Democratie, Bezetting, Beweging, New york, Zuccotti Park, 'Occupy Wallstreet', #occupy, Occupy sandy, Strike Debt -

Ik ben een Occupier in NY

woensdag 6 februari 2013 18:53
Spread the love

Het kan geen toeval geweest zijn dat ik Occupy voor het eerst op Facebook leerde kennen. Inderdaad, ook de hele Arabische Lente was georganiseerd door middel van sociale media, in die mate zelfs dat men drastische maatregelen nam om de ontluikende revolutie de kop in te drukken. Eerst werden Facebook en Twitter geblokkeerd, en vervolgens zelfs het hele internet. Wanhopige acties die niet alleen onmogelijk vol te houden waren, maar die ook wezen op de angst van een dictator wanneer zijn onderdanigen eindelijk opstaan. En de wereld was getuige, het volk had macht.

Daar stond het dan, dat cruciale postje, heel bescheiden te wezen tussen al mijn andere belangrijke berichten over de locaties en gemoedstoestanden van mijn online vrienden, de occasionele grappige kat niet te na gesproken.

Drie dagen lang waren ze al aan het kamperen vlak bij Wall Street. Als protest tegen het kapitalisme dat was uitgedeind tot een allesoverheersend en allesvernietigend corporatisme. Een schok ging door me heen. Honderden mensen hielden al drie dagen lang een openbaar plein bezet en de mainstream media hadden er met geen woord over gerept? Daarmee wist ik het zeker, dit was belangrijk.

In die dagen leverde ik nog een verwoede strijd met de chronische ziekte Lyme en hoewel ik aan de winnende hand was, duurde het toch nog bijna een week voordat ik eindelijk de kans kreeg om de zaak met eigen ogen te gaan aanschouwen. Gewapend met dekens, een zeil en een cameraatje begaf ik me op weg. Ik had er eigenlijk geen flauw benul van waar ze zaten en liep dan ook meteen verloren, temeer omdat net die dag alles was afgezet voor het bezoek van Obama. Ha, maar daar liep een cameraman, die zou zeker wel op de hoogte zijn. Het bleek een Nederlander, en hij wist van niks. Hij vertelde me ook dat ze er in Nederland niet zo in geïnteresseerd waren. Later heb ik nog vaak moeten glimlachen om dit gesprek, vooral in het vuistje dan. De straatwerkers konden me wel in de juiste richting wijzen. Hun blikken gleden over mijn enorme zakken en je kon hun goedkeuring voelen.

Op Zuccotti Park heerste een gezellige chaos, of althans dat leek zo. Een beetje aarzelend stapte ik af op een groepje dat er min of meer georganiseerd uitzag. Ze hadden laptops, kampeertafels en –stoelen, allerlei technisch materiaal en een half overhangend zeil. Kon ik hier mijn spulletjes kwijt? Nee dus, dit was de mediazone. Donaties konden afgegeven worden in de keuken. Hun handen wapperden vriendelijk naar ergens midden in het park alvorens zich terug aan hun taak te wijdden. Verbluft keek ik rond. Mediazone? Keuken? En inderdaad, de aanwijzingen brachten me naar een keurig afgebakend gebied waarin zich voedselpakketten bevonden en allerlei benodigdheden. Ze waren blijkbaar goed voorzien, nu reeds. Een piepjong schattig meisje nam mijn spulletjes graag aan en bedankte me uitbundig, maar het was duidelijk dat dit dagelijkse kost was. Al gauw ging ze gewoon verder met het organiseren van ‘haar’ keuken. Iets meer gefocused keek ik nieuwsgierig rond.

Bij nader inzien ontvouwden zich allerlei patronen en een krop vormde zich langzaam in mijn keel. Dit was niet zomaar een actie, ik had er aan genoeg meegedaan om het verschil te herkennen. Mensen zaten er niet zomaar bij, waren er niet per se om de actie zelf. De bezetting op zich was enkel de eerste laag, maar ter plaatse werd ook hard gewerkt. De meest tech savvy generatie had haar schouders onder de beweging gezet. “The Revolution will not be televised” zei Gil Scot-Heron. Er was inderdaad een media black-out over de Occupatie in de mainstream media, die tenslotte ook in handen zijn van de 1%. Als het een bijeenkomst van de Tea Party was geweest met een handjevol deelnemers, dan zou het een topverhaal zijn op elk kanaal, zoals Keith Olbermann terecht verklaarde op zijn Current TV show. Maar wie heeft die leugenachtige media tenslotte nog nodig tegenwoordig? Je bent gewoon je eigen media. In plaats van op de televisie en in de geijkte kranten was De Revolutie nu live door middel van live-streaming en werd ze geblogd, gedeeld op Facebook, getwitterd, ge-upload, ge-download en rechtstreeks ervaren in de straten. Ik besefte dat ik getuige was van het begin van iets groots, historisch wellicht, en de wereld mocht meekijken.

Vervuld van hoop, maar ook een beetje weemoedig, keerde ik huiswaarts. Wat kon ik zélf doen? Ik wist dat het fysiek onmogelijk voor me zou zijn om mee te bezetten en aan al de acties deel te nemen. Bah, eindelijk was er een belangrijke beweging opgestaan en ik zou vanop een afstand moeten toekijken?

Op één van de kartonnen bordjes had ik gelezen: “Educate yourself, then educate others”. Dat nam ik ter harte. In de volgende weken verslond ik alles wat ik over de ontluikende beweging kon vinden en postte mijn bevindingen op mijn Facebook profiel, waarvan ik de instellingen voor de gelegenheid had opengegooid. Mijn alsmaar groter wordende groep vrienden las mee. Ondertussen hadden de media de Occupiers eindelijk ontdekt – of liever, ze vielen niet meer te negeren – en bestookten het publiek met hun voorgekauwde en niet aflatende mantra: “Wat is Occupy Wall Street eigenlijk? Waarover gaat het? Ze hebben geen eisen dus zullen ze ook wel geen boodschap hebben”. Ik vond het maar wat vreemd dat de vraag waarover het ging de facto werd gesteld. De kern van de zaak zat toch simpelweg in hun naam vervat? Occupy Wall Street is toch duidelijk, niet? Wat kan dit anders zijn dan een beweging die zich afzet tegen een elite die de wereld van handel en financiën domineert, en daardoor vat heeft op alle facetten van de maatschappij? De slogan, ‘Wij zijn de 99%’, wijst op het percentage van de bevolking dat door die elite wordt uitgebuit. Je kan dit een klassenstrijd noemen, maar dan wel een strijd die zowat alle klassen verenigt, allemaal behalve die ene procent dan. Eigenlijk gaat het enkel over een fractie van die ene procent, maar ‘Wij zijn de 99, 99%’ bekt natuurlijk lang niet zo goed als je dat op straat moet skanderen. De slogan wijst dus op de hoeveelheid en de diversiteit, alle bevolkingsgroepen zitten erin vertegenwoordigd, maar ook op de solidariteit. Dit moet wellicht de grootste angst zijn van de elite, dat zij ons niet langer kunnen verdelen en dat wij tesamen voor elkaars rechten opkomen in plaats van elke groep apart voor de eigen rechten. Het was en is een slogan waarover marketing-crapuul alleen maar kan kwijlen. Het volk wint altijd, we moeten ons alleen bewust worden van onze macht.

Dat het hoog tijd werd om samen te werken blijkt uit het feit dat die elite onze democratie heeft gekaapt. Niet langer vertegenwoordigen onze verkozenen ons, maar het grootkapitaal. Wij mogen nog net kiezen welke marionetten voor de belangen van de grote ondernemingen mogen wedijveren. Aangezien winst maken de enige bestaansreden van een onderneming is, kan hieruit snel afgeleid worden dat hun belangen meestal niet stroken met de belangen en het welzijn van de bevolking, de planeet en de dieren. Integendeel, alles wordt ten dienste gesteld van dat ene doel, een allesvernietigend winstbejag. In de praktijk wil dit zeggen dat men komaf wil maken met de vervelende reguleringen die dat winst maken in de weg zouden kunnen staan. Ook levensnoodzakelijke veiligheidsmaatregelen worden met voldoende geld omzeild, want die vertragen toch maar het winstproces.

De gevolgen hebben we mogen ervaren met oa. de olieramp in de Golf van Mexico en de kernramp in Fukushima. Gezond voedsel wordt alsmaar schaarser, het zit vol met pesticiden en bevat niet voldoende voedingsstoffen. Er zijn zelfs al sinaasappelen in de winkelrekken gevonden die geen milligrammetje vitamine C meer bevatten. Door het gebrek aan hoogwaardige voeding krijgen we meer en meer te maken met chronische ziektes die dan worden bestreden met anti-depressiva, want uiteraard zit het allemaal in ons hoofd. De anti-depresssiva-industrie is er eentje van ettelijke miljarden. Het is dus geen toeval dat voor het merendeel van de chronische kwalen de diagnose ‘depressie’ luidt. Onze rechten worden ook stukje bij beetje uitgehold. Het enige wat we nog mogen is werken en consumeren, maar we verdienen steeds minder, als we al werk hebben, en alles wordt duurder. Wat gebeurt er als de slaafjes niet genoeg geld meer hebben om hun produkten te kopen? Waar moet die o zo nodige winst dan vandaan komen? Het antwoord is oorlog. Op den duur kan alleen oorlog de grote ondernemingen nog bevredigen. Niet alleen de wapenverkoop, maar ook de heropbouw van het vernietigde land in kwestie verzekert, door middel van lucratieve contracten, een winstmarge die elk jaar moet stijgen volgens de wetten van het kapitalisme. Marx had het al lang geleden verklaard: “Het kapitalisme zal zichzelf opeten”. Op dat moment zijn we nu beland. Aangezien het kapitalisme niet langer kan uitbreiden, concentreert het zich nu op de maatschappij waaruit het zelf voortspruit. Katabolisch kapitalisme maakt nog winsten door beslag te leggen op en de verkoop van de gestrande activa van de falliete productieve en publieke sectoren. Door middel van de ontwijking of ontmanteling van wetten en regulaties rolt het de zakken van de belastingbetaler. Dit zijn enkel de laatste stuiptrekkingen van een falend economisch systeem dat wanhopig in het rond spartelt en schade toericht aan alles waarmee het in aanraking komt. Het kapitalisme loopt op zijn laatste poten. De vraag is, wat komt er daarna?

Ofwel zullen wij in de toekomst geregeerd worden door een kleine elite die pretendeert het vrije markt-principe voor te staan, maar zich in feite baseert op monopolies, een neo-feodaal systeem dus; ofwel neemt het volk de macht in handen. Occupy bestrijdt dus de corporatocratie, met name de multinationals, de banken en de omgekochte regeringen. Als we niet meer over ons eigen welzijn en onze eigen toekomst kunnen beslissen, dan zijn we gedoemd.

De beslissing om de bezetting in Zuccotti Park te houden was eerder toevallig. Er waren een parallel aantal plannen voor locaties opgezet, maar er was nog niets concreets beslist. Op 17 september was het enkel een handvol mobiele teams die de beelden van de mars rechtstreeks doorstuurden naar laptops in de omringende koffiehuizen. Zowel de organisatoren als de FBI keken gespannen toe wat er zich op die schermen afspeelde. Waar zou de mars uiteindelijk landen? In de namiddag werd er plots