Het Midden-Oosten. The times they are a-changin'
Nieuws, Samenleving, Cultuur, Syrië, Sami Zemni, Boekrecensie, Arabische lente, Syrische burgeroorlog, Het Midden-Oosten - Bart Peeters

‘Het Midden-Oosten. The times they are-a changin’: focus op Syrië

‘Chemische wapens? Voorwendsel om Syrië binnen te vallen.’ ‘Spanning tussen Israël en Syrië kan uitdraaien op een oorlog.’ ‘Syrische rebel rukt hart soldaat uit en eet het op.’ Het zijn maar een paar recente krantenkoppen. In hun pas verschenen boek 'Het Midden-Oosten. The times they are-a changin’ (EPO)' maken Sami Zemni en zijn team een balans op van de Arabische Lente. DeWereldMorgen.be publiceert het integrale Syrië-hoofdstuk van auteur Bart Peeters.

dinsdag 28 mei 2013 13:50
Spread the love

Tussen de repressieve hamer van al-Assad en het geostrategische aambeeld van zijn vijanden

De chaotische opstand annex burgeroorlog in Syrië is vandaag bijna twee jaar oud, maar het uiteindelijke resultaat – of zelfs de te verwachten ontwikkelingen op korte termijn – blijft onvoorspelbaar. De oppositie is verdeeld tussen buitenlandse bannelingen en binnenlandse opstandelingen, vreedzame betogers en gewapende groepen, Syriërs en buitenlandse jihadisten, fanatieke salafisten en seculiere militanten, en voor- en tegenstanders van een buitenlandse militaire interventie. Hoewel er enkele ‘overlopers’ op hoog niveau zijn geweest, blijft het regime vooralsnog standhouden. Het lijkt de controle over het grootste deel van het land te behouden, zij het ten koste van veel bloedvergieten.

De internationale gemeenschap bereikt geen consensus en blijft verdeeld reageren op de gebeurtenissen: Rusland en China blijven in de VN-Veiligheidsraad resoluties en sancties tegen Syrië blokkeren. Het vredesplan van Kofi Annan heeft gefaald, en ook de inspanningen van zijn opvolger Lakhdar Brahimi lijken niet veel op te leveren. Met de regelmaat van de klok vinden hevige gevechten plaats in vrijwel alle steden, inclusief in de hoofdstad Damascus.

Vaak gaan ze gepaard met brutale slachtpartijen onder de burgers waarvan het Vrije Syrische Leger (FSA) en het regime elkaar beschuldigen. Bomaanslagen hebben ondertussen ook de hoogste echelons van het Syrische veiligheidsapparaat getroffen. Sommige operaties zijn zo professioneel en grootschalig uitgevoerd dat het moeilijk vol te houden valt dat er geen buitenlandse mogendheden bij betrokken zijn. Landen als Turkije, Saoedi-Arabië en Qatar hebben trouwens ondertussen alle geheimhouding laten varen en steunen openlijk én militair diverse gewapende groepen.

In het Westen roepen Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS openlijk op tot het opstappen van het regime. Israël gedraagt zich meer discreet, maar het is duidelijk dat het land de situatie met argusogen volgt. Ondertussen hebben echter ook de Friends of Syria begrepen dat zowel de politieke als de militaire oppositie zo verdeeld en gedesorganiseerd is dat ze nauwelijks haar rol kan vervullen als legitieme vertegenwoordiger van het Syrische volk. Ondanks alle persverhalen over Assads afnemende steun en internationaal isolement blijven Rusland, China, Iran, Irak, Venezuela en uiteraard Hezbollah ondertussen onverminderd het regime in Damascus steunen.

De VN en mensenrechtenorganisaties schatten dat er al tussen de 40.000 en 55.000 doden zijn gevallen, waaronder zo’n 22.000 oppositiestrijders en soldaten van het Syrische leger. Tienduizenden opposanten worden door het regime vastgehouden. Honderdduizenden Syriërs zijn naar de buurlanden of verder vertrokken, op de vlucht voor een of beide strijdende partijen. Tientallen Iraanse en Libanese burgers worden gegijzeld door verzetsstrijders.

