De Tunesische queeste naar vrijheid en democratie (WSF)

zondag 31 maart 2013 21:26
Spread the love

“We hold these truths to be self-evident, that all men are created equal, that they are endowed by their creator with certain unalienable Rights, that among these are Life, Liberty, and the pursuit of Happiness” Thomas Jefferson

Vrijdag 29 maart 2013. Het is 13.15u wanneer ik mijn koffer neer plof in mijn woonkamer. Moe maar tevreden. Verzadigd van een bijzonder intense ontdekkingsreis in Tunis. Tunis, hoofdstad van alle Arabische revoluties. Moeder van hoop en sociale protest. Tunis, erfgenaam van een millennia oude beschaving. De kreten van roemrijke voorgangers galmen daar nog na in de wind. De stemmen van hun fiere voorouders fluisteren hen in dat alle sociale vooruitgang gepaard gaat met barensweeën. Dat revoluties afhankelijk zijn van een diepgeworteld geloof in een nieuwe sociale orde, in de vastberadenheid om deze te bekomen ondanks weerstand van oude demonen uit het verleden of buitenlandse belanghebbers.

Op de ‘Place de l’Indépendence’ staat het standbeeld van de illustere wijsgeer Ibn Khaldoun. Ibn Khaldoun was een islamitische geschiedfilosoof, islamtheoreticus, econoom, sociaal wetenschapper en historicus. Hij pionierde behalve op het gebied van de geschiedfilosofie ook op dat van de sociaal-politieke wetenschappen en wordt als de vader van beide beschouwd. Omringd door militair prikkeldraad kijkt hij uit op een potsierlijke obelisk aan het uiteinde van de Avenue Habib Bourguiba op het rondpunt dat sinds kort omgedoopt werd tot de ‘Place du 14 janvier 2011’. Een groter contrast is haast ondenkbaar voor de erfgenamen van Ibn Khaldoun. De grondlegger van sociologie moet als uitzicht genoegen nemen met een uit metaal opgetrokken namaak versie van de majestueuze obelisken die in de Europese hoofdsteden heel wat openbare plaatsen sieren. Op de koop toe hangt er een ook nog een grote klok aan. Het lijkt alsof de tijd erin werd gevangen genomen. Ben Ali laat door zijn terreur en nepotisme een leeggeroofd land achter. Onrecht heeft gelukkig een houdbaarheidsdatum. Voor de ene potentaat duurt het al wat langer dan voor een ander. Maar finaal sneuvelen ze allemaal.

In Tunis zag ik heel wat parallellen met de roemrijke revoluties in het Westen. Tendensen die we elders al eens hebben meegemaakt. Het enige verschil tussen deze (onvolmaakte) revolutie en de revoluties in het Westen is het feit dat we leven in een hypercommunicatieve generatie waar sociale media de snelheid van informatie drastisch hebben doen toenemen en waar de lokroep van het simplisme en de demagogie in de media haast onweerstaanbaar is geworden. De verwachtingen zijn daarom irrealistisch hooggespannen en de tijdsdruk om tot sociale pacificatie te komen is bijzonder zwaar. De rol van de media  in de koers die deze revolutie neemt mag niet worden onderschat. Wat de Tunesiërs gemeenschappelijk hebben met hun revolutionaire lotgenoten uit de 18de eeuw is het feit dat de sociale en economische context de trigger was. De spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen was een syndicaal protest van de arbeiders in het zuiden van het land. Honger, werkloosheid, diep gewortelde frustraties en de wetenschap dat het rijkdom van het land onrechtmatig toegeëigend werd door Ben Ali en de zijnen.

Net zoals in Frankrijk was het op een gegeven moment genoeg. Het volk kwam op straat. Geweld en chaos brak uit. De machthebber ontvluchtte het land. Hem wacht geen publieke executie zoals de Fransen dat deden met hun potentaat. Hem wacht zelfs geen gerechtelijke procedure om verantwoording af te leggen. Tunis was snel bevrijd van de top van de ijsberg. Maar wat onder de waterlijn rond dreef zit daar nog steeds.

