“Die man is geobsedeerd door het idee dat Gülen samenwerkt met de CIA”
In Nederland is recentelijk een nieuwe controverse ontstaan over de beweging rond de in de VS woonachtige Turkse prediker Fethullah Gülen. Dwars door alle rumoer ben ik beland in een confrontatie met Joost Lagendijk, een Nederlandse ex-europarlementariër van GroenLinks, die tegenwoordig columns schrijft voor het aan de Gülenbeweging verbonden dagblad TodaysZaman. Onlangs verscheen Lagendijks boek ‘De Turken komen eraan!’
Woensdag jl. plaatste NRC Handelsblad een interview met Lagendijk. Daarin stelt hij het volgende over mij: “Die man is geobsedeerd door het idee dat Gülen samenwerkt met de CIA”. Wat schreef ik in mijn vorig jaar verschenen boek ‘De diepte van de Bosporus’ (Uitgeverij EPO, Antwerpen) over Fethullah Gülen en de CIA? Lees hier de betreffende paragraaf:
Fethullah Gülen en de CIA, vage maar talrijke aanwijzingen over betrekkingen
Aanvankelijk ondervond Gülen geen problemen in de VS. De oud-president Bill Clinton prees hem in een toespraak, softwaremiljardair Bill Gates schonk tien miljoen dollar aan zijn scholen in Texas. Dat weerhield de Amerikaanse immigratiedienst er niet van hem een green card te weigeren. Hij zou als leraar niet over voldoende specifieke kwaliteiten beschikken. In mei 2007 begon Gülen een juridische procedure. 26 Amerikanen steunden hem met brieven aan de Amerikaanse autoriteiten. Onder zijn pleitbezorgers behoorden professoren aan Amerikaanse universiteiten, evangelisten en rooms-katholieke priesters zoals de eerder genoemde jezuïet Thomas Michael. Gülen kreeg alsnog zijn green card.
Drie andere pleitbezorgers van Gülen, George Fidas, Graham Fuller en Morton Abramowitz hadden een band met het Amerikaanse inlichtingenwezen. Voordat hij in 1989 ambassadeur van de VS in Turkije werd, was Abramowitz als onderminister van Ronald Reagan belast met de coördinatie van Amerikaanse inlichtingendiensten. Daardoor kreeg hij veel met de CIA te maken. Later raakte hij betrokken bij Amerikaanse denktanks en speelde hij een rol van betekenis binnen de International Crisis Group (ICG).[ 1]
Zoals ik in het hoofdstuk 12 over de AKP en de EU al schreef hadden Abramowitz en Fuller volgens de links-nationalistische krant Aydinlik midden jaren negentig contact met Erdogan, toen burgemeester van Istanbul. Abramowitz had toen graag gezien dat Gülen zich verbond aan Erbakans RP, de partij waarin Erdogan de rijzende ster was. Verschillen in visie tussen Gülen en Erbakan sloten dat echter uit. Eerder in de jaren negentig had Gülen een goede verstandhouding met de DYP van Tansu Ciller. Hij ontmoette haar een aantal keer. Volgens de oud-volgeling Nurettin Veren werden toen besprekingen gevoerd over financiële samenwerking. Na de postmoderne coup van 1997 en het vertrek van Erbakan en Ciller zag Gülen geen bezwaar om zijn naam te verbinden aan de nieuwe AKP van Erdogan. Daarmee zondigde hij tegen zijn eigen uitspraak dat hij en zijn beweging zich niet op het politieke vlak wilden manifesteren.
Gülen wordt niet alleen via Abramowitz, Fuller en Fidas met het Amerikaanse inlichtingenwezen geassocieerd. Volgens de voormalige MIT-medewerker Osman Nuri Gündes werkte Gülen in de jaren tachtig voor Radio Free Europe. Dit radiokanaal bestookte de Sovjet-Unie met Amerikaanse propaganda en was nauw verbonden aan de CIA.[2] Ook de voormalige station chief van de CIA in Turkije Paul Henze werkte voor Radio Free Europe. Dezelfde Henze die als ‘architect’ van de staatsgreep van 1980 bekend werd. Radio Free Europe rekruteerde moslims tegen de Sovjet-Unie, onder andere in het door Sovjets bezette Afghanistan. Gülens pleitbezorger Graham Fuller, was daar station chief van de CIA.