Het FSA blijkt daarbij niet meer respect op te brengen voor de mensenrechten of het leven van de Syriërs – militairen en burgers – dan het Baathregime dat het bestrijdt. Assads regime heeft ondertussen verschillende hervormingen doorgevoerd. Op papier lijken enkele daarvan indrukwekkend zoals de toelating van een meerpartijensysteem, een nieuwe grondwet en het houden van verkiezingen. In de praktijk veranderen ze echter weinig of niets en bovendien zijn ze in de huidige omstandigheden vrijwel betekenisloos. Op 26 februari vond een referendum plaats over een nieuwe grondwet. Daarop volgden ook parlementsverkiezingen, die echter geboycot werden in gebieden gecontroleerd door de oppositie.

Vandaag lijkt Syrië in de greep van een hevige burgeroorlog die het hele land bestrijkt en die hoe langer hoe sektarischer beladen is. Bovendien kunnen alle strijdende partijen rekenen op buitenlandse steun. In feite is het niet overdreven om Syrië te beschrijven als het nieuwe Afghanistan: er woedt een proxy war waarbij de opstandelingen gesteund worden door de imperialistische krachten en het regime door de landen en groepen in de regio die het imperialisme van Israël en het Westen verwerpen (de zogenaamde ‘rejectionist axis’).

Dat betekent natuurlijk niet dat de opstand van het Syrische volk tegen de brutale dictatuur niet onverminderd doorgaat, maar wel dat die opstand de speelbal is geworden van krachten die haar ver te boven gaan en die niet aarzelen om het Syrische volk op te offeren aan ‘hogere’ strategische belangen”

Voorgeschiedenis

Het gebied dat in het Arabisch bekend staat als Bilad Al-Sham,‘Groot-Syrië’ of ruwweg de Levant, vormde sinds de laat-Byzantijnse periode, op een paar korte en gedeeltelijke onderbrekingen na, een integrale regionale eenheid. Na de nederlaag van het Ottomaanse Rijk in de Eerste Wereldoorlog werd het gebied door overwinnaars Frankrijk en Groot-Brittannië echter opgedeeld in verschillende staten: Syrië, Jordanië, Libanon en Palestina. De oostelijke grens met Irak werd daarbij vrij willekeurig getrokken. In de jaren 1930 stonden de Fransen ook nog het noordwestelijke gebied Alexandretta (nu Hatay) af aan de nieuwe Turkse natiestaat. Zo komen we tot het grondgebied van het huidige Syrië, waarop Israël ten slotte in 1967 nog eens de sindsdien bezette Golanhoogte veroverde.

Tussen het einde van het Franse mandaat in 1946 en de machtsovername door Hafez al-Assad in 1970 beleefde het moderne Syrië een schier eindeloze reeks coups, omwentelingen en (burger)oorlogen. In 1970 organiseerde de toenmalige minister van Defensie, Hafez al-Assad, zonder bloedvergieten, een succesvolle coup die het Baathregime installeerde. Dit regime was en is een brutale dictatuur, maar bood ook stabiliteit en zekerheid aan een bevolking die de politieke onzekerheid en economische chaos beu was. De Libanese burgeroorlog (1975-1990) hield het spookbeeld van sektarische chaos en wanorde fris in het geheugen. Het Syrische regime, dat Libanon bleef beschouwen als een deel van Syrië en de onafhankelijkheid van het land pas zeer recent erkende, was nauw betrokken bij deze burgeroorlog en had na de Israëlische invasie in 1982 zelfs een stilzwijgende overeenkomst met dat land.

In datzelfde jaar leidde een aanslepende en gewelddadige opstand van de Moslimbroeders tot een massaal bombardement van het Syrische leger op de stad Hama, waarbij tot twintigduizend doden vielen. Lidmaatschap van de Moslimbroeders is sinds 1980 illegaal in Syrië en wordt bestraft met de doodstraf. Dat heeft geleid tot het verdwijnen van de Moslimbroeders uit het politieke landschap en het einde van hun maatschappelijke rol. Prominente Syrische leden van de Moslimbroeders, inclusief de huidige leider Mohammad Riad Shaqfa, leven sinds die tijd als ballingen in het buitenland.

