Op 2 mei 2013 kondigde de FBI aan dat ex-Black Panther en lid van de Black Liberation Army, Joanne Chesimard, werd toegevoegd aan de lijst van meest gezochte terroristen. Chesimard, beter bekend als Assata Shakur, is de eerste vrouwelijke en de tweede Amerikaanse staatsburger die de dubieuze eer krijgt om op deze lijst te staan. Met deze aankondiging werd de beloning voor de tip die tot haar aanhouding leidt, opgetrokken tot twee miljoen dollar.
Wat voorafging
Assata Shakur was reeds op jonge leeftijd politiek actief tegen de rassendiscriminatie in eigen land. Tussen 1971 en 1973 werd zij, net als Angela Davis, meermaals vervolgd door de politie en FBI in een poging het politiek activisme van organisaties zoals de Black Panthers te criminaliseren. Hoewel zij tot op de fatale dag van 2 mei 1973 nog voor geen enkel feit was veroordeeld, stond zij bovenaan een lijst van verdachte personen waar de politie voor moest uitkijken. Vooral de politie van haar thuisstaat New Jersey was zeer op haar arrestatie gebrand, omdat zij uitgesproken actie voerde tegen de racistische misdaden van de staatspolitie (de ‘state troopers’ zijn een soort rijkswacht binnen elke staat, niet te verwarren met de ‘police’ die op niveaus van de counties – districten of grote gemeentes – werken).
Op 2 mei 1973 werden Shakur en twee kompanen tegengehouden in New Jersey omdat het achterlicht van hun auto stuk was. Even later werden ‘state trooper’ Werner Foester en een inzittende dodelijk gewond, een andere agent en Shakur zelf raakten gewond. De verklaringen over de feiten verschilden enorm.
Het forensisch bewijs toont aan dat Shakur in de rug en schouders werd geschoten, terwijl haar handen in de lucht waren. Er werden geen kruitsporen op haar handen of kledij gevonden. Het is dus uitgesloten dat zij ook maar een schot loste. Toch werd ze tot levenslang veroordeeld voor de moord op de omgekomen politieagent.
Ontsnapping naar Cuba
In ’79 ontsnapte ze uit de gevangenis en vond ze als politiek vluchteling asiel in Cuba. Het verzoek van de VS aan Cuba om Shakur uit te leveren, werd door Cuba geweigerd omdat de Cubaanse overheid vreest dat ze in de VS geen eerlijk proces zal krijgen en vervolgd zal worden voor haar politieke opvattingen.
Volgens Michael Ratner, mensenrechtenadvocaat, en Lennox Hinds, haar persoonlijke advocaat sinds 1973, heeft de Cubaanse overheid daar stevige argumenten voor in het internationaal recht. Cuba heeft geen uitleveringsverdrag met de VS. Internationale verdragen laten een land bovendien toe een verdachte niet uit te leveren wanneer er gegronde redenen zijn om te vermoeden dat de aanklachten tegen de betrokkene politiek gemotiveerd zijn.
Terroriste?
Dat ze nu als terroriste word bestempeld, is bevreemdend. Terrorisme wordt meestal gezien als een vorm van politiek geweld, waarbij het de bedoeling is om terreur te veroorzaken bij burgers. Zelfs al zou de veroordeling voor de moord op een agent terecht zijn, dan nog rest de vraag waarom dit terrorisme zou zijn. Het ging niet om een politieke daad en het geweld had ook niet de bedoeling terreur te veroorzaken onder de burgerbevolking.
Het bestempelen van steeds meer van dit soort zaken als terrorisme, past in een duidelijke tactiek die de VS sinds 9/11 vaak toepassen. De betekenis van het woord terrorisme deint uit en steeds meer acties worden op een zeer selectieve manier als terroristisch bestempeld. Deze categorisering brengt alles wat ermee te maken heeft in diskrediet en ontneemt de beschuldigde een aantal essentiële rechten op verdediging.
De VS, opleider en gastheer van terroristen
Cuba wordt in dit discours een staat die terroristen huisvest. De zet van de FBI om Shakur op de top-tien lijst van terroristen te plaatsen, moet gezien worden in het kader van de moeilijke relaties tussen de VS en Cuba, waarbij de VS nog steeds een zeer streng embargo handhaaft tegenover Cuba.
