Het Chili dat Bachelet vandaag aantreft, is niet hetzelfde als het land dat ze in maart 2010 verliet. De laatste twee jaar hebben organisaties van studenten, vakbonden en andere sectoren grote protestacties aangevoerd, het grootste protest sinds dat tegen de dictatuur van Augusto Pinochet (1973-1990).
“Ze moet nu vaststellen hoe een belangrijk en zeer betekenisvol deel van de samenleving een ander model wil, en niet langer een verbetering van het huidige model”, zegt antropoloog Mauricio Rojas van de Alberto Hurtado-universiteit.
“Het gaat om een groep die dertig jaar lang onzichtbaar was op cultureel, sociaal en politiek vlak, maar die nu is wakker geworden.”
Na het referendum van 1988, die het pad effende naar de terugkeer van de democratie, “was er felle kritiek op het model, maar die verwaterde met de komst van de democratie.” Toen rechts twee jaar geleden aan de macht kwam, onder leiding van Sebastián Piñera, “heeft dat een kracht vrijgemaakt die tot dan onderdrukt was en die nu een transformatie wil.”
Fouten toegegeven
Bachelet maakte vorige week haar prekandidatuur officieel; de verkiezingen vinden plaats op 17 november. Ze kondigde meteen aan dat de strijd tegen de ongelijkheid centraal zou staan in haar campagne. En ze gaf toe dat ook de regeringen van de centrumlinkse Coalitie van de Partijen voor de Democratie (1990-2010), ook de hare dus, fouten hebben gemaakt en riep op tot ‘grondige hervormingen’ van het model.
Bachelet was president van Chili van 2006 tot 2010. Sindsdien stond ze aan het hoofd van VN-Vrouwen, het nieuwe vrouwenagentschap van de Verenigde Naties.
Iván Fuentes, leider van de vissers van Aysén die begin vorig jaar zwaar protest ontketenden in Patagonië, zegt dat Chili “opstandiger is geworden en grondige veranderingen wil. Het is een opstandiger samenleving, maar tegelijk constructief. Het biedt de kans om als land aan de slag te gaan, de mensen willen voorstellen doen, ze willen gehoord worden, ze willen niet langer dat anderen voor hen beslissen.”
Niet langer stemplicht
Voor politicoloog Guillermo Holzmann wordt het de grote uitdaging voor Bachelet om die opstandige sectoren voor haar te winnen. Bij de lokale verkiezingen vorig jaar gold niet langer stemplicht, waardoor alle partijen te maken kregen met een lage opkomst, zegt Holzmann.
Volgens de peilingen kan Bachelet meer dan 50 procent van de stemmen halen en zou een tweede ronde zo overbodig worden.
Anderzijds geeft onderzoek van het Centro de Estudios Públicos (CEP) aan dat 57 procent van de Chilenen zich niet vertegenwoordigd voelt door een coalitie of partij.
Eenheid van de Coalitie
Eerst moet Bachelet het zien te halen als kandidate van de Coalitie van de Partijen voor de Democratie. De centrumlinkse coalitie bestaat uit de Christendemocratische Partij (PDC), de Partij voor de Democratie (PPD), de Radicale Sociaaldemocratische Partij (PRSD) en de Socialistische Partij (PS).
“Wat Bachelet zegt of doet, zal van cruciaal belang zijn voor de eenheid van de coalitie”, zegt Holzmann.
Bachelet moet het in de voorverkiezingen opnemen tegen PDC-parlementslid Claudio Orrego, onafhankelijk kandidaat Andrés Velasco, die haar minister van Financiën was, en PRSD-senator José Antonio Gómez.
Als Bachelet het daarvan haalt, dan zal ze de strijd moeten aangaan tegen de kandidaat van de rechtse Coalitie voor de Verandering. Daarvoor zijn er twee gegadigden: voormalig defensieminister Andrés Allamand (Nationale Vernieuwing) en Laurence Golborne (Onafhankelijke Democratische Unie), voormalig minister van Openbare Werken.
Een andere belangrijke tegenstander wordt de jonge Marco Enríquez-Ominami, zoon van de linkse leider Miguel Enríquez, die in 1974 door het Pinochet-regime vermoord werd. Enríquez-Ominami is uit de Socialistische Partij gestapt, richtte de Progressieve Partij (PRO) op en haalde daar in 2009, in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen, 20 procent mee.