Hoewel vandaag steeds meer mannen zorg- en huishoudelijke taken opnemen, zijn het vooral nog vrouwen die opdraaien voor de kinderen en het huishouden.
Nature versus nurture
Nemen vrouwen vooral zorgtaken op omdat het aangeboren is (nature)? Of zijn ze zo opgevoed (nurture)? Beiden aspecten spelen een rol. Onderzoek toont aan dat genen een invloed uitoefenen op de eigenschappen van vrouwen en mannen. Darwinistisch-feministe Griet Vandermassen: ‘Beide seksen zijn zorgzaam en competitief, maar gemiddeld is de vrouw van nature uit een beetje zorgzamer en de man een beetje competitiever. De overlevering van deze eigenschappen gebeurde om evolutionaire redenen.[[1]] Het gaat om voorkeuren, niet om vaststaande feiten. Uitspraken zoals ‘vrouwen zorgen en mannen vechten’ zijn te ongenuanceerd. Bovendien is het niet zo dat onze biologische voorkeuren ook vandaag nog de slimste keuzes zijn. Ons brein mag dan weinig veranderd zijn door de eeuwen heen, onze maatschappij is dat wel.’ Matt Riddley omschrijft het complexe samenspel tussen biologische aanleg en omgeving als volgt: ‘Genen zijn als schakelaars die door omgevingsinvloeden aan- en uitgezet worden. Door mensen te stimuleren kunnen bepaalde gedragingen, waarvoor een biologische aanleg is, zich meer manifesteren.’[[2]]
Ook professor Dimitri Mortelmans, gezinssocioloog aan de Universiteit Antwerpen, beklemtoont het belang van opvoeding en omgevingsfactoren: ‘Er is zeker een biologische component omwille van het moederschap, maar de rest is sociaal aangeleerd ‘gender’-gedrag. Ik geloof niet dat vrouwen een extra ‘gen’ hebben om te zorgen. Niets wijst erop dat vrouwen beter kunnen zorgen dan mannen. Onderzoek naar de vaardigheden van vrouwen en mannen toonde aan dat vrouwen niet beter strijken dan mannen.’
Dat laatste beaamt Johan met een glimlach: ‘Of de één een bepaalde taak beter doet dan de ander? Ieder heeft zijn eigen manier van werken. Het is gewoon een kwestie van overeenkomen.’
Kinderen winnen aan belang
Professor Mortelmans: “Twee factoren maken dat mannen nu meer betrokken zijn bij de opvoeding van de kinderen dan vroeger. Enerzijds is er de herintrede van vrouwen op de arbeidsmarkt, die maakt dat het economisch onevenwicht tussen partners afneemt. Anderzijds is het belang van kinderen toegenomen.
Ook voor Johan waren de kinderen een doorslaggevende factor: ‘Na de geboorte van onze oudste dochter zijn we beiden 4/5 gaan werken. We hadden te weinig tijd voor onze dochters. Om 7 uur ’s ochtends zetten we ze aan de crèche af om ze om 18 uur weer af te halen, samen te eten en ze in bed te steken. In het weekend bleef er ook niet veel tijd over, door het doen van boodschappen, schoonmaken, strijken enz. Nu doen we die taken op onze vrije dag in de week en hebben we meer tijd om met het gezin door te brengen.’
Man versus vrouw
Professor Mortelmans: ‘De waarden over gelijkheid tussen mannen en vrouwen hebben vandaag breed ingang gevonden. In de realiteit is er echter nog geen sprake van gelijkheid. Zo nemen vrouwen het merendeel van de zorgtaken op zich en draaien zij nog vooral op voor de repetitieve taken (wassen, strijken en poetsen).’
Johan: ‘Bij ons thuis zijn de taken goed verdeeld. Ik kuis op woensdag de eerste en de tweede verdieping, terwijl An op vrijdag het gelijkvloers schoonmaakt. Toen we beiden 4/5 werkten, waren de andere taken zoals wassen en strijken gelijk verdeeld. Nu An deeltijds werkt (door de langere pendeltijd), neemt zij iets meer taken op zich. Maar er is ook een periode geweest dat zij fulltime werkte en ik het grootste deel van de huishoudelijke taken op mij nam. Je moet gewoon goede afspraken maken.’
Vroeger was het inderdaad anders. Het enige wat mijn vader deed, was een keer afwassen en, als moeder er niet was, voor ons koken. De tijden zijn nu wel veranderd. In mijn omgeving nemen verschillende mannen, vooral bij de jongere generatie, de zorgtaken op, gaan ze vaker in een 4/5-regime werken en nemen ze hun vaderschapsverlof op.’
Opdat meer mannen zorgtaken op zich nemen, is het belangrijk dat de omgeving er positief tegenover staat. Professor Mortelmans: ‘In bedrijven waar loopbaanonderbreking meer gewoongoed is, is dat ook voor mannen makkelijker. De financiële gevolgen van een onderbreking blijken duidelijk negatiever te zijn voor mannen dan voor vrouwen. In een bedrijf wordt het voor mannen als ongepast aanzien om loopbaanonderbreking te nemen.’
Johan: ‘Op huiselijk vlak is het kalmer, maar op het werk is het soms stressvoller dan vroeger. Als je 4/5 werkt, wordt je werk niet evenredig verminderd. Soms heb je het gevoel dat je een fulltime job moet afwerken in 4 dagen. Het probleem situeert zich vaak op de hogere niveaus en bij de oudere generatie. Zij gaan er nog te vaak vanuit dat iemand constant bereikbaar moet zijn, lees: fulltime moet werken om carrière te maken. Zo is tot op een bepaald niveau deeltijds werken een recht, en wordt het daarna een gunst. Bovendien wordt het nog steeds van een vrouw meer aanvaard dat ze deeltijds gaat werken dan van een man. Een man wordt vaker verondersteld om voor de carrière te gaan. Zelf kreeg ik al eens een project niet toebedeeld omdat ik 4/5 werkte. Nu gebeurt het vooral dat men een vergadering plant op de dag dat ik niet werk. Maar dan is het aan mij om te zeggen dat de vergadering naar een ander tijdstip moet verplaatst worden.’
De ondersteuning van de werkgever is heel belangrijk opdat meer mannen zorg- en huishoudelijke taken voor hun rekening nemen: ‘Sinds de voorzitter van ons directiecomité een vrouw is, moet ik zeggen dat er veel verbeterd is wat de mogelijkheden betreft om arbeid en gezin te combineren. Zo voerde ze telewerk in, waardoor ik ook elke maandag van thuis uit werk. En zijn de glijdende werkuren uitgebreid. Wij mogen nu beginnen van 7 tot 9.30 uur ‘s morgens en stoppen tussen 15.30 en 18 uur ’s avonds. Ik zie wel dat men die regelingen treft om vooral meer vrouwen actief te houden, maar als man die meer tijd wil voor zijn gezin, profiteer je er uiteraard ook van.’
Deeltijds werk, ook een financiële keuze
‘Financieel was het voor ons geen probleem om beiden 4/5 te gaan werken. Ja, we zouden nu meer kunnen verdienen, maar ik denk daar niet aan. Je leeft naar wat je hebt, en zolang je toekomt, is dat goed.’
An: ‘Als beide partners een keuze moeten maken wie deeltijds gaat werken is dat toch vooral een financiële keuze. Feit is dat vrouwen nog vaak minder verdienen en daardoor meer deeltijds gaan werken. Maar het kan ook anders. Zo heb ik bijvoorbeeld drie collega’s, twee vrouwelijke en één mannelijke. Het is de mannelijke collega die 4/5 werkt, omdat hij minder verdient dan zijn vriendin.’
Jeroen Lievens is beleidsmedewerker bij Femma
[1] De Morgen, 2005, Darwin en de dames, p.1
[2] Knack, 2004, De mens wordt gebakken, p.12