Al gauw kwamen de eerste signalen dat de leider van de islamitische Ennahda partij terug uit ballingschap uit Londen zou keren. De intellectuele en ideologische vijand nr. 1 van het Ben Ali regime heeft het tijdens zijn leven als luis in de pels van het systeem herhaaldelijk met een gevangenisstraf moeten bekopen. Marteling en buitenrechtelijke arrestaties waren zijn deel, tot hij besloot om vrijwillig in ballingschap te leven in Europa. De onbetwistbare leider van de Ennahda partij werd met veel tromgeroffel ontvangen in zijn land van herkomst. Alhoewel. Er leeft bij een deel van de jeugd en in het bijzonder bij de seculiere elite een vrees voor het inperken van de individuele vrijheid door de voorspelbare machtsgreep via de urnes door de islamitische partij. Daarenboven zijn er op de rechterflank van de partij ook nog salafistische stemmen opgestaan die het niet zo nauw nemen met de regels van democratie of die daar gewoon lak aan hebben. De partij haalde bij de laatste verkiezingen een duidelijke zege. De moord op een linkse spilfiguur destabiliseerde de partij en zorgt voor interne spanningen. De overduidelijke numerieke overmacht tijdens de laatste betogingen in herinnering aan de vermoorde Chokri Belaïd is een duidelijke waarschuwing aan het adres van de islamitische partij. Het volk zal geen kopies van het vorige regime dulden. Ook niet als ze zich als moslims presenteren aan de bevolking. Een gezonde houding die getuigt van politiek besef en moed.

Tunesië leerde mij 4 belangrijke lessen.

Les 1.  Een democratie doen rijzen uit de smeulende assen van een dictatoriale politiestaat doe je niet in  één, twee, drie. Wat ik van dag 1 mistte was een toekomstgerichte maatschappelijke visie. De Franse en de Amerikaanse revoluties, de meest tot de verbeelding sprekende revoluties in het Westen, konden rekenen op een geschoolde elite dat met creatieve ideeën had bijgedragen tot het vorm geven aan de nieuwe politieke orde. Rousseau, Voltaire, Montesquieu, De Tocqueville en vele anderen hebben een bijzonder belangrijke rol gespeeld in totstandkoming van de moderne democratie. Ze hadden uitgesproken ideeën die tot heden nog steeds tot de absolute basiswaarden van de democratie behoren: de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van vereniging en vergadering, de scheiding der machten, de pivotale rol van het middenveld, principes zoals gelijkheid der geslachten, antiracisme, de principes van machtsverdeling – checks and balances-, het belang van een goed functionerende rechtstaat en het basisprincipe van individuele vrijheid binnen de grenzen van de wet gestemd door een representatief orgaan. Het zijn allemaal ideeën die via sociale conflicten gespreid over verschillende decennia werkelijkheid zijn geworden in Europa. Ik ben dus noch euforisch, noch pessimistisch gestemd over de Tunesische revolutie. Zoals dat ook in Frankrijk het geval was, hoor je in Tunis stemmen die met enige weemoed terug denken aan het tijdperk van Ben Ali. Waarom? Omdat het toen veiliger was op straat. Omdat er bedrijven waren die kwamen investeren. Omdat er toerisme was. De kostprijs van een revolutie is dat je van voor af aan moet herbeginnen. Dat doe je best met een rugzak vol ideeën over hoe die nieuwe staat er moet uitzien. Dat miste ik een beetje in Tunis de afgelopen dagen. Tunesië is Frankrijk niet! Dat zal het ook nooit zijn. Daarom is het van belang dat de Tunesiërs voor zichzelf een nieuw verhaal en nieuwe vooruitzichten bedenken gebaseerd op de universele wijsheid van hun democratische voorgangers. Waar een wil is, is een weg. Aan wilskracht ontbreekt het gelukkig niet in Tunesië. Dat bleek uit de inzet van talloze studenten op het Forum.