De aanslepende vete met het Baathregime van Irak bracht Hafez al-Assad ertoe om in 1991 de kant van de VS en hun bondgenoten te kiezen in de eerste Golfoorlog. Als ‘beloning’ mocht Syrië Libanon blijven bezetten tot de moord op de Libanese ex-premier Rafiq Hariri in 2005 een volksopstand teweegbracht. Syrië werd ervan beschuldigd de hand te hebben in de moord en het Syrische leger zag zich gedwongen Libanon te verlaten. Dat deed overigens niets af aan de alliantie van het regime met de verzetsbeweging Hezbollah, noch aan het decennialange bondgenootschap tussen Syrië en Iran.

Hoewel de regering en de elite zelf grotendeels bestaan uit leden van religieuze minderheden, en sektarische angsten en gevoeligheden zelfs durven uitspelen om hun macht te bestendigen, kan Syrië zich sinds de val van het Iraakse Baathregime tenminste nominaal profileren als het laatste seculiere regime in het Midden-Oosten.

“De angst van christenen, alawieten[i], sjiieten en druzen voor de soennitische meerderheid en/of de Moslimbroeders verklaart voor een groot deel de steun die Bashar al-Assad tot op de dag van vandaag nog altijd geniet”

Bashar nam in juni 2000 de macht over van zijn vader Hafez. Ondanks hooggespannen verwachtingen en een kortstondige politieke opening tijdens de Lente van Damascus bracht Bashar enkel een economische liberalisering. Op politiek niveau kwam er geen verandering en de repressie bleef even totaal als brutaal. Na de terugtrekking van de Syrische troepen uit Libanon tekende een aantal oppositiefiguren in 2005 de Damascus Declaration, waarin werd opgeroepen tot meer vrijheid en democratie.[ii] Het regime reageerde met arrestaties en gevangenisstraffen.

De geleidelijke overschakeling van een populistisch staatsbestel naar een (corrupte) markteconomie verslechterde bovendien de toestand van het leeuwendeel van de Syrische bevolking: subsidies en sociale voorzieningen werden afgeschaft of verminderd, de tewerkstelling nam af door de privatisering van staatsbedrijven en de landbouwsector werd gemarginaliseerd door de afschaffing van importtarieven. Terwijl een kleine corrupte elite slapend rijk werd, zonk vooral het platteland weg in de armoede. De aanhoudende droogte van de laatste jaren en de toevloed van Iraakse vluchtelingen sinds 2003 zetten het systeem verder onder druk. Het is dan ook geen toeval dat de opstand in Syrië buiten de grote steden begon en daar ook nu nog het sterkst staat.

Het regime

Het Baathregime dat momenteel door Bashar al-Assad wordt geleid, is al sinds 1963 aan de macht. In 1970 trok Hafez al-Assad de macht naar zich toe in een coup die de pragmatische en conservatieve vleugel van de partij aan de macht bracht. Hij installeerde nauwe bondgenoten, deels uit zijn eigen familie en clan, deels collega’s uit het leger, in politieke en militaire sleutelposities. Naarmate hij zijn macht wist te consolideren, kwamen ook steeds meer belangrijke posities in de economie, die in het socialistisch getinte regime nauw verweven is met de politiek en het leger, in handen van zijn politieke medestanders.

Hoewel velen onder hen alawieten zijn, werden Assads medestanders eerder geselecteerd op basis van familie- en clanbanden en politieke betrouwbaarheid dan op basis van hun religieuze identiteit. Zo bood het regime ook plaats aan christenen en soennieten, terwijl de meerderheid van het ‘voetvolk’ onder de alawieten hoegenaamd niet beter af was dan de rest van de Syriërs. Alawitische tegenstanders van het regime werden vaak zelfs harder aangepakt dan andere opposanten en dissidenten.

