroristen.

Opmerkelijk genoeg waren veel Koerden in Gezi Park mannen die de armoede en onderdrukking in het oosten waren ontvlucht en nu rondkwamen als straatverkopers in Istanboel. In en rondom Gezi Park verkochten zij zaken als watermeloenen, gasmaskers en – in een van de vele surreële scènes die ik heb aanschouwd – Atatürk T-shirts en posters. De blasé blik in de hun ogen intrigeerde me en ik probeerde met ze te praten over wat er om hen heen gebeurde.

Na enkele aarzelingen – zij weten tenslotte heel goed hoe ontlokking door veiligheidsdiensten werkt – waren enkelen bereid te praten over politiek: “Ik sta wel achter wat er hier gebeurt. Het is goed dat ze protesteren. Maar ik weet zeker dat ze ons (Koerden) over een jaar alweer vergeten zijn. Wij zijn al dertig jaar slachtoffer van onderdrukking, maar deze mensen hebben ons nooit eerder geholpen”.

Deze houding van de Koerdische straatverkopers verschilde enorm van de officiële Marxistische retoriek over ‘het ontwaken van het proletariaat’ of de Kemalitische tirades over het ‘verdedigen van laiklik (Kemalistisch secularisme)’ die ik kreeg van de georganiseerde groepen in Gezi Park.

Behalve de Koerdische straatverkopers leken de enige andere nuchtere aanwezigen LGBT-activisten en, wellicht paradoxaal, hipsters met een biertje in de hand die geëngageerd waren in moedig en humoristisch protest tegen het neoliberale islamisme van Erdo?an.

Tunnelvisie

Ik was getuige van het gewelddadige ‘schoonvegen’ van Taksim Plein door de Turkse politie op 15 juni. De daaropvolgende dagen heb ik op en neer de Istiklal Straat gerend met duizenden mensen die vreedzaam probeerden te protesteren, maar op geweld en traangas stuitten. Behalve hun uitzonderlijke moed was ik ook getuige van het enorme gevoel van solidariteit dat heerste onder de demonstranten, ongetwijfeld ook het gevolg van samen brute politierepressie trotseren.

Ik merkte ook hoe gemakkelijk het is om verwikkeld te raken in een spiraal van tunnelvisie als je wekenlang samen met duizenden anderen demonstreert en wegrent voor politiegeweld en traangas.

Net zoals Erdo?an en zijn electoraat de protestanten afdoen als ‘çapulcu’, ‘anarchisten’ en ‘terroristen’, merkte ik dat heel veel demonstranten op hun beurt aanhangers van Erdo?an wegzetten als yobazlar (onbeschaafde kwezels) of ‘achterlijke boeren die betaald krijgen om te klappen voor de regering maar niet eens door hebben wat ze zeggen’.

Dit reflecteert een kwalijk residu van het elitarisme richting ‘Anatolië’. De rurale uitdrukkingen van het AKP-electoraat werden geridiculiseerd en een zekere snobistische minachting was merkbaar in de protesterende wijken die ik bezocht in Istanboel en Ankara. Er was weinig erkenning van het feit dat, omdat de honderdduizenden die aanwezig waren tijdens AKP-rally’s met bussen werden gebracht en cadeautjes kregen, het niet automatisch volgt dat hun enthousiasme onoprecht is.

Er was ook veel tunnelvisie over de schaal van de protesten. Velen weigerden in te zien dat ongeveer de helft van de Turkse bevolking pal achter de regering staat en de staatspropaganda over dat de demonstranten ´instrumenten van buitenlandse machten´ of ´terroristen´ zouden zijn, slikken. Het wezenloze idee dat de protesten een brede, massale volksopstand zou zijn, leek gemeengoed.

Ook waren velen blind voor de enorme, deels door klassenverschillen geïnformeerde, culturele kloof tussen ‘Anatolië’ en de ‘seculiere’ segmenten van de samenlevingen.

Het was bijvoorbeeld heel interessant om te zien hoe het niemand leek op te vallen dat een lied uit Les Misérables of een piano concert door Davide Martello deze culturele kloof perfect illustreert. De ‘Anatolische’ segmenten van Turkije hebben evenveel affiniteit met de Les Misérables musical als een gemiddelde Texaan die heeft met Turkse Soefi-muziek.

Praten over hoe we de polarisatie in Turkije zouden moeten doorbreken was moeilijk. Veel demonstranten waren onbereid of niet in staat om in te zien dat de Erdo?an-regering nog steeds populair is, en dat indien er morgen verkiezingen zouden worden gehouden, hij weer met gemak zou winnen.

Bandwagon

Een andere interessante ontwikkeling was hoe vele, vooral westerse, progressieven die de Erdo?an-regering jarenlang hadden geprezen en hadden gepositioneerd als ‘model voor het Midden-Oosten’, plots op de Gezi Park bandwagon sprongen.

Zo had ik vorig jaar een vruchteloze twitterdiscussie met Juan Cole over Turkije als rolmodel. Toen ik hem wees op mijn Bianet artikel waarin ik de onderdrukking van persvrijheid en de economische zeepbel in Turkije documenteer, was hij er doof voor en beschuldigde hij me van ‘rondstrooien van statistieken‘. Maar na Gezi Park heeft Cole plotseling ook ontdekt dat de Erdo?an-regering persvrijheid onderdrukt en neoliberalisme omarmt.

