Volgens het nieuwe rapport van de Mexicaanse afdeling van Amnesty International is sprake van “een systematisch patroon van verdwijningen en gedwongen verdwijningen” dat genegeerd werd door de vorige regering van Felipe Calderón.

De mensenrechtenorganisatie documenteerde 152 verdwijningen. In 85 gevallen is er bewijs voor betrokkenheid van ambtenaren.

Top van de ijsberg

De beschikbare informatie is maar de top van de ijsberg. Officieel zijn er 26.000 mensen vermist. Maar op die lijst staan bijvoorbeeld niet 86 van de 140 mensen die Human Rights Watch vermeldde in een recent rapport. Ook de namen ontbreken die tijdens de Vredeskaravaan voor Gerechtigheid en Waardigheid van 2011 naar voor werden geschoven.

De krant Milenio stelde vorig jaar op basis van overheidsrapporten dat de regering-Calderón meer dan 24.000 niet-geïdentificeerde lichamen in massagraven liet begraven.

Mensenrechtenorganisaties spreken van een humanitaire tragedie. De overheid kan de zoektocht niet aan, zeggen ze. Het land met 117 miljoen inwoners telt bijvoorbeeld maar 25 forensische antropologen.

Vermiste agent krijgt oproeping

Een schrijnend voorbeeld van de aanpak door de overheid is de verdwijning van politieman Luis Ángel León Rodríguez. Die is al vermist sinds 2009. Zijn moeder gaat overal zoeken. In april kreeg ze een brief van de politie waarin stond dat haar zoon zich met een advocaat moest melden om uit te leggen waarom hij niet meer op zijn werk verschijnt.

De moeder ging zelf naar de afspraak, met de foto van haar zoon waarmee ze al deelnam aan de vele Vredeskaravanen voor Gerechtigheid en Waardigheid.

De huidige regering van Enrique Peña Nieto heeft in februari een akkoord gesloten met het Internationale Rode Kruis. De hulporganisatie gaat Mexico adviseren over een goede procedure om vermiste personen op te sporen.

Onder druk van familieleden van vermisten heeft de regering vorige maand ook de oprichting aangekondigd van een speciale onderzoekseenheid bij de gerechtelijke diensten. Die is intussen al aan de slag, maar voorlopig slechts met twaalf onderzoekers.