Migrante is de internationale alliantie voor Filipijnse migrantenorganisaties. De alliantie biedt migrantenarbeiders hulp aan in de vorm van begeleiding en juridische bijstand. Daarnaast kunnen migranten ook steeds terecht bij de organisatie voor onderdak of informatie over overheidssteun.
De politieke tak van Migrante probeert een zetel te krijgen in het parlement, zodat ze ook op wetgevend vlak invloed kan uitoefenen.
Vrouwen en kinderen
In de bloedhete zomerzon besloten zondag een vijftigtal demonstranten een menselijke ketting te vormen uit protest tegen de overheid en haar migratiebeleid. De Filipijnse overheid promoot immers werk in het buitenland omdat het enorm winstgevend is, maar onderneemt weinig tot geen stappen om misbruik te voorkomen of tegen te gaan, zegt Migrante.
De overheid ondertekende in 2012 nochtans een uitbreiding van de Anti-trafficking in Persons Act, een wetgeving over het misbruik van arbeiders in het buitenland. De wet moet vooral vrouwen en kinderen beschermen uit gebieden waar veel tyfoons voorkomen. De wet wordt echter niet voldoende nageleefd volgens de demonstranten.
Volgens de Philippine Overseas Employment Administration waren er in 2012 zo’n 1,8 miljoen Filipijnen werkzaam in het buitenland. Werkkrachten op het vasteland brachten het land 1,3 miljard dollar op, terwijl werkkrachten op zee, voornamelijk vissersboten, 412 miljoen dollar in het laatje brachten.
Rotte rijst met wormen
Salvicion C. Baguio is lid van Migrante. Ze is 36 en moeder van vier kinderen en ze heeft zelf in het buitenland gewerkt. “In Koeweit werd ik door een agentschap aangeworven als huishoudelijke hulp voor een vader en zijn zoon. Allebei sloten ze me op in een kamer, sloegen me tegen de grond en rukten ze mijn kleren van mijn lijf. Na eindeloos gesmeek heeft het agentschap me dan toch ergens anders ondergebracht.”
De tweede locatie was echter niet veel beter dan de eerste, vertelt Salvicion. “Ik kwam bij een familie terecht die voorraden rijst gekregen had van de overheid. In Koeweit wordt er eten uitgedeeld aan kinderen. Zij aten er echter niet van. De rijst was rot. Er kropen wormen in. Toch dwongen ze me het op te eten. Ondertussen gingen zij lekker ergens anders eten halen.”
De moeder van Salvicion vond dat het tijd was voor actie. Ze stapte naar Migrante en samen met de organisatie deed ze alles wat ze kon om haar dochter te bevrijden. “Ik mocht terug naar de Filipijnen, terug naar mijn kinderen”, zegt Salvicion.
Laatste poging
Ondertussen is ze al vijf maanden lid van Migrante. “We proberen zoveel mogelijk arbeiders in het buitenland te helpen. Er zitten ongeveer 7.000 Filipijnen in buitenlandse gevangenissen”, legt Salvicion uit. “Sommigen onder hen voor moord op hun baas. Ze werden verkracht of mishandeld en konden het niet meer aan. Wij proberen hun zaak dan op te volgen.”
Salvicion heeft besloten het nog een keer in het buitenland te proberen. “Mijn man en ik zijn uit elkaar. Hij woont terug in Saoedi-Arabië, waar hij vandaan komt. Hij gaat hertrouwen en ik weet niet of ik nog alimentatie zal ontvangen.”
“Ik moet dus dringend een job vinden en hier in de Filipijnen is dat gewoon te moeilijk. Er is geen werk, dus moet ik wel. Maar als ik nu terug mishandeld word, dan stop ik ermee. Dan ga ik niet meer naar het buitenland.”