Vandaag heeft in de oude gebouwen van La Brugeoise aan de Vaartstraat in Brugge de zoveelste editie van ‘De Vitrine’ plaats, een soort handelsbeurs waar tamelijk alternatieve spullen verkocht worden. De organisatoren hebben het over ‘het hipste pop-upwinkelcentrum van Vlaanderen’. Ik weet niet of dat klopt. Ik ben er al eens naartoe geweest en het viel me toen op dat wat in mijn jeugd hip was dat nu blijkbaar ook is, waardoor ik meer geneigd ben om het verschrikkelijk ouderwets te vinden. Maar omdat ik niet meer denk in termen als ‘hip’, laat ik dat liever aan anderen over. Opvallend was wel dat op zo’n beurs vooral jonge ontwerpers en ambachtslieden hun zelfgemaakte spullen verkochten. Mooie en minder mooie hebbedingetjes die ik veeleer met Cosy dan met Kunst associeer, maar in de Brugse culturele sector denkt men daar anders over.
Dat blijkt uit twee brochures die de stad Brugge onlangs van de persen liet rollen: ‘Handmade in Brugge’ en ‘Brugge Letterstad’, tevens twee initiatieven van het Brugse Erfgoednetwerk en de vzw tapis plein (expertisecentrum voor cultureel erfgoed). Het is namelijk de bedoeling dat de stad binnenkort het label ‘Handmade in Brugge’ zal invoeren om Brugge zo ‘te positioneren als stad van ambachten’. Naar eigen zeggen willen de initiatiefnemers de stad op die manier ontdoen van haar koekendozenimago, waar sommige sceptici (waaronder ik mezelf reken) vrezen dat het dat imago alleen maar zal verstevigen.
“We richten onze blik op de toekomst, zonder daarbij het verleden uit het oog te verliezen,” schrijft burgemeester Renaat Landuyt in het voorwoord tot ‘Handmade in Brugge’. Er wonen en werken hier namelijk nogal wat uitstekende ambachtslui zoals kalligrafen, kleermakers, bloemschikkers, koks, lijstenmakers, en wat al niet meer, en bovendien zijn er ook heel wat bij die hun maaksels zelf ontwerpen.
“We willen beleid en sector uitnodigen om Brugge verder te profileren als stad en regio van baanbrekend vakmanschap”, zo klinkt het, maar de vraag is of het woord ‘baanbrekend’ hier wel op zijn plaats is. Waarop is het gebaseerd? Hebben al die Brugse ambachtslui in het verleden dan al iets ‘baanbrekends’ gerealiseerd waardoor de initiatiefnemers de garantie krijgen dat dat in de toekomst zal gebeuren?
‘Handmade in Brugge’ is, voorlopig toch, niet meer of minder dan een citymarketingslogan als ‘Antwerp, powered by creatives’, ‘Gent, creatieve hotspot’, ‘Hasselt, hoofdstad van de smaak’ of ‘Kortrijk, stad van innovatie, creatie en design’. Of alle voornoemde steden zich daadwerkelijk onderscheiden van andere steden om hun slogan waar te maken, is twijfelachtig. Brugge mág dan nog kunnen bogen op een klein legertje vakmensen, het is zeer de vraag of die in staat zijn ‘baanbrekende kunst’ te realiseren. Want ambacht en kunst zijn twee verschillende begrippen. Een vakman is nog geen kunstenaar en om ‘baanbrekende kunst’ te maken, moeten eerst ‘banen gebroken worden’. Het lijkt wel of het vel van de beer al verkocht wordt alvorens die geschoten werd.
Woorden, woorden, woorden: de twee brochures staan er vol van. Als de stad de afgelopen tien jaar in één iets uitblonk, dan waren het wel de woorden waarmee allerlei initiatieven opgehemeld werden die uiteindelijk toch niet zoveel indruk maakten. Vandaar mijn achterdocht voor deze ‘nieuwe piste’ in het cultuurbeleid.
Misselyk