Dergelijke connecties suggereren een verband tussen de CIA en de Gülenbeweging. Beide ontkennen, harde bewijzen ontbreken. De zeer seculiere Turkse professor Necip Hablemitoglu schoof de mogelijkheid niet zomaar terzijde. “Ik ben in de VS op de hoogte geraakt van de relatie tussen Gülen en de CIA”, zei hij in 2001. Een jaar later werd Hablemitoglu vermoord. Zijn moordenaars werden nooit gearresteerd. Beweringen in de Turkse media, dat volgelingen van Gülen verantwoordelijk waren, werden nooit hard gemaakt. Wel staat vast dat Hablemitoglu informatie leverde aan Nuh Mete Yüksel, die in 2001 Gülen aanklaagde wegens antiseculiere activiteiten. Gülen zat op dat moment al veilig in Pennsylvania. De Gülenbeweging zal Hablemitoglu en Yüksel toch als ‘lastig’ beschouwd hebben.
Wat vervolgens met Yüksel gebeurde, is opmerkelijk. Hij werd uitgenodigd op het kantoor van een vriend. Het was gezellig, er kwam raki op tafel, er werd gezongen en op een zeker moment werd Yüksel alleen gelaten met een verleidelijk geklede dame. Zo werd het snel nog gezelliger. Yüksel wist natuurlijk niet dat er videobeelden werden gemaakt van wat er vervolgens gebeurde. Niet veel later werd hij om onduidelijke redenen van zijn functie ontheven. Een politiefunctionaris verklaarde dat de ‘vriend’ een financiële vergoeding voor zijn diensten ontving.[3]
Oud-volgeling Nurettin Veren kaart eveneens een relatie tussen Gülen en de CIA aan. Hij legt een verband tussen Gülen en de in Zuid-Korea opgerichte Verenigingskerk van Sun Myung Moon, beter bekend als de ‘Moonsekte’. Ook daar komt de CIA om de hoek kijken. Het lijdt immers nauwelijks twijfel dat de Verenigingskerk aan de CIA verbonden raakte via de KCIA, de vertakking van de Amerikaanse inlichtingendienst in Zuid-Korea. Gülen lijkt wel een islamitische variant van Moon. Beiden bonden de strijd aan met het communisme en ook Sun Myung Moon is betrapt op antisemitische uitspraken.
Gülen stond op goede voet met Kasim Gülek, de meest prominente Turkse volgeling van Moon. Gülek had een politieke carrière om u tegen te zeggen: lid van het Turkse parlement op voordracht van Atatürk, minister, voorzitter van de CHP, betrokken bij NAVO-denktanks, voorzitter van een VN-commissie gericht op Zuid-Korea. In 1996 overleed Gülek. Volgens zijn eigen website waakte Gülen bij zijn stoffelijk overschot.
Ik moest aan de Verenigingskerk denken toen ik las over gearrangeerde huwelijken in de Gülenbeweging. Die zijn ook bij de Verenigingskerk gebruikelijk. Ik was in Amsterdam eens uit nieuwsgierigheid aanwezig bij een dienst van de Verenigingskerk. Vier Afrikanen zaten met zweet in de handen te wachten. Voor het eerst zouden ze een foto van hun aanstaande zien. Ik vraag me af of het er in de binnenste cirkel van de Gülenbeweging net zo aan toe gaat.
De Amerikaanse publicist Aland Mizell meent eveneens dat Gülen en de CIA samenwerkten. Het toneel bestond voor hem uit de Centraal-Aziatische landen die eerder tot de Sovjet-Unie behoorden. De nieuwe onafhankelijkheid van Azerbeidzjan, Kazachstan, Turkmenistan, Kirgizië en Oezbekistan leidde in Turkije tot een opleving van het panturkisme.
In het westen leefde de verwachting dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie de bevolkingen van de Centraal-Aziatische landen zouden teruggrijpen naar hun oorspronkelijke islamitische oriëntatie. De CIA vreesde dat Iran hen in de greep zou krijgen. Het schrikbeeld van nieuwe islamitische republieken kreeg een extra dimensie door de grote belangstelling in het westen voor de olie- en gasreserves in Centraal-Azië.
Volgens Aland Mizell kwam het netwerk van Gülenscholen in Centraal-Azië als geroepen voor de CIA. De Amerikanen zagen de scholen als een middel om de Iraanse invloed en radicalisering in het gebied tegen te gaan. In zijn boek Getuige van staatsgrepen en anarchie schreef Osman Nuri Gündes, de oud-medewerker van de Turkse veiligheidsdienst, dat in de jaren negentig 130 CIA-agenten in Kazachstan en Oezbekistan gestationeerd werden als leraren Engels op Gülenscholen. In ruil kreeg de Gülenbeweging bescherming van de CIA bij de uitbreiding van het onderwijsnetwerk.
Aland Mizell bevond zich in die jaren zelf ook in Centraal-Azië. Nurettin Veren was toen nog trouw aan Gülen en volgens Mizell nauw betrokken bij het vestigen van scholen in die contreien. Dat plaatst Verens bewering over een relatie tussen Gülen en de CIA in een speciaal kader.
Het liep anders dan de CIA vreesde. Iran kreeg geen greep op Centraal-Azië. Er kwamen uiterst seculiere regimes aan de macht. Ze drukten iedere islamisering de kop in en stonden lang niet zo positief tegenover nauwere betrekkingen met Turkije als verwacht of gehoopt werd. Ook aan de Gülenbeweging ging deze onverwachte ontwikkeling niet voorbij. Haar scholen in Centraal-Azië pasten in de CIA-plannen om radicalisering tegen te gaan, maar werden nu zelf als radicaal islamitisch geïnterpreteerd. De lokale machthebbers verweten de scholen een antiseculiere atmosfeer te kweken en ‘panturkistische opvattingen’ te verspreiden. In Turkmenistan werden de Gülenscholen in hun doen en laten beperkt. De autoriteiten schrapten het vak ‘religieuze geschiedenis’ uit het leerplan.
Veel verder ging Oezbekistan. Dictator Islom Karimov schrikt er niet voor terug om moslims in heet water dood te koken. Het westen vergeeft hem dat, want hij is een bondgenoot in de oorlog tegen de radicale islam. Volgens de staatsmedia ondermijnde de Gülenbeweging het secularisme in Oezbekistan. Leraren kregen na een vakantie in Turkije geen toegang meer tot het land. In 1999 werden alle 65 Gülenscholen gesloten. Journalisten, verbonden aan de Gülenbeweging, werden gearresteerd en beschuldigd van lidmaatschap van een illegale en extremistische religieuze organisatie.
Ook in Rusland kwamen de Gülenscholen in de jaren negentig onder verdenking te staan. Ze werden één na één gesloten, de leraren werden gedeporteerd. Dat de betrekkingen tussen Turkije en Rusland steeds beter werden, kon dat niet verhinderen. Volgens Nikolay Patrushev van de Russische inlichtingendienst FSB (voorheen KGB) maakte de Russische tak van de Gülenbeweging zich schuldig aan ‘het verspreiden van panturkistische propaganda’ en het bekeren van Russische jongeren ‘door het zaaien van vijandigheid.’ De FSB meende dat ondernemingen zoals Serhad en Aflak en stichtingen zoals Toros, Ufuk en Tolerans, verbonden aan de Gülenbeweging, spioneerden voor de CIA. Mustafa Kemal Sirin, leider van de stichting Tolerans en vertegenwoordiger van Gülen in Rusland, werd de toegang tot het land ontzegd.
Buiten Centraal-Azië en Rusland wordt de Gülenbeweging nog wel als een probaat middel tegen radicalisering beschouwd. Gülens betoog voor een gematigde islam en een integratie van dat geloof binnen de westerse vrijemarkteconomie sluit bovendien aan bij het Amerikaanse Greater Middle East Initiative (GMEI) voor de islamitische wereld. In Turkije kwamen volgelingen van Gülen terecht op posities van de voormalige diepe staat die eerder door kemalisten bekleed werden. Het sprak in hun voordeel dat de Gülenbeweging niet besmet raakte met kwalijke affaires, zoals het Susurlukschandaal. Bovendien behoorde Gülen al in de jaren zestig tot het anticommunistische netwerk. De CIA moet dus al langer van zijn bestaan geweten hebben. Hoe de relatie tussen Gülen en de CIA tegenwoordig in elkaar steekt, blijft in nevelen gehuld. Zeg ‘Gülen’ en je zegt ‘geheimzinnigheid’. De CIA is er niets bij.
- In Nederland kwam Morton Abramowitz in het nieuws door de affaire rond Mabel Wisse Smit, de echtgenote van Prins Johan Friso van Oranje-Nassau, de tweede zoon van koningin Beatrix. Mabel Wisse Smit werkte voor de Open Society Foundations (OSF) van de zakenman George Soros en is ook genoemd in verband met de ICG. Nadat Wisse Smit in opspraak kwam door een relatie met de Nederlandse maffiakoning Klaas Bruinsma, stuurde een aantal vrienden in 2003 een steunbetuiging naar de Nederlandse media, die De Volkskrant publiceerde. Deze vrienden waren stuk voor stuk betrokken bij de ICG. Morton Abramowitz was een van hen.
- Osman Nuri Gündes, Ihtilallerin ve anarsinin yakin tanigi (Getuige van staatsgrepen en anarchie), 2010, p.203-207.
- Syagi Öztürk, Okyanus ötesindeki vaiz, Do?an Kitap, Istanbul, 2010, p.28-29.