Les 2. De moeder aller sociale conflicten is werkloosheid en het gebrek aan perspectieven voor een bevolking met een enorm potentieel aan jonge, geschoolde krachten. Het aanzwengelen van de economie is een conditio sine qua non voor het ontstaan van de democratische staat Tunesië. Helaas voor het land is er noch aan de linkerkant noch aan de rechterkant van het politiek spectrum een leefbaar, doordacht en economisch zinvol alternatief. Het gevoel van onveiligheid houdt heel veel investeerders weg. Het IMF zwaait met draconische voorwaarden voor financiële hulp en de brain drain neemt toe. Het Wereld Sociaal Forum is een typisch soort forum waar talrijke klein linkse groepen hun ongenoegen over kapitalisme en wat gemakshalve als neoliberalisme wordt gecatalogeerd al dan niet luidruchtig wereldkundig komen maken. Slogans en ordewoorden zijn de norm. Concrete en praktische voorstellen over hoe de solidariteit moet worden georganiseerd en gewaarborgd zijn uitzonderlijk. Ik had meermaals het genoegen om met jonge mensen (niet meteen de Ché Guevara types) te spreken over de manifeste ongelijkheid in economische en sociale termen in de wereld. Ze kwamen uit sub-sahariaans Afrika, uit Brazilië, uit Marokko, uit Polen, uit Italië en uit Spanje. Telkens hoorde ik hetzelfde verhaal, dezelfde verzuchtingen, dezelfde uitdagingen. Telkens stelde ik dezelfde vragen: wat doe jij eraan? Ben je lid van een vereniging of een vakbond? In België heb je een robuust middenveld dat redelijk onafhankelijk staat van de politieke klasse en dat wel degelijk weegt op het beleid door problemen te benoemen en door desgevallend met voorstellen van oplossingen te komen. Tunesië heeft ook een sterk middenveld maar een veel te kleine middenklasse. Sinds oudsher is het altijd zo dat de middenklasse de democratie ondersteunt. Hoe groter de middenklasse, hoe stabieler een democratisch regime, hoe groter de te herverdelen koek, hoe groter de kans op sociale mobiliteit. Een boodschap die we terugvinden bij Aristoteles, Montesquieu, Sen, Hayek en Fukuyama. De aandacht in Tunesië gaat veel te veel over ideologische aspecten (islam vs vrijzinnigheid) in plaats van over de échte problemen van de burger die 2 jaar na het verdrijven van de dictator nog steeds nog geen begin van een oplossing heeft voor de torenhoge werkloosheid, de toenemende armoede en het gebrek aan perspectieven voor een bijzonder groot aandeel van de jongeren op een dysfunctionele arbeidsmarkt. Het is een tragedie te moeten vaststellen dat politici, bij gebrek aan oplossingen voor existentiële socio-economische problemen terugvallen op de waan van de dag en discussies voeden die verdelen in plaats van het verenigen.