Als we daarentegen kijken naar de landen die effectief terroristen huisvesten, bevindt de VS zich niet in de positie om kritiek te geven op andere landen. Een aantal voorbeelden: Orlando Bosch woonde tot aan zijn overlijden in 2011 rustig in Miami, nadat hij met de steun van de CIA een Cubaans vliegtuig bombardeerde met 73 burgerdoden tot gevolg. Luis Posada Carriles leeft nog steeds in de VS, hoewel hij medeverantwoordelijk is voor deze aanslag. De vraag van Cuba aan de VS om Bosch en Posada uit te leveren, werd steeds geweigerd.
De Haïtiaan Emmanuel Constant leidde een aantal doodseskaders om het regime van Aristide te destabiliseren. Haïti vroeg om zijn uitlevering, maar de VS weigerden dit nadat Constant ermee dreigde zijn relaties met de CIA te onthullen. Prosper Avril was president van Haïti van 1988 tot 1990 na de militaire staatsgreep tegen de verkozen president Bertrand Aristide. Zijn regime werd door Amnesty International zwaar op de korrel genomen wegens systematische grove schendingen van de mensenrechten.
Bovendien is de VS verantwoordelijk voor de opleiding en ondersteuning van militairen die massaslachtingen onder hun eigen burgers aanrichtten zoals Hector Gramajo, minister van defensie van Guatemala van 1987 tot 1990.
De Indonesische generaal Sintong Panjaitan, hoofd van de bezettngstroepen in Oost-Timor en verantwoordelijk voor de slachtpartij op het kerkhof van Santa Cruz in 1991, werd in de VS ongemoeid gelaten. Al deze personen zijn of waren lange tijd welkom in de VS en dan zwijgen we nog over de binnenlandse oorlogsmisdadigers. De manier van omgaan met internationaal recht door de FBI kan hier op zijn minst selectief worden genoemd. Al deze personen werden en worden in de watten gelegd door de VS, kunnen het land vrij bezoeken en/of er wonen.
Criminaliseren van politiek activisme
Volgens Lennox Hinds, Shakurs advocaat, en Angela Davis, prominent burgerrechtenactiviste en emeritus professor, is dit een politieke beslissing die past binnen het huidige repressieve klimaat.
Shakur werd net als Angela Davis vervolgd in de hoogdagen van de FBI-repressie tegen de zwarte burgerrechtenbeweging waarbij criminalisering en illegale moorden onder het COINTELPRO-programma schering en inslag waren. COunterINTELligencePROgram was een project van de FBI, dat specifiek bedoeld was om elke vorm van politiek activisme te criminaliseren die inging tegen de status quo, zoals die werd bepaald door het tweepartijensysteem en de economische krachten er achter.
Angela Davis: Dit is ontworpen om jonge mensen bang te maken die de dag van vandaag betrokken zijn bij radicaal activisme dat tot verandering leidt.
Onder meer alle organisaties die opkwamen voor gelijke burgerrechten voor de zwarten en de Amerikaanse Indianen, maar ook linkse organisaties zoals de Socialist Workers Party werden geïnfiltreerd. De bedoeling was dubbel: eerst en vooral de organisaties verzwakken door hun leiders in jarenlange rechtsprocedures lastig te vallen – meestal op basis van infiltranten die gewelddadige acties uitlokten; ten tweede het imago van deze organisaties bij de publieke opinie besmeuren en zo deze vorm van vrije meningsuiting marginaliseren.
Achter de toevoeging van Assata Shakur aan de lijst van terroristen schuilt een zelfde redenering. Angela Davis: “Deze aanval op haar (Shakur) reflecteert de logica van terrorisme. Dit is ontworpen om jonge mensen bang te maken die de dag van vandaag betrokken zijn in het soort van radicaal activisme dat tot verandering leidt. Assata is geen bedreiging. Als dit iets is, is het een ‘vendetta’(bloedwraak).”
Volgens Lennox Hinds is dit tenslotte iets dat gestuurd wordt vanuit het politieapparaat van de staat New Jersey en een aantal politici uit Miami. Deze politieke zet zou dienen om de publieke opinie te verhitten tegenover Cuba en tegenover de binnenlandse burgerrechtenbeweging.
Bronnen: zie weblinks hieronder