Label ontoereikend: Hokjes en cijfers zetten diversiteitsbegrip onder druk
Culturele diversiteit -

Label ontoereikend: Hokjes en cijfers zetten diversiteitsbegrip onder druk

donderdag 18 april 2013 13:35
Spread the love

Het begrip diversiteit gaat de laatste jaren vaak over de tongen. Het kan alleen maar toegejuicht worden dat stadsbesturen scholen en bedrijven nadenken over hoe ze met verscheidenheid op gebied van geslacht, afkomst en geaardheid kunnen omgaan. De manier waarop hiermee wordt omgegaan zet ons diversiteitsbegrip echter onder druk. Diversiteit lijkt steeds meer op een veredelde vorm van hokjesdenken.

In navolging van de krant De Morgen schrapten enkele stadsbesturen onlangs het woord ‘allochtoon’ uit hun bestuursakkoord. In Gent werd het begrip zelfs letterlijk ten grave gedragen. Het a-woord zou uitsluiting in de hand werken; het stigmatiseert en houdt een wij-zij-tegenstelling in. Niet iedereen ziet echter heil in deze maatregel. Onder meer het Antwerpse stadsbestuur is niet van plan te volgen. Schepen Liesbeth Homans liet optekenen dat “het woord ‘allochtoon’ schrappen geen oplossing [is], zolang de context onveranderd blijft. Vroeger ging het over ‘gastarbeiders’, daarna over ‘migrant’. Er zal dus ook nu weer een nieuw woord komen.” (Gazet van Antwerpen, 16 maart 2013)

Homans zegt hier dat het woord ‘allochtoon’ schrappen automatisch zal leiden tot het ontstaan van een nieuw woord. Net zoals we een ‘andersvalide’ beter geen ‘mindervalide’, of erger nog, een ‘gehandicapte’ mogen noemen. Waar Homans, en vele anderen met haar, echter aan voorbij gaan, is dat het probleem met ‘allochtoon’, niet de veronderstelde negatieve connotatie is. Het probleem ligt in de ontoereikendheid van het begrip.h

Hoe moeten we ze dan wel noemen?

Allochtoon betekent letterlijk ‘van elders afkomstig’ en is tegengesteld aan autochtoon, ‘van de oorspronkelijke bewoners afkomstig’. Vraag blijft echter wie we dan als allochtoon gaan bestempelen en wie niet. Een Tunesiër die op volwassen leeftijd in ons land komt wonen, past duidelijk binnen deze categorie. Maar wat met een in België geboren vrouw, met Nederlandse ouders? Of met een Belgische jongen van wie de Marokkaanse grootouders naar ons land emigreerden?

Zelfs overheden hebben moeite met het formuleren van een eenduidige definitie. Volgens de Vlaamse overheid ben je allochtoon als je (groot)ouders een nationaliteit hebben van buiten de EU, in Nederland ben je het simpelweg als je ouders niet in Nederland geboren zijn. Verwarrend dus.  Toch gebruiken we de term te pas en te onpas én raken we net in de war als deze dreigt te verdwijnen; “Hoe moeten we ze dan wel noemen?”

Het zegt iets over ons, over de maatschappij waarin we leven. Wij (be)noemen graag. Of het nu om de allochtoon of de hangjongere gaat, we hebben het graag klaar en duidelijk. En als het even kan, optelbaar. Op zich niks mis mee, het is een manier om met een wereld om te gaan die erg complex in elkaar zit. We denken nu eenmaal door middel van taal, we gebruiken categorieën om ons leven te structureren.

Afgevinkt!

Problematisch wordt het als deze benoemingsdrang, beter bekend als hokjesdenken, zich zonder enige nuance nestelt in een concreet beleid. Als dit beleid ervoor zorgt dat diversiteit enkel en alleen synoniem wordt voor het afvinken van voldoende hokjes, zonder daarbij stil te staan bij de verscheidenheid binnen of buiten deze hokjes. Hoe effectief kan een beleid gericht op allochtonen zijn, wetende dat die groep wel erg divers is? Kan je het hangjongerenprobleem – als we al kunnen spreken van een probleem – aanpakken door deze jongeren als een homogene groep te beschouwen en dus voorbij te gaan aan de achterliggende en diverse oorzaken?