Les 3. Je kan met een kleine delegatie veel aandacht trekken en sociale actie op een positieve manier in de picture zetten. Vakbonden moeten het vaak hebben van het gewicht van het getal. Echter, met een kleine delegatie kan je evengoed de aandacht trekken voor sociale problemen. Onze delegatie was voorzien van enkele uitzonderlijke militanten die met hun aanstekelijke positivisme en creatieve ideeën de aandacht van de media wisten aan te trekken en die daarmee ook meteen de boodschap van solidariteit en sympathie voor de Tunesische bevolking wisten over te brengen. Een welgemeende bedankt aan mijn Franstalige ACV collega’s (in het bijzonder aan Vincenzo Maragliano) voor hun onweerstaanbare positieve vibe! Vous êtes vraiment des gens extraordinaire! De kwaliteit van hun tussenkomsten op de talrijke meetings, het sociale inzicht dat hun militantisme animeert en de diepmenselijke emoties die hun doen en laten gidsen staven mijn vermoeden dat er wel degelijk zoiets bestaat als een homo ACV. We zijn ons bewust van de uitzonderlijk goede sociale bescherming die we in België over het algemeen genieten. Een sociale bescherming die we onze Tunesische vrienden absoluut toewensen en waar we, daar waar mogelijk, absoluut aan willen bijdragen met onze partners ter plaatse. Er is echter nog een hele weg af te leggen voor de Tunesische vakbonden. De grootste vakbond in het land was jarenlang een steunpilaar van Ben Ali. In alle jaren van dictatuur is er nog nooit een algemene staking georganiseerd door de UGTT. We geloven echter dat dingen kunnen veranderen en dat een interne wissel van wacht met geloofwaardige leiders uit de huidige generatie noodzakelijk is. In elk geval is een sterke vakbond noodzakelijk in Tunesië. Een vakbond die ook open staat voor pluralisme. Een vakbond die naast zijn rol als drukkingsgroep ook uitstekende dienstverlening aanbiedt aan zijn leden. Een vakbond die excelleert in het verdedigen van de rechten van zijn leden, ook op juridisch vlak. Een vakbond die diep geworteld is in de vele lagen van de bevolking. We zullen niet nalaten hen hierin te begeleiden. Ze kunnen alvast heel veel van onze Vincenzo’s goed gebruiken daar in Tunis.

Les 4. Diversiteit is een zege. We kwamen in Tunis in contact met mensen uit alle hoeken van de wereld. Overal hoorde je dezelfde strijdlust, dezelfde doelstellingen, de broederschap. Een ervaring zoals je die maar zelden meemaakt. Ik sprak met gesluierde meisjes die mij deden denken aan Simone de Beauvoir. Ik sprak met jonge mannen met en zonder baard die mij uitlegden hoe belangrijk vrijheid voor hen was. Ik sprak met jonge ingenieurs die aanbiedingen in het buitenland hebben geweigerd omdat hun land hen meer dan ooit nodig had ook al werkten ze ver onder hun potentieel. Ik sprak met Spanjaarden die ons waarschuwden door blinde besparingen. Ik sprak met Togolezen die het gebrek aan elementaire nutsvoorzieningen (drinkbaar water) aanklaagden. Ik sprak met Aziaten (ik weet niet meer van welk land ze kwamen) die voor de excessen van de nucleaire industrie waarschuwden. Ik sprak met een Marokkaanse projectleidster van een coöperatieve organisatie die mij vroeg of wij enige ervaring hadden in deze sector. Ze vertelde over hoe ze dankzij haar coöperatieve organisatie erin slaagde om analfabete vrouwen in rurale gebieden vorming en tewerkstelling aanbood en daarmee hun levensstandaard gevoelig verbeterde. Naast de talrijke interessante mensen uit het buitenland leerde ik ook heel wat interessante (hoe kan het ook anders?) mensen uit de diverse takken van mijn eigen organisatie kennen. Samen met Robert Schuermans (Voorzitter van de bediendencentrale) en Patrick Vandenberghe (nationaal secretaris ACV BIE) trok ik op pad door campus Al Manar op zoek naar interessante weetjes, boeiende gesprekken en verhelderende betogen. De heren bleken bijzonder leergierig en vooral aangename gezelschap waar ik van geleerd heb rustig te genieten van de omringende diversiteit en daar met de nodige korrel zout mijn eigen waarheid uit te puren. Uit de botsing der ideeën ontstaat het licht. Dat is zo overal en altijd.

Mijn welgemeende dank aan Annick Deruyver en Karin Debroey voor de excellente organisatie van de reis!

Vive la Tunisie, Vive la démocratie, Vive l’emploi et le progrès social.

Fouad Gandoul

(Regioverantwoordelijke ACV Limburg)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!