Om een idee te geven van de incestueuze verwevenheid van het regime en zijn elite volgt hier een kort overzicht van de belangrijkste figuren. Naast Bashar al-Assad, de huidige president, bekleedt ook zijn jongere broer Maher een belangrijke functie in het regime: hij leidt de Republikeinse Garde, de ‘lijfwacht’ van de presidentiële familie, die veel beter bewapend en gefinancierd is dan het reguliere leger. Maher voert ook het bevel over de beruchte vierde divisie van het leger. Hij was verantwoordelijk voor de dodelijke repressie tegen ongewapende betogers in Deraa die de opstand deed ontvlammen. Generaal Assaf Shawkat was getrouwd met Bashars zus Bouchra en stond tot zijn dood aan het hoofd van het leger.

Generaal Abdul Fatah Qudsiya, ook een alawiet, is het hoofd van de militaire inlichtingendienst. Rami Makhlouf, een volle neef van de president, heeft dan weer een belangrijk deel van de Syrische economie persoonlijk in handen en staat daarmee symbool voor het corrupte nepotisme in het land. Naast het telecommunicatiebedrijf Syriatel is hij eigenaar/hoofdaandeelhouder van twee banken, twee tv-zenders, een luchtvaartmaatschappij en een grote bouwonderneming. Rami’s broer Hafez is op zijn beurt hoofd van de staatsveiligheid in Damascus. Ten slotte bekleden ook enkele soennieten topfuncties in het regime: generaal Ali Mamluk is hoofd van de nationale staatsveiligheid en Manaf Tlas was tot voor kort de tweede man van de Republikeinse Garde.

Een bomaanslag op het hoofdkwartier van de Syrische veiligheidsdiensten op 18 juli 2012 maakte een einde aan het leven van onder andere Assaf Shawkat, terwijl Maher al-Assad naar verluidt zijn benen verloor. Het is interessant om te noteren dat de vervangers van de gedode topfiguren van het regime allen soennieten zijn. Een van hen is Rustum Ghazali, die berucht is vanwege de repressieve bezetting van Libanon die hij tientallen jaren lang leidde.

“Syrië is onder het Baathregime een uiterst repressieve staat. Politieke oppositie wordt nauwelijks getolereerd, en al zeker niet als die religieus getint is”

Er is een ware wildgroei aan militaire en civiele inlichtingendiensten die door het regime tegen elkaar uitgespeeld worden, maar zonder uitzondering berucht zijn voor hun meedogenloze tactieken. Syrische gevangenissen zijn algemeen bekend voor hun martelkamers, waar vooral het gebruik van elektrische schokken populair lijkt te zijn. Mensenrechten blijven dode letter. Van de bijna twee miljoen Koerden bezitten velen nog altijd geen paspoort of burgerschap. Vrijheid van meningsuiting is vrijwel onbestaand en de censuur is – of was tot voor kort – alomtegenwoordig.

Kortom, redenen genoeg voor de bevolking om in opstand te komen. Toch wordt het regime voorlopig nog gesteund door een groot deel van de religieuze minderheden, met name door veel alawieten en de christenen. Het geniet ook steun van de soennitische middenklasse en de elites die profiteerden van de economische liberalisering die al-Assad sinds 2000 heeft doorgevoerd. Daarnaast zijn er behoorlijk wat seculiere Arabisch-nationalisten, socialisten en communisten – de traditioneel altijd getolereerde parlementaire oppositie – die vanuit ideologische overwegingen het regime blijven aanhangen of in ieder geval de oppositie niet steunen. Ten slotte zijn er Koerdische groeperingen die de nauwe banden van een deel van de oppositie met Turkije wantrouwen.

Afgezien van religieuze, etnische en ideologische identiteitskwesties spelen bovendien ook historisch-politieke factoren mee. Zowel de Syrische voorgeschiedenis van chaos die door het Baathregime werd beëindigd, als de recente ervaring van de sektarische burgeroorlogen in buurlanden Libanon en Irak spelen voor de soennitische meerderheid een belangrijke rol om het regime vooralsnog niet af te vallen. Ook de anti-imperialistische positionering van het regime blijft populair bij een deel van de bevolking – hoe selectief, cynisch en theoretisch die in de praktijk ook wordt toegepast.

Op internationaal vlak heeft het regime ten slotte nog altijd de volle steun van bondgenoten als Iran en Rusland. In 2009 heeft Rusland de oude Sovjetmarinebasis in Tartous terug in gebruik genomen en blijft het net als Iran het Syrische leger bewapenen. In februari 2012 meerden ook twee Iraanse oorlogsbodems aan in Tartous en eind augustus nog voer er een Iraans schip met wapens door het Suezkanaal.[iii] Naast Rusland blijft ook China in de VN-Veiligheidsraad zijn veto gebruiken om internationale sancties en militaire interventie te blokkeren.

Om al deze redenen en vanwege het simpele feit dat het regime voorlopig weinig tekenen van zwakte vertoont, zijn er tot nog toe weinig deserteurs uit de hogere niveaus, afgezien van enkele hogere officieren uit het relatief machteloze reguliere leger. Pas in juli 2012 hebben enkele (soennitische) topfiguren het regime verlaten.

“Het effect van sancties tegen het regime begint echter economisch een zware tol te eisen en zou de steun voor het regime op termijn in belangrijke mate kunnen aantasten. Dit effect zal nog toenemen naarmate de aanhoudende wanorde en gewelddadige confrontaties de economie blijven ondermijnen en de belangrijke toeristische sector blijven lamleggen”

Het regime deed dan ook lange tijd weinig noemenswaardige toegevingen. Regelmatig werd een aantal gevangenen vrijgelaten, een provinciegouverneur of zelfs de volledige regering vervangen, of de noodwet opgeheven. Verder waren er tot februari 2012 vooral beloften en comités die ‘hervormingen bestuderen’. Uiteindelijk werd dan toch een nieuwe grondwet voorgesteld waarover de bevolking zich in een referendum op 26 februari kon uitspreken. In het belegerde Homs en verschillende kleinere steden die in handen van het verzet waren, werd het referendum weliswaar geboycot, maar de nieuwe grondwet, die het eenpartijsysteem afschafte, werd goedgekeurd en door het parlement geratificeerd. Op 7 mei volgden parlementsverkiezingen waarbij zeven nieuw-gevormde partijen opkwamen en waaraan 51 procent van de kiesgerechtigde Syriërs deelnam. Ook deze verkiezing werd geboycot door de oppositie.

Het regime nam daarnaast ook economische maatregelen die hun traditionele basis – arbeiders, ambtenaren en landbouwers – ten goede kwamen, zoals loonsverhogingen en herinvoering van geschrapte subsidies voor voeding en brandstof. Ook kregen enkele honderdduizenden Koerden opeens wel het staatsburgerschap.[iv]

Verloop van de opstand: januari tot juni 2011

Vanaf 26 januari 2011 vonden sporadisch kleine betogingen plaats naar aanleiding van de zelfverbranding van Hasan Ali Akleh in Al Hasaka. Maar het protest barstte pas echt los op 15 maart 2011, toen Syrische veiligheidstroepen het vuur openden op ongewapende betogers in Deraa, een stadje aan de Jordaanse grens. Er vielen verschillende doden. Daags nadien vielen er opnieuw doden toen het leger de begrafenis van de slachtoffers beschoot.

Op 22 maart ontsloeg de regering de gouverneur van Deraa. De protesten hadden zich echter al uitgebreid naar andere delen van het land, voornamelijk in de grensstreken met Turkije, Libanon en Jordanië. Op 24 maart was er al sprake van meer dan honderd doden. Op 29 maart ontsloeg de president de voltallige regering en benoemde Adel Safar als nieuwe premier. Tweehonderd politieke gevangenen werden vrijgelaten en op 21 april werd de gehate noodwet, die sinds 1965 in voege was, herroepen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!