foto dr David Wolf
Nieuws, Samenleving, Feminisme - Lisa Wouters

Haal die tuinbroek maar van zolder. Nostalgie naar een strijdvaardig feminisme

Jezelf vandaag de dag feministe noemen: je moet het maar durven. Ook in de jaren ’70 moest je stevig in je schoenen staan om je als feministe te outen tegenover de gevestigde waarden. Maar dit weerhield vrouwen er niet van om luidkeels de straat op te trekken, op het moment dat het dragen van een lange broek al een revolutionaire daad op zich was. Kunnen we nog iets opsteken van die amokmaaksters van toen?

dinsdag 5 maart 2013 17:17
Spread the love

De zogenaamde tweede feministische golf was een belangrijke emancipatiebeweging in de 20[ste] eeuw. Als vrouwen staan waar dat ze nu staan, dan is dat mede dankzij hun boze oma’s, moeders en tantes die hun buik vol hadden van dat strakke keurslijf in een door mannen gedomineerde maatschappij. Natuurlijk speelde de tijdsgeest een belangrijke rol. De wereld stond op z’n kop na de protesten tegen de Vietnamoorlog, de opgang van de burgerrechtenbeweging in de VS en dichter bij huis de studentenbeweging van mei ’68. De traditionele gezagsverhoudingen en hiërarchieën kwamen onder spanning te staan.

Dit subversieve klimaat bleek een gedroomde voedingsbodem voor het spontaan ontstaan van autonome vrouwengroepen, los van partijen of vakbonden. Dolle Mina is veruit de meest gekende. Met enkele ophefmakende acties stonden man-vrouwverhoudingen plots helemaal ter discussie. De autonome groepen staken de lont in het kruitvat.

Van verzet tot beweging

Het ludieke verzet evolueerde mettertijd tot een brede sociale beweging. Zowel idealistische studentes als straffe syndicalisten en huisvrouwen met kroost engageerden zich elk op hun manier. Zeker in de beginfase deden ook de mannen lustig mee. De traditionele zuilgebonden vrouwenorganisaties (zoals bv. de Katholieke Arbeidersvrouwen en de Socialistisch Vooruitziende Vrouwen) durfden stilaan hun leden – naast het koekjes bakken – ook vormingen met wat meer pit voorschotelen. Feministische politica’s ondersteunden de strijd waar mogelijk. Ook talloze vrouwencentra en vluchthuizen werden opgericht.

Solidariteit stond voorop, al zou het naïef zijn om te denken dat er geen meningsverschillen waren. Zo bleef abortus jarenlang een splijtzwam. En moest er nu in het stemhokje gekozen worden voor linkse vrouwen of voor vrouwen tout court? Waren mannen nu bondgenoten of net niet? Tot een echte breuk binnen de beweging kwam het evenwel nooit, mede dankzij het pluralistische Vrouwen Overleg Komitee waar iedereen z’n zeg kon doen. Voortdurend zoeken naar allianties en flexibele frontvorming werden de strategieën bij uitstek.

Tijden veranderen

Maar wat wilden die feministes nu eigenlijk? Wel, gelijkwaardig zijn aan mannen en als een volwaardig individu zelfstandig keuzes kunnen maken m.b.t. studies, het inrichten van het persoonlijke leven en de beroepsloopbaan. En vervolgens de mannelijke dominantie op juridisch, politiek, economisch, sociaal en cultureel vlak doorbreken. Destijds klonk dit allemaal heel revolutionair.Nu halen we onze schouders op: was het dat maar?

De tijden zijn duidelijk veranderd. Een vrouw kan intussen een bank binnenstappen en probleemloos een rekening op eigen naam openen. Ze kan zonder blikken of blozen een voorschrift voor de pil vragen aan de huisarts. Getrouwde vrouwen zijn al lang geen aanhangsel meer van hun echtgenoot en blijven ook na het huwelijk buitenshuis werken. Sommige vrouwen besluiten ingenieursstudies aan te vangen of worden minister.

