Fa Quix, directeur-generaal van Fedustria geeft aan dat de te verwachten meerkost bij ontslag, die een verbetering van het sociaal statuut van de arbeiders met zich mee zou brengen, een sociaal bloedbad aan het veroorzaken is. Bedrijven, zo stelt hij, weten nu al dat ze arbeiders teveel hebben maar in al hun goedheid zouden ze die normaal nog een tijdje aan boord hebben gehouden.
M.a.w., als de vakbonden blijven aandringen op een aanpassing naar boven en een gelijkschakeling eisen met het bediendenstatuut staat ons een ongezien drama te wachten, dat in feite nu al aan de gang is. Om dit alles nog wat kracht bij te zetten mogen “hot lips” Karel Unizo Van Eetvelt en “butler” Jo VOKA Libeer nog eens komen vertellen hoe onverantwoord de vakbonden wel zijn om in crisistijd dergelijke onrealistische eisen te stellen.
Het doorzichtige van hun argumentatie zit hem in het feit dat een bedrijf, dat op een bepaald moment vaststelt dat er arbeiders teveel zijn, zich genoodzaakt voelt om deze binnen de kortste keren buiten te werken, want de loonkost – zo zeggen ze zelf – is veel te hoog. Iemand aan boord houden zou dus getuigen van bijzonder slecht management. Daarom gooit men het nu over een andere boeg en speelt men op de onnoemelijke goedheid van de bedrijven die deze overtollige meerkost willen torsen.
De realiteit is dat een bediende zijn opzegperiode tot de laatste dag moet doorwerken. Het verschil met een arbeider is dus louter de periode dat de werknemer langer in dienst blijft. Aangezien de bedrijven volgens Fedustria er alles aan doen om mensen aan boord te houden mag dat dus geen probleem zijn.
Fedustria, VOKA en Unizo hebben hetzelfde doel voor ogen: het afbreken van de sociale zekerheid.
Voorts staat er tegenover deze periode van ontslagvergoeding duidelijk een productiviteit. Verlies levert dat dus niet op en het heeft al helemaal niets te maken met een stijging van 2,5% van de loonkost, zoals men ons graag wil laten geloven.
Het mag duidelijk zijn dat organisaties als Fedustria, VOKA en Unizo – ik zou Pieter Timmermans, de perfecte schoonzoon van het VBO bijna vergeten – regelmatig eens uit een ander vaatje tappen met immer met hetzelfde doel voor ogen: het afbreken van de sociale zekerheid.
Spijtig vind ik dat. Ik denk dat we met zijn allen weten dat de industriële sector en meer specifiek de textielsector inderdaad heel wat te lijden heeft onder de moordende concurrentie van de groeiende lage loonlanden die hun laars lappen aan elke vorm van sociaal overleg. Die landen gooien ook elke vorm van welvoeglijkheid tegenover hun werknemers over boord en ontlopen hun verantwoordelijkheid inzake milieuoverlast. Als Europese textielsector daartegen opboksen is geen sinecure, laat staan dat dat haalbaar is.
Daartegenover staat dat het antwoord die de werkgeversorganisaties hierop willen geven, namelijk het probleem gemakshalve in de schoenen schuiven van de arbeiders en bedienden, ook het ontlopen van een verantwoordelijkheid is. Deze race naar beneden kan niemand immers winnen en moet dus gewoon ophouden. Het zou de werkgeversorganisaties dan ook sieren mochten ze een beetje inventiever worden en gaan samenzitten over hoe men, zonder het sociaal stelsel verder uit te hollen, deze situatie kan oplossen. Dat zou nog eens getuigen van goed vakmanschap of ondernemerschap. De kosten afwimpelen op de zwaksten daarentegen… .
Dat brengt ons immers bij wat gisteren gebeurde in een fabriek in Bangladesh waar werknemers verplicht werden terug aan het werk te gaan waarna het gebouw alsnog instortte. Ik hoor ‘Hot Lips’ en de butler al fulmineren. Hoe durf ik het aan om de ondernemers van hier te vergelijken met de schandelijke praktijken van wat in Bangladesh gebeurd!
Mis, ik vergelijk niet, ik geef alleen maar de richting aan waarin onze economie evolueert wanneer men het ondernemerschap van alle verplichtingen ontlast zoals sommigen dat in gedachten hebben en zoals dat vandaag ruim beleden wordt in landen zoals China en India. Is dat de markt waarmee we willen in concurrentie treden?
In “De Morgen” legt Yves Desmet de schuld en verantwoordelijkheid voor wat in Bangladesh gebeurde maar meteen bij de eindconsument, u en ik dus, die blijven vragen naar goedkope kleding waardoor bedrijven genoodzaakt zijn zich op de dubieuze markt te gooien waarvan we het resultaat jammer genoeg gisteren gezien hebben en waar tegen onmenselijk lage lonen textiel geproduceerd wordt voor de westerse markt.
Nu wens ik hoegenaamd mijn verantwoordelijkheid niet te ontlopen indien nodig maar in deze voel ik mij hoegenaamd niet aangesproken. Ik ben immers vragende partij om elke vorm van sociale dumping tegen te gaan, indien dit voor meer sociale gelijkheid kan zorgen in de wereld. Het spel waarbij men steeds meer de kosten wil drukken om te kunnen concurreren met de laagste lonen en bijgevolg de laagste prijzen kan aanbieden zal aan z’n einde komen daar waar de lonen niet lager meer kunnen en alleen nog de koopkracht van de rijkere klasse gevrijwaard blijft.
Het is dus een totaal onzinnige handeling om daar te blijven naartoe werken. Daar zal ik mij dus met al wat in mijn mogelijkheden ligt tegen verzetten, te beginnen met het vechten voor een aanpassing naar boven toe van het arbeidersstatuut, niet omgekeerd. Ten tweede door te staken indien nodig.
Ik refereer verder graag naar een artikel van 20/11/12, eveneens in de De Morgen, waarin Quix naar aanleiding van de regeringsmaatregelen tegen de loonkosthandicap het volgende stelt: “Er is nu een probleem. Nu hebben we schoktherapie nodig”. Wie zich de staatsgreep in Chili 1973 nog voor de ogen kan halen weet hoe laat het is wanneer een econoom of aanverwant het over “schoktherapie” heeft. Dat zegt iets over het doel en de middelen die Quix voor ogen heeft. Voor wie dat niet kan, surf dan even naar Naomi Klein’s boek ‘De Shock doctrine. De opkomst van het rampenkapitalisme’ (De Geus, 2007).
Daarom stel ik voor dat Fedustria ook eens gaat aankloppen bij boer De Clerck, baron van het textielimperium Beaulieu met de vraag om, teneinde de textielindustrie van de ondergang te redden, liefst vandaag nog het geld terug te geven dat hij ten onrechte niet heeft terug betaald aan de Belgische staat. Een uitstekende kans om net zoals zijn vriendin Margaret Thatcher eens aan te tonen hoezeer hij echt begaan is met de samenleving, indien er voor hem uiteraard iets bestaat zoals “society”. Die terugbetaling kan alsnog een slok op een borrel schelen.