Opinie, Nieuws, Afrika, Politiek, België, NAVO, EU, Syrië, Interventie, Sancties, Buitenlandbeleid -

Oorlog in Syrië: België is een deel van het probleem

Wat kunnen we doen voor Syrië? Heel wat mensen liggen ervan wakker. Terecht, want dood en vernieling door oorlog zijn verschrikkelijk. En ons land is medeplichtig. Niet omdat het 'machteloos toekijkt', zoals wel eens wordt beweerd, maar omdat België samen met de EU en een reeks NAVO-landen olie op het vuur gooit. Wat is er aan de hand?

woensdag 3 april 2013 15:14
Spread the love

“De verregaande inmenging van verscheidene NAVO-landen (de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië en Turkije op kop) en hun bondgenoten uit de Golf (Saudi-Arabië en Qatar), met de steun van de Belgische regering[1], gooit alleen maar olie op het vuur. De Syrische bevolking betaalt de prijs. Onze regering moet onmiddellijk stoppen een deel te zijn van dit probleem”, vindt de Belgische solidariteitsbeweging Intal.

Sancties en inmenging = olie op het vuur

Aan het conflict in Syrië kan enkel een einde komen via een onderhandelde oplossing. Buitenlandse steun aan de rebellen, diplomatiek en/of militair, evenals het formuleren van dreigementen en het stellen van voorwaarden aan het adres van de Syrische regering, ontmoedigen echter de dialoog.

De westerse inmenging bemoeilijkt zodoende de onvermijdelijke onderhandelingen en schuift ze op de lange baan, met alle gevolgen van dien. Onze wapens dragen bij aan de escalatie van het geweld en aan het stijgend aantal burgerdoden – wat de uiteindelijke verzoening alleen maar moeilijker maakt. Een infernale spiraal dus, waarvan onze regering afstand moet nemen.

Ook de economische sancties tegen Syrië zorgen enkel voor méér ellende. Het geweld beperken doen ze niet. Wél ontnemen ze de Syrische bevolking, de zwaksten op kop, het recht op toegang tot adequate gezondheidzorg, voedsel en proper drinkwater, zoals het medische vaktijdschrift The Lancet bericht[2]. Deze sancties moeten onmiddellijk worden opgeheven.

‘Humanitaire’ hypocrisie en medialeugens

De inmenging in Syrië toont het ‘twee maten, twee gewichten’ van ons buitenlandbeleid in het Midden-Oosten. Na Irak en Libië is het nu de beurt aan Syrië voor een therapie van ‘regime change‘, maar onze partners Saudi-Arabië en Israël (respectievelijk een feodale dictatuur zonder grondwet en de bezetter van Palestina, niet echt vrienden van de mensenrechten dus) worden beloond met hartelijke betrekkingen en economische en strategische akkoorden.

Hoe verkoop je zoiets?

Elke oorlog wordt begeleid door een propaganda-offensief, bedoeld om een juist begrip van het conflict onmogelijk te maken. De NAVO-landen beschikken daartoe over gigantische PR-budgetten, en onze journalisten zijn helaas slecht gewapend om aan die manipulaties te weerstaan.

De desinformatie over Joegoeslavië, Irak en Libië indachtig, zou het onwijs zijn om aan te nemen dat ons nieuws over Syrië wél betrouwbaar is. We roepen iedereen op om waakzaam te zijn voor medialeugens en emotionele chantage. Blijft de vraag: waarom Syrië?

Het grotere plaatje: stokken in de wielen steken van de BRICS

Achter het ‘humanitaire’ rookgordijn gaan, zoals steeds, economische en geostrategische belangen schuil. Via Syrië wordt ook het olie- en gasrijke Iran geviseerd – een campagne die al jaren bezig is. In een serieuze analyse van de motieven voor inmenging in Syrië en Iran mag zeker het volgende kader niet ontbreken:

De Noord-Zuidverhoudingen zijn aan het kantelen. De zogenaamde BRICS-landen (China, Rusland, Brazilië, India en Zuid-Afrika) spelen een steeds belangrijker rol op het wereldtoneel. In 2000 waren de VS en Europa nog goed voor 63 procent van de wereldeconomie, in 2013 is dat nog slechts 50 procent, en in 2030 kan dat volgens The Economist gedaald zijn tot 33 procent[3].

De NAVO-landen trachten die tendens met alle mogelijke middelen te keren. Zij willen de toegang tot ‘s werelds grondstoffen, afzetmarkten en goedkope arbeidskrachten zoveel mogelijk reserveren voor hun eigen multinationals.

Als politieke en economische druk niet volstaan, aarzelen de VS en Europa niet om militair tussen te komen, of te laten tussenkomen, om ‘ongehoorzame’ landen – die kiezen voor onafhankelijke ontwikkeling of liever zaken doen met onze concurrenten – in de pas te laten lopen[4].

Daar ligt keer op keer de échte drijfveer voor de Westerse interventies. En de economische crisis zal die logica alleen maar versterken.

Niet in onze naam!

Onze politieke leiders beseffen blijkbaar dat de Belgische bevolking hun dure en aggressieve beleid van ‘inmenging-ten-bate-van-de-1-procent’, betaald door de 99 procent, niet steunt. Daarom worden militaire interventies overgoten met een humanitaire saus en wordt het parlementaire debat erover gesmoord (cfr. Mali 2013 en Libië 2011). Zulke praktijken zijn een democratie onwaardig.

Wij zeggen: ‘Niet in onze naam’. Wij eisen dat de Belgische regering zich bij haar EU- en NAVO-partners verzet tegen elke verdere inmenging in het Syrische drama. De Europese economische sancties en de steun aan de rebellen, ingegeven door geostrategische berekening, zijn een misdaad tegen de vrede en tegen het Syrische volk, dat ons niets heeft misdaan.

Voetnoten

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!