Ook binnen het onderwijs vinden we deze beperkte visie op diversiteit terug. Van leraren wordt verwacht dat ze gedifferentieerd lesgeven. Elke scholier heeft zijn/haar eigenheid waar rekening mee moet worden gehouden. Een bewonderenswaardige ambitie, deze eigenheid heeft echter zelden iets te maken met een eigen persoonlijkheid. Het gaat maar al te vaak om (medische) hokjes; AD(H)D, autisme, dyslexie, hoogbegaafdheid… Trager zijn, niet goed kunnen stilzitten of geen talenknobbel hebben, telt niet voor een gedifferentieerde aanpak. Te vaag en dus niet om te zetten in duidelijke richtlijnen. Enerzijds werkt dit stigmatisering in de hand; alles wat iemand met ADHD doet, zal in het licht geplaatst worden van zijn/haar diagnose. Anderzijds zorgt het ervoor dat leerlingen zonder ‘aandoening’ vaak in de kou blijven staan.  Even kort door de bocht: een ‘ADHD’er’ die niet goed presteert, krijgt extra hulp. Een ‘niet-ADHD’er’ wordt aangemaand harder te werken of verwezen naar een andere studierichting. 

Fan van statistiek

De uitholling van het begrip diversiteit wordt niet alleen in de hand gewerkt door onze benoemingsdrang. Er is nog een tweede component. We vinken niet alleen hokjes aan, we omkaderen ze ook graag met cijfers en tabellen. Het gedrag van schoolkinderen wordt beoordeeld aan de hand van een tabel; een + voor medewerking, een +/- voor orde. En ook leerkrachten Nederlands werpen zich op een opstel of spreekopdracht met een evaluatieschema. 3,5 op 5 voor stijl, een 4 voor inhoud. Een uitleg, enige nuance, komt er amper aan te pas. Geen tijd, geen plaats, niet telbaar.

Helder onbetwistbaar cijfermateriaal. Je kunt de uitkomsten en de verschillende categorieën met elkaar vergelijken, je kunt ze in statistieken gieten. Want ja, ook daar zijn we fan van; statistieken. Op sociale netwerksites, maar zeker ook in de traditionele media, word je om de oren geslagen met taart- en staafdiagrammen; Een Belg op drie gelooft niet meer in de toekomst van ons land! 1 op 3 scheidingen veroorzaakt door huilende baby!

Uiteraard kunnen kwantitatieve onderzoeken nuttig en noodzakelijk zijn. Het is leerzaam om te weten hoeveel vrouwen aan de top van een bedrijf staan. Het is onontbeerlijk om te weten of het aantal verkeersdoden al dan niet gestegen is. Maar, net als bij onze benoemingsdrang, zijn er evenveel onderzoeken die een erg nauwe definitie van diversiteit in de hand werken.

Zo verscheen onlangs een onderzoek van het Jeugdonderzoeksplatform, waarbij gekeken werd naar verdraagzaamheid bij jongeren. Stadsjongeren, zo specifieerden de diverse media. Niemand die zich echter afvroeg, wat nu eigenlijk een stadsjongere is en of het nodig was om de 3.867 ondervraagde jongeren uit Gent en Antwerpen onder te brengen in een nieuwe categorie. Een categorie die dan ook nog eens automatisch een tweede, tegenovergestelde groep verenigt; de dorpsjongeren.

In de kiem gesmoord

Is dit een pleidooi voor het afschaffen van labels? Mogen er vanaf nu geen statistieken meer verschijnen in de krant? Absoluut niet. Zoals hierboven al gesteld, is het vereenvoudigen van een complexe wereld een menselijke trek en dus onmogelijk af te schaffen. Dit is wel een pleidooi voor nuance, voor voorzichtigheid. Beleidsmakers en media zouden steeds voor ogen moeten houden dat hokjes en statistieken slechts hulpmiddelen zijn, zéker als het gaat om diversiteit. En dat die hulpmiddelen geen vaststaande feiten zijn. Diversiteit binnen een mediabedrijf of politieke partij is niet enkel de som van geslacht, afkomst en geaardheid. Diversiteit laat zich niet tellen. Quota om het aantal vrouwen in een bedrijf op te krikken, zijn nuttig – en waarschijnlijk noodzakelijk –, maar slechts een klein onderdeel van wat verscheidenheid inhoudt.

Diversiteit is al enige jaren een veelvuldig besproken onderwerp; of we het nu hebben over de integratie van ‘allochtonen’ of rechten voor holebi’s. Deze focus op diversiteit is van groot belang, maar mag de ‘echte’ diversiteit niet in de kiem smoren. Niet iedereen kan zich vinden in bestaande vakjes – denk bijvoorbeeld aan transgenders – en er is niemand ter wereld die zichzelf volledig kan definiëren aan de hand van de beschikbare labels. Soms moeten we openstaan voor de complexiteit van de wereld rondom ons. We moeten beseffen dat labels van tijd tot tijd veranderd (gehandicapt), uitgebreid (man/vrouw), verwijderd (allochtoon) of simpelweg gerelativeerd moeten worden. 

take down
the paywall
steun ons nu!