Zelfs een aantal persoonlijke progressieve vrienden van mij – die net als Cole enkel keken naar de pro-Palestijnse retoriek van Erdo?an – met wie ik jarenlang heb moeten discussiëren zijn opeens çapulcu geworden. Hun wensdenken over de zogezegde ‘vooruitgang’ van de Erdo?an regering is overnacht overgeslagen naar wensdenken over de schaal, massaliteit en het karakter van de Gezi Park protesten.

Terwijl tot letterlijk weken voor Gezi Park het vrijwel onmogelijk was om hen te wijzen op het feit dat Erdo?an, ondanks zijn democratische mandaat, net zo autoritair, onderdrukkend en neoliberaal is als zijn voorgangers.

Los van deze voormalige pro-AKP progressieven was er in algemene zin veel wensdenken dat weinig getuigde van enige kennis van de politiek-economische verhoudingen in Turkije.

Er was bijvoorbeeld veel tamtam over het feit dat een aantal kleine linkse vakbonden (KESK, DISK en Egitim-Sen) een solidariteitsstaking van twee dagen hadden afgekondigd, hetgeen zonder twijfel een positieve ontwikkeling was. Maar de wijze waarop velen het deden voorkomen alsof er een massale vakbondssteun was, en daarbij niet analyseerden waarom de grote vakbonden met miljoenen leden zoals Türk-Is en Hak-Is niet staakten voor Gezi Park, duidde op een gebrek aan gedegen kennis en is uiteindelijk schadelijk.

‘It’s neoliberalism, stupid!’

Na mijn eerste analyse van Gezi Park heb ik feitenvrije kritiek en zelfs ad hominems ontvangen van wensdenkers en bandwagon-springers. Deze hadden vaak een opmerkelijk tekort aan inhoud, variërend van het standaard postmoderne scheldwoord ‘je bent een reductionist’ tot variaties op het verdwaasde ‘jij creëert onderscheid tussen seculier en religieus’.

Alsof er behalve mijn ‘reductionistische’ schrijven geen diepe verdeling en polarisatie aanwezig is in Turkije, ingegeven door de politieke economie en de lange geschiedenis van verwikkelingen van klasse, gender, religie en zelfs ‘ras’ .

De ogen dichtknijpen voor de politieke en culturele polarisatie in Turkije en het wegwuiven van de zelfbeschikking van de conservatieve ‘Anatolische’ massa’s zal het risico met zich dragen dat de moedige en gegronde Gezi Park-protesten uiteindelijk contraproductief worden.

Een eerlijke analyse van de Turkse protesten houdt rekening met het feit dat het vrome achterland, inclusief veel gecekondu en andere arbeidersbuurten in steden als Istanboel en Ankara, achter Erdo?an staat. Bovendien erkent deze ook dat de meeste Koerden in Turkije, inclusief in Diyarbakir, hét bolwerk van Koerdisch activisme voor mensenrechten, hun schouders ophalen over Gezi Park.

Als het traangas neerdaalt zal de blijvende erfenis van Gezi Park hopelijk het tegenovergestelde zijn van wat de Koerdische straatverkopers dachten; een permanente gewaarwording onder ‘seculiere’ upper middle class segmenten van de Turkse samenleving die tot dusver blind waren gebleven voor hoe Koerden werden onderdrukt, gemarteld en gestigmatiseerd door de staat en massamedia.

Van daaruit zouden we moeten discussiëren over hoe we de aantrekkingskracht van Gezi Park kunnen uitbreiden naar de conservatieve segmenten van de Turkse samenleving. Hetgeen wel vereist dat we ze niet meer kleineren als ‘onbeschaafde boeren’ maar ze zien als wat ze daadwerkelijk zijn: intelligente mensen bij wie de politieke en economische onderdrukking van eerdere regimes nog vers in het geheugen staat.

Erdo?an’s retoriek van “we werken hard om jullie welvaart te brengen, maar die moncheris (seculiere snobs) proberen ons tegen te houden, dus wees geduldig en in 2023 zullen we welvaart voor iedereen bereiken” heeft niet voor niets zoveel aantrekkingskracht.

Ten slotte zullen mijn progressieve vrienden die een uiterst ongefundeerd optimisme hadden over de Erdo?an-regering zich hopelijk realiseren dat wensdenken en postmodern relativisme niet in staat zijn om politieke en economische feiten te wissen.

Een Turkse massa met een ongekende schuldenlast creëren, cultureel erfgoed vernietigen ten behoeve van shopping malls en moskeeën die gebouwd worden door een opgeblazen bouwsector maakt iemand geen held van de armen. Een vinger heffen in Davos maar economische en strategische banden verhogen alsook dezelfde drones die werden ingezet in Gaza kopen van Israël, maakt iemand geen held van de Palestijnen.

Marginalisering van arbeiders en armen, cultuurvernietiging, verhoging van de kloof tussen rijk en arm en geopolitieke loyaliteit aan ‘het westen’ zijn inherente kenmerken van het neoliberalisme. Ook in zijn islamistische variant.

Zihni Özdil

Zihni Özdil is assistent en doctorandus aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij geeft les in geschiedenis van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Zijn doctoraatsthesis focust op de vroege secularisatieprocessen in de Turkse Republiek.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!