Over één week, op 26 maart start in de Tunesische hoofdstad Tunis het Wereld Sociaal Forum (WSF).
Het Wereld Sociaal Forum is een wereldwijde bijeenkomst van niet-gouvernementele organisaties en andersglobalisten, het wordt elk jaar gehouden als tegenhanger van het Wereld Economisch Forum in Davos. Het ACV reist zaterdag met een delegatie naar Tunis om aan het WSF deel te nemen.
In de aanloop naar dit internationaal forum zal de ACV-delegatie onder leiding van nationaal secretaris Marc Becker de twee Tunesische vakbonden UGTT en CGTT ontmoeten. De internationale dienst van het ACV ondersteunt via het Tunesische vakbondswerk het democratiseringsproces in dit Noord-Afrikaanse land waar begin 2011 de Arabische revolutie begon nadat de 27-jarige Mohammed Ben Bouazizi, een man met een universitair diploma zonder werk, zich in brand stak.
“Begin dit jaar hebben werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers in Tunesië een sociaal pact gesloten. Met dat pact geven ze aan te willen werken aan regionale en duurzame ontwikkeling, beroepsopleiding, tewerkstelling en sociale bescherming. Onze nationale arbeidsraad, de NAR, is daarbij een voorbeeld”, vertelt Karin Debroey, kenner van de Arabische wereld op de internationale dienst van het ACV.
De grootste Tunesische vakbond UGTT die ook erkend is door het internationaal vakverbond schreef mee aan dit sociaal pact. De kleinere andere vakbond in Tunesië CGTT, waarmee ACV Namur een samenwerkingsverband heeft, is niet betrokken. De relatie tussen beide vakbonden is ook niet al te best.
De Tunesische vakbonden spelen hun rol, in moeilijke omstandigheden
“Toch spelen de vakbonden er hun rol, in moeilijke omstandigheden, ze zijn in Tunesië ook de motor van het sociale middenveld”, beklemtoont Karin Debroey.
Begin februari was in Tunesië de noodtoestand nog van kracht nadat de linkse politicus en oppositieleider Chokri Belaid vermoord werd. “Er is toenemend geweld in Tunesië, er zijn milities actief, de vakbondszetel van UGTT werd bijvoorbeeld ook in brand gestoken bij de rellen”, weet Karin.
Tunesië heeft nog een weg af te leggen op het vlak van de mensenrechten, in de opbouw van een rechtsstaat, er is ook geen grondwet. En ook bij de vakbonden is er nog veel werk aan de winkel. “Zeker op het vlak van pluralisme en de plaats van de vrouw in de vakbond. Bij UGTT zijn er geen vrouwen aan de top”, besluit Karin Debroey.
Wordt vervolgd…