Gemor bij de vakbonden. Omdat er vandaag een Europese top begint, kregen ze enkel een afgesloten plein nabij het Centraal Station om actie te voeren. In de buurt komen van de hoofdzetel van werkgeversorganisatie VBO zat er niet in.

Dit was de ultieme actie voor de deadline van 8 juli. Volgens het Grondwettelijk Hof moet er dan een einde komen aan de discriminaties tussen arbeiders en bedienden. Volgens de vakbonden willen de werkgevers dat nog altijd doen door alle voordelen voor bedienden af te schaffen.

“Ze willen nog altijd de carensdag invoeren voor bedienden of die laten betalen door de sociale zekerheid. Dat is een schande”, zegt Erwin De Deyn, voorzitter van de socialistische bediendevakbond BBTK. De carensdag houdt in dat arbeiders niet betaald worden op de eerste dag van een ziekteperiode.

Ook het werkgeversvoorstel voor de opzegtermijnen ligt nog heel ver van de uitgangspunten van de vakbonden. “Ons voorstel is drie maanden per gewerkte vijf jaar. De werkgevers blijven hangen op minimum 4 à 5 maanden en maximum 8 à 9 maanden”, aldus De Deyn.

“Een goed statuut is geen privilege maar een recht voor alle werknemers”, zegt Felipe Van Keirsbilck van de Franstalige christelijke bediendebond CNE.

“Dat wij met onze actie moeten wijken voor de Europese top is meer dan symbolisch. De hele discussie over de harmonisering naar beneden toe past in de Europese trend om alle rechten die de voorbije 150 jaar werden opgebouwd onder druk te zetten”, zegt Ferre Wyckmans van LBC-NVK.

Werknemers uit de non-profit getuigden hoe zij jarenlang via onderhandelingen en acties geprobeerd hebben om de statuten dichter bij elkaar te brengen in hun sector. “Bij de opvoerders zijn er geen arbeiders meer. De carensdag werd eind jaren ’90 afgeschaft. Die nu terug invoeren is een sociale achteruitgang voor arbeiders en bedienden”, klinkt het.

Als de vakbonden en werkgevers er niet uit geraken, belandt het dossier bij de regering. “Volgend jaar zijn er verkiezingen. Als de parlementsleden tegen de werknemers stemmen, zullen we hen daar op afrekenen”, waarschuwt De Deyn.