In 2003 werd het homohuwelijk goedgekeurd in België, als tweede land ter wereld na Nederland. Verbetering is altijd en overal mogelijk, maar het valt moeilijk te ontkennen dat er een enorme mentaliteitswijziging heeft plaatsgevonden in het kneuterige Vlaanderen. De feministische strijd en nadien het gelijkekansenbeleid hebben hier zeker toe bijgedragen. Ondertussen hebben ook heel wat mannen de klokken horen luiden.

Hoeveel geduld moeten vrouwen nog hebben?

Tot daar de good news show. Een heleboel feministische maatschappijkritische analyses en dito oplossingen belandden gaandeweg in de prullenmand. Plus ça change … We zijn goed 40 jaar verder en veel vrouwen trekken nog steeds aan het kortste eind als het gaat over de combinatie van het gezins- en beroepsleven. Wat met voldoende èn betaalbare kindercrèches en andere publieke voorzieningen in de buurt? Kwalitatieve loopbanen en fatsoenlijke pensioenen voor vrouwen? Gelijk loon voor gelijk werk? 

Dit zijn allemaal vrouweneisen die op zijn minst al vier decennia meegaan. Niettegenstaande botst een aantal vrouwen nog steeds tegen een glazen plafond en de grote meerderheid blijft vooralsnog aan die verdomde sticky floor plakken in de lagere en minder betaalde echelons en sectoren. Toegegeven, er is serieus gesleuteld aan allerlei wetten. Maar hoeveel geduld moeten vrouwen in hemelsnaam nog hebben? Want ook op andere strijdpunten lijkt de balans negatief door te slaan.

Stereotiepe rolpatronen gaan er nog steeds in als zoete koek. Stap maar eens een speelgoedwinkel binnen: het lieflijke roze en het stoere blauw vliegen je om de oren. Waar is het respect voor het ‘anders’ zijn van iemand? Seksisme en discriminatie – in subtiele en minder subtiele vormen – alsook (seksueel) geweld tegen meisjes en vrouwen zijn jammer genoeg een hedendaagse realiteit.

Van ‘Baas in eigen buik’ naar ‘Baas over eigen hoofd’

En de vrouwenbeweging? Wel, die begon in de crisisjaren ’80 aan haar lange mars doorheen de instellingen en raakte steeds meer geïntegreerd in politieke partijen, vakbonden of andere grotere instellingen. Zogenaamde femocraten – feministes die actief zijn binnen de overheid – gaven vorm aan een emancipatiebeleid dat vervolgens uitmondde in een gelijkekansenbeleid.

Diversiteit en gender mainstreaming werden de toverwoorden. Feminisme werd stilaan bureauwerk. Veel vrouwenorganisaties hebben vandaag de dag hun handen vol met subsidiedossiers in plaats van gedurfde acties te voeren. De deskundigheid en theorievorming rond bepaalde thema’s nam exponentieel toe en er werden absoluut belangrijke overwinningen geboekt, maar van echt amok maken is geen sprake meer.

Bovendien lijkt vrouwenonderdrukking voor sommigen wel een exotisch curiosum dat zich afspeelt ver weg van de eigen situatie, in ‘barbaarse’ landen of in ‘achterlijke’ culturen. Sinds 2003 veroorzaken multiculturele thema’s en het hoofddoekendebat in het bijzonder schijnbaar onoverkomelijke breuklijnen in de Vlaamsche vrouwenbeweging. ‘Baas in eigen buik’ werd: ‘Baas over eigen hoofd’, tot groot onbegrip van een aantal feministes. Eigen emancipatie eerst?[i]

Heimwee naar actie

Waar zijn de creativiteit, de constructieve discussies, de ad hoc frontvormingen en massamobilisaties van weleer naartoe? De arbeidsters van FN Herstal gingen in ’66 maandenlang in staking voor ‘gelijk loon voor gelijk werk’. Maar liefst 10.000 vrouwen woonden in ’72 de eerste Vrouwendag bij in de Passage 44 in Brussel.

