De Millenniumdoelstellingen, acht concrete doelen die behaald moeten worden tegen 2015, lopen binnen anderhalf jaar ten einde. De belangrijkste doelstelling was het uitroeien van de extreme armoede. Overal ter wereld woedt het debat over de opvolger van die Millenniumdoelstellingen: welk globaal ontwikkelingskader moet er in de plaats komen?
Aan de ingang van het Egmontpaleis eiste een bonte verzameling studenten uitsluitsel over het budget voor universitaire ontwikkelingssamenwerking. Maar in tegenstelling tot de berichtgeving van Belga was de Staten-Generaal allesbehalve ‘overschaduwd’ door de protestactie. De chique en goedgevulde vergaderruimte in het Egmontpaleis was daarvoor te ver verwijderd van de verontwaardigde studenten.
Duurzame ontwikkeling
Prinses Mathilde nam de openingstoespraak voor haar rekening. “Deze keer trekken we de discussie open naar duurzame ontwikkeling”, zei Hare Koninklijke Hoogheid. Het aanpakken van extreme armoede blijft ook na 2015 een kerntaak, maar in het nieuwe ontwikkelingskader zal er meer aandacht zijn voor milieu en mensenrechten.
“De meeste armen leven in middeninkomenslanden”, stelde de prinses vast. Maar wat een ontnuchterend feit lijkt, is volgens Laurence Chandy en Geoffrey Gertz, onderzoekers van het Brookings Instituut (nvdr: Amerikaanse denktank), eerder een teken van succes.
Hun uitleg gaat als volgt. Het aantal landen dat als een lage-inkomensland kan worden beschouwd, is gedaald van 66 naar 40, terwijl het aantal middeninkomenslanden boven 100 gestegen is. Dat betekent dat 26 landen rijk genoeg geworden zijn om van categorie te veranderen. Hun ‘overstap’ leidde tot de schijnbare verschuiving van armoede van lage- naar middeninkomenslanden.
Die analyse sluit echter goed aan bij de bezorgdheid van prinses Mathilde over “de groeiende ongelijkheid, die we moeten terugdringen”.
De waarde van groei
De wereld is sinds 2000 een betere plek geworden, maar niet overal. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Jean-Pascal Labille schetste een onthutsend beeld van zijn geliefde Congo. “Het land bengelt onderaan de ranglijst van de Human Development Index. 70 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens. In Oost-Congo wordt er gemoord en gemarteld. Het geweld tegen vrouwen en kinderen stuit tegen de borst.”
Daarna volgde een sneer naar de wereldvreemdheid van bepaalde internationale organisaties. “Ik ken maar twee gesprekspartners die positief zijn over de situatie in Congo”, zei Labille. “Ik moet bekennen dat ik niet hoog met hen oploop. De twee zijn vertegenwoordigers van het IMF en de Wereldbank. De economische groei in Congo bedroeg vorig jaar zeven procent – een goed teken, vonden ze. Maar wat is die groei waard (gezien de omstandigheden in dat land)?”
Goede en slechte politiek
Amina Mohammed, speciaal adviseur ontwikkelingsplanning voor VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon, is blij dat ook de ontwikkelingslanden hun zegje kunnen doen in het post-2015-debat. “In 2000 had mijn land (Nigeria) geen inspraak in de creatie van de Milleniumdoelstellingen. Ik ben blij dat we het nieuwe ontwikkelingskader wel mee kunnen vormgeven.” Toch was Mohammed zich van bewust van een mogelijk probleem: “Veel koks bederven de brij.”
Erik Solheim, voorzitter van het Comité voor Ontwikkelingssamenwerking (DAC) van de OESO, vertelde in een notendop waar ontwikkeling volgens hem om gaat. “Neem Noord- en Zuid-Korea. In de jaren 1950 waren de beide landen ongeveer even arm, maar nu is het onderlinge verschil in welvaart gigantisch. Dat heeft niks te maken met religie of cultuur, maar alles met politieke beslissingen. Het verschil tussen die twee landen is het verschil tussen goede en slechte politiek.”
“Deze generatie heeft het in zich om extreme armoede de wereld uit te helpen. Laten we dat gewoon doen!” aldus een enthousiaste Solheim.
Ongelovige thomas
“De inhoudelijke en financiële discussie mogen niet van elkaar losgekoppeld worden”, zei Anne Van Autreve van het Vlaams Agentschap voor Internationale Samenwerking. “Anders komen we in een onrealistisch kader terecht, zonder een sluitend budget.”
Een man in het publiek stelde de vraag van één miljoen: “Wat is het nut geweest van de Millenniumdoelstellingen?” Zonder een sluitend antwoord daarop was het volgens hem ongeoorloofd om in te zetten op een nieuw globaal ontwikkelingskader. De ongelovige thomas bleek Marcus Leroy te zijn, die gedurende 35 jaar leidende posities bekleedde in de Belgische ontwikkelingssamenwerking.