Op 27 januari vat de markt van Bujumbura, Burundi vlam wat leidt tot het uitdoven van het economisch centrum van het land. Een aaneenschakeling van gebeurtenissen ligt aan de basis van deze tragedie en het land dreigt gevaarlijk ontvankelijk te worden voor wat Naomi Klein omschrijft als een ‘shockdoctrine’. Wat zijn de motieven achter de ‘marktbrand’? Een analyse van de feiten of hoe ook deze (opzettelijke?) ramp het neoliberaal model kan ten goede komen…
“Markten branden altijd op zondag”: Geruchten of feiten, een labiel evenwicht…
In de nasleep van de brand wordt er erg gespeculeerd over de exacte oorzaak wat een gevaarlijke mengeling van geruchten creëert die gevoed wordt door de weinig transparant optredende regering onder het bewind van Pierre Nkurunziza. Er wordt geschat dat 70 % van het totale voedsel in Burundi de bevolking bereikt(e) via de centrale markt van Bujumbura. Een land die al een grote endemische honger kende, moet nu meer dan ooit z’n honger stillen met onbeantwoorde vragen in plaats van geruststellende antwoorden wat betreft de oorzaak van deze tragedie.
Op 6 februari 2013 werd de vakbondsbeweging ‘Sygeco’ (Syndicat Général des Commerçants) zonder meer opgeschort door de minister van Openbaar Ambt. Op 25 februari wordt deze opschorting teniet verklaart dankzij de steun van ‘CNIDH’ (Commission nationale indépendante des droits de l’homme). De initiële opschorting werd door de betreffende minister gemotiveerd als ‘reactie op het openen van een rekening voor noodfondsen door Sygeco’. Net na de brand heeft de regering een rekening geopend waarlangs alle hulpfondsen moeten passeren. De mogelijkheid van Sygeco om aan deze controle te ontsnappen, leidde tot de overhaaste beslissing van de minister van Openbaar Ambt op 6 februari. Dat Burundi volgens de NGO ‘Transparancy international’ tot de top 6 meest corrupte landen ter wereld behoort, voegt een voor-zichzelf- sprekende nuance toe aan het bovenstaande. Op straat wordt wel eens gespeculeerd dat de poging tot opschorting een manier was om de marktkramers het zwijgen op te leggen.
2 tot 3 dagen voor het uitbreken van de brand pakt een deel van de marktkramers hun koopwaar in met de simpele reden dat ‘er iets op til is, waar ze niet gerust in zijn’.
“Rumors are not news; but they sometimes foreshadow news” (ERNEST HAMLIN ABBOTT, The Outlook, Sep. 15, 1915) en moeten
daarom uiterst voorzichtig mee in rekening gebracht worden om van speculatie tot verklaring te komen. Het deed al langer de ronde dat ‘markten altijd branden op zondag’ in Burundi: op zondagochtend is de markt gesloten wat het ideale moment vormt om zonder veel slachtoffers een economie te ontwrichten. Dit samen met het gebrekkig optreden van de hulpdiensten op de dag van de tragedie, doet de geshockte Burundees afvragen wat er is gebeurd met het konvooi van brandweerwagens en hulpdiensten zoals deze werden voorgesteld tijdens de parade voor de 50 jaar onafhankelijkheid begin juli 2012.
Het bovenstaande zijn reële vragen en reële theorieën (geruchten?) die de Burundese media overrompelen; een natuurlijke reactie van een bevolking in shock en in de war door een stijgende inflatie.
Exotisch rampenkapitalisme – De ‘Chicago School’ op safari
Milton Friedman, de economische Goeroe van de ‘Chicago School’ heeft zijn leven gewijd aan z’n theorie over het liberaliseren van de markt door elke staatsbemoeienis uit te bannen. Privatiseren en dereguleren van de markt en wegwerken van sociale voorzieningen staan in de lijst van de top tien kernwoorden gebruikt door Friedman en zijn aanhangers. Om deze oervorm van kapitalisme tot stand te brengen, is een ‘tabula rasa’ onder de vorm van een ramp het ideale uitgangspunt. Naomi Klein verwijst naar het privatiseren van de publieke scholen in New Orleans na afloop van de orkaan Katrina maar ook naar het creëren van een ‘oorlogseconomie’ naar aanleiding van het binnenvallen van Irak of de gruwelpraktijken die aan de grondslag liggen van het economisch succes in Chili onder het dictatoriaal gezag van Pinochet. Het gebruik maken van een shocktoestand van een samenleving en economische desoriëntatie na een (opzettelijke?) ramp, lijkt de ideale cocktail voor het radicaal liberaliseren van de markt ten goede van een elitaire bovenbouw.
Wat de exacte oorzaak is van de markbrand in Bujumbura is een complexe aaneenschakeling van geruchten. Maar dat deze ramp een tropische cocktail vormt, ideaal voor het toepassen van rampenkapitalisme is een feit…
Het gevaar van een geshockte samenleving: ‘rampenkapitalisme’
Mensen in shock zijn ontvankelijk voor suggestie. Een economische draaischijf in shock is ontvankelijk voor verandering. Het zou te speculatief zijn om aan te nemen dat een opzettelijke ‘shockdoctrine’ of kwaad opzet aan de basis ligt van deze tragedie. Onderzoek, hopelijk met onafhankelijke steun van verschillende binnenlandse en buitenlandse adviesorganen, moeten de oorzaak van de brand aanwijzen.
Desalniettemin is het zeker niet voorbarig om te filosoferen over een mogelijk rampenkapitalisme dat kan ontstaan uit de heersende geshockte samenleving. Er zijn al langer plannen op til o.a. door ‘Toyota Burundi’ voor de bouw van een grootschalig winkelcentrum op de toenmalige velden van de FFB (Fédération de Football du Burundi) en het doet al langer de ronde dat men de marktkramers wou decentraliseren. Het toepassen van ‘rampenkapitalisme’ met bijhorende privatisering van de centrale markt (in hoeverre zal hij nog ‘centraal’ zijn na z’n wederopbouw? In hoeverre blijft het economisch middelpunt van Burundi in handen van de Burundezen?) zou, naar mijn mening, ontzagwekkende gevolgen hebben voor het gros van de Burundese bevolking. Een kloof tussen arm en rijk, anno 2013 steeds groter wordend, zou ongeziene wijdte krijgen, corruptie zou hoogdagen vieren en de mensenrechten zouden bedolven worden onder het gewicht van wat men ‘de vrije markt’ zou noemen…