Jarenlang werd er vanuit diverse hoeken gestreden om abortus uit het strafrecht te krijgen en begin de jaren ’80 waren er de grote nationale betogingen ‘Vrouwen Tegen de Krisis’. Maar nostalgie is nergens voor nodig. Voorbij is voorbij. We leven in een andere tijd met andere ‘issues’ en heel wat verzuchtingen van feministes zijn effectief ingewilligd. En toch …

De illusie van de gelijke kansen

Anno 2013 heerst de illusie dat een vrouw kan doen en laten, of meer nog: kan kiezen en bereiken wat ze wil. Iedereen start immers aan dezelfde meet en de kansen liggen voor het grijpen. Wanneer er alsnog iets fout loopt, dan is dat te wijten aan ‘verkeerde’ keuzes of onvoldoende inzet. 

De sterke nadruk op individuele verantwoordelijkheid voor persoonlijk ‘succes’ heeft zo zijn gevolgen, niet in het minst het culpabiliseren van vrouwen (en mannen) die hier naar de huidige standaarden in falen. Veel vrouwen met een veeleisende job, een druk sociaal leven en huishouden schurken voortdurend tegen een burn-out aan, maar stellen die hele mallemolen niet in vraag.

Daarnaast worden machtsongelijkheden tussen vrouwen als vanzelfsprekend of zelfs als ‘natuurlijk’ beschouwd. Vraagt er iemand zich ooit af wie het huis van de poetsvrouw poetst?[ii] Wie voor de kinderen van de Filipijnse nanny zorgt? In de huidige neoliberale context van verdeel-en-heers staat feministische bewustwording en solidariteit op een laag pitje, zoveel is zeker.

Samen solidair

Het besef dat het dagelijks leven bepaald wordt door de heersende socio-economische verhoudingen is nochthans één van de meest inspirerende inzichten van het feminisme van de tweede golf. Vrouwen merkten dat ze ondanks hun verschillen in hetzelfde schuitje zaten. De problemen en obstakels waar ze mee worstelden waren niet hun individuele schuld, maar structureel van aard en dus diende er samen naar collectieve oplossingen gezocht te worden.

Zij aan zij streven naar individuele bevrijding was de opdracht. Dit ‘samen dingen doen’ bracht een geweldige dynamiek op gang. Sisterhood is powerful! De feministes van toen geloofden ook werkelijk dat ze de samenleving fundamenteel zouden gaan veranderen. De maakbaarheid van de maatschappij was nog geen vies ding en de idealen vrijheid, gelijkheid en solidariteit golden hierbij als richtlijn.

Het thema van de Vrouwendag 2012 in Oostende was zeer terecht: ‘Hoogtijd … voor een andere wereld’. Jammer genoeg is het water tussen vrouwen onderling vandaag de dag erg diep. De strijdvaardigheid van de tweede golf kan aanstekelijk werken, niet meer en niet minder. Want kant-en-klare oplossingen voor complexe problemen bestaan nu eenmaal niet.

In alle openheid zoeken naar de punten die vrouwen met mekaar verbinden i.p.v. verdelen, is al een hele stap. Wederom zullen feministische analyses en eisen worden afgedaan als overdreven of ronduit belachelijk, maar een nieuwe stevige tik op de – intussen verroeste – nagel zou toch mooi zijn, niet? Herbeginnen dus maar, ditmaal vanuit een andere startbasis. Of zoals de Brusselse feministe Adèle Hauwel het zei: “Le Boléro de Ravel? Parce qu’il illustre à merveille le travail des féministes: seriner et taper sur le même clou à longueur de vie pour obtenir l’égalité.”  Dus haal die tuinbroek – of beter nog – die hamer maar van de zolder!

[i] Verwijzing naar de titel van een publicatie : COENE, Gily & C. LONGMAN(ed.), (2005), Eigen emancipatie eerst? Over de rechten en representatie van vrouwen in de multiculturele samenleving, Academia Press, Gent.

[ii] ‘Wie poetst het huis van de poetsvrouw’ was het thema van de VOK Vrouwendag van 2007.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!