Nieuws, Wereld, Iran, Iraanse politiek, Analyse, Iraanse presidentsverkiezingen, Hassan Rouhani - Marc Botenga

Presidentsverkiezingen Iran: Een beter Iran begint bij onszelf

De gematigde hervormer Hassan Rouhani heeft de presidentsverkiezingen in Iran gewonnen. Je zou het niet gedacht hebben als je er onze pers op nalas, maar het kan dus: stemmen voor verandering in Iran. De massale opkomst voor de Iraanse presidentsverkiezingen bevestigt de kracht van het middenveld in het land. Nu is het aan de Europese Unie om haar sancties op te heffen en de nieuwe president alle beweegruimte te geven.

zaterdag 15 juni 2013 08:39
Spread the love

Tot op het laatste moment verwachtten velen een tweede ronde tussen de conservatieve technocraat Mohammad-Baqer Qalibaf en de hervormingsgezinde geestelijke Hassan Rouhani. Rouhani, de enige geestelijke die mee deed aan de verkiezingen, haalde echter meer dan 50% van de stemmen en liet Qalibaf en de vier andere kandidaten, waaronder prominente conservatieven als Ali Akbar Velayati, een ervaren ex-minister van buitenlandse zaken, en Saeed Jalili, oerconservatief en huidig nucleair onderhandelaar, ver achter zich.

Tijdens de campagne had Rouhani zich, als voormalig nucleair onderhandelaar, voorgesteld als degene die internationale sancties zou kunnen afzwakken. Er wordt ook verwacht dat hij een liberaler standpunt inzake Islamitische regels zal innemen.

Kritische mediabelangstelling

De internationale aandacht voor de verkiezingen was zoals steeds enorm. Tot in de kleinste details kon men de stemming volgen. Op Twitter las je dat in stembus nummer 110 in Teheran 220 mensen voor Jalili en 124 voor Qalibaf hadden gestemd. In een dorpje in de provincie Kerman stemden 370 mensen op 400 voor Rouhani.

BBC Persian publiceerde zelfs een tabel die het tijdstip waarop uittredend president Ahmadinejad stemde, vergeleek met het uur waarop hij in de vijf voorgaande verkiezingen gestemd had. Betogers in Bahrein, stembusgangers in Kenia of vervolgde activisten in Colombia wachten tevergeefs op al was het maar de helft van deze aandacht.

De media hadden enthousiast kunnen zijn over het feit dat een land in het Midden-Oosten competitieve presidentsverkiezingen organiseert. De meeste nieuwsberichten en analyses benadrukten echter vooral dat de Iraanse presidentsverkiezingen niet voldoen aan de democratische normen, vaak zonder al te diep in te gaan op wat die normen juist zijn.

Van de 686 kandidaten, waaronder een dertigtal vrouwen, die zich oorspronkelijk registreerden werden er inderdaad uiteindelijk slechts acht goedgekeurd door de Raad van Wachters, een soort van Grondwettelijk Hof.

Prominente critici van de huidige gang van zaken, zoals ex-president Akbar Hashemi Rafsanjani, werden afgekeurd. Vrouwen kwamen ook niet door de selectie. Daarenboven is er natuurlijk de relatief beperkte macht van de president, die ook met de macht van de hoogste geestelijke leider, ayatollah Ali Khamene’i, en het Parlement moet rekening houden. Checks and balances op zijn Iraans, zeg maar.

En dan is er natuurlijk ook nog het algemenere gebrek aan vrijheid in Iran: de hoofddoek is er verplicht, een aantal politieke dissidenten zitten in de gevangenis, kranten worden regelmatig verboden, het internet gefilterd en ga zo maar door.

Redenen te over om sceptisch te zijn over de ware betekenis van deze verkiezingen en onze media benadrukten ze allemaal. De “editorial board” van The Washington Post publiceerde zelfs een duidelijk opiniestuk stellende dat: “Rouhani zal niet mogen winnen”.

Constructieve Iraniërs

Fout dus. De verkiezingsuitslag heeft de beperkingen van dit soort analyses aangetoond. Meer dan 70% van de stemgerechtigde Iraniërs ging stemmen. Een opkomst die ongeveer 15% hoger ligt dan die van de laatste Amerikaanse presidentsverkiezingen. Ook prominente dissidenten stemden, soms zelfs vanuit de gevangenis. Wat meer is, ze stemden zelfs op een kandidaat die verre van de favoriet van de hoogste geestelijke leider was.

Alle belerende vingertjes van buiten uit niettegenstaande, maakt het dus voor de Iraniërs wel degelijk iets uit wie hun president is. Is de president almachtig? Nee. Speelt hij een fundamentele rol in het politieke systeem? Ja.

Een fundamentele factor in het succes van verkiezingen in Iran blijft de drievoudige democratische evolutie die de Islamitische Revolutie in Iran teweeg heeft gebracht. De Iraanse revolutie had als dusdanig reeds een dubbel democratisch karakter.

Ten eerste nationaliseerde de revolutie beleidsbeslissingen. Deze zouden voortaan niet langer in Washington maar in Teheran genomen worden. Politieke soevereiniteit is en blijft natuurlijk een absolute voorwaarde voor democratie. Ten tweede werden er een reeks democratische en verkozen instellingen, zoals het presidentschap, aan het staatsapparaat toegevoegd.

Ten derde droeg de Islamitische Republiek via een sociale ontwikkelingspolitiek zelf bij tot deze democratische evolutie. Deze ontwikkelingspolitiek was meervoudig: succesvolle campagnes voor geboortebeperking, de spectaculaire uitbreiding van lager, middelbaar en hoger onderwijs, het zo goed als uitroeien van analfabetisme bij zowel meisjes als jongens, een stijging van de levensverwachting, een spectaculaire daling van de kindersterfte en gerichte inspanningen voor zowel het platteland als de sloppenwijken in de steden. Het waren onder meer deze sociale verworvenheden die langzamerhand de ruimte voor het ontstaan van een endogeen middenveld creëerden.

Een middenveld dat in 1997 voor het eerst de traditionele mobilisatienetwerken van de geestelijkheid versloeg en Mohammad Khatami tot president kon verkiezen. Vandaag bestaan er in Iran dozijnen kranten, zowel regionaal als nationaal, minstens honderden internetsites en een ruim aanbod aan politieke stromingen. Ook deze keer weer toonden drie live uitgezonden televisiedebatten tussen de presidentskandidaten dat zelfs de “conservatieve” kandidaten belangrijke meningsverschillen hadden inzake economisch beleid, mensenrechten, vrijheden en nucleaire diplomatie. Gelijkaardige meningsverschillen leven logischerwijze ook bij de Iraanse bevolking.

De gevolgen van deze drievoudige democratische evolutie bestaande uit beleidsnationalisering, relatieve institutionele democratisering en sociale ontwikkeling zorgen ervoor dat Iraniërs vandaag actief kunnen, willen en blijven deelnemen aan het politieke leven in hun land. De man en vrouw in de straat voelen dat ze een verschil kunnen maken. Een scherpe tegenstelling met de situatie in de autocratische Golfmonarchieën, of bevrijde landen als Irak.

In eigen boezem kijken

Dat Westerse beleidsmakers graag voorbij gaan aan deze positieve endogene evolutie is te begrijpen. Het laat toe om met een opgestoken vingertje Iran de les te lezen over democratie. Nochtans zou het niet slecht zijn om ons af te vragen hoe wij bijdragen tot deze interne dynamiek. Wat doen wij bijvoorbeeld om de politieke soevereiniteit of sociale ontwikkeling van Iran te promoten? Het antwoord is niet erg positief. Verschillende rapporten wijzen erop dat de huidige Europese sancties niet alleen de autonomie van de Iraanse economie ondermijnen, maar ook de capaciteit van de gewone Iraniër om actief deel te nemen aan het publieke leven.

De financiële sancties opgelegd door onder meer de Europese Unie droegen bijvoorbeeld sterk bij tot de ineenstorting van de Iraanse munt eind vorig jaar. Sommige commentatoren hadden het zelfs over “hyperinflatie”. Volgens CNN gingen broodprijzen vervijfvoudigen. De BBC rapporteerde dat in 2013 de prijs van rijst 7,2 hoger lag dan in 2007, die van een kilo vlees 5,7 maal en die van een liter melk 4,2 maal. Voor sommigen werden zelfs kip en fruit luxeproducten.

Het doel van de sancties is natuurlijk het opzetten van de bevolking tegen de Islamitische Republiek, maar het vernietigen van de middenklasse en het collectief verarmen van de Iraanse bevolking ondermijnen de sociale beweging in Iran.

Niet toevallig hebben ook alle hervormers zich steeds tegen de sancties verzet. In zoverre sancties al opstanden zouden kunnen uitlokken, zal het gaan het om voedselrellen, niet om een constructieve beweging voor een socialer en democratischer Iran. Chaos en democratie zijn geen synoniemen.

Voor zij die echt begaan zijn met het lot van de modale Iraniër moet de verkiezing van een nieuwe president dan ook in de eerste plaats een gelegenheid zijn om de opheffing van de sancties eisen. Enkel op die manier zal de nieuwe president de beleidsruimte hebben om het lot van de Iraanse bevolking daadwerkelijk te verbeteren.

take down
the paywall
steun ons nu!