De studie in The Lancet komt er in aanloop naar de G8-top, die voorgegaan wordt door een topontmoeting rond voeding; die wordt voorgezeten door Groot-Brittannië en Brazilië.

De auteurs besluiten dat bijna 15 procent van alle overlijdens bij kinderen onder de vijf vermeden zou kunnen worden met vitamine A- en zinksupplementen, en betere voeding voor zwangere vrouwen. Voedingsdeskundigen spreken over de cruciale “eerste duizend dagen”: de zwangerschap en de twee eerste levensjaren van een kind.

De studie voert aan dat, om ondervoeding bij kinderen aan te pakken, de onderliggende oorzaken gezocht moeten worden: armoede, voedselonzekerheid, onderwijs en genderongelijkheid.”

Politieke wil

Wat ontbreekt in de strijd tegen ondervoeding is “echt engagement en een drive bij de regeringen”, zegt Werner Schultink, hoofd Voeding bij de VN-kinderrechtenorganisatie Unicef. De strijd tegen honger en armoede is bij de prioriteiten van de VN, maar “als je kijkt naar de indicatoren, zoals ondergewicht, dan blijkt de vooruitgang onvoldoende.”

Volgens hoogleraar Robert Black van de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health moet de focus verschuiven van grotere oogsten naar betere voeding. “De programma’s zijn niet ideaal opgesteld”, zegt Black, die een lans breekt voor “voedingsgevoelige landbouw”,  sensibilisering bij de getroffen gemeenschappen en samenwerking tussen organisaties en de commerciële sector op lokaal niveau.

Publiek-private partnerschappen kunnen helpen om producten te creëren die zowel voedzaam, betaalbaar en toegankelijk zijn voor kwetsbare bevolkingsgroepen overal ter wereld, zegt Ellen Piwoz van de Bill & Melinda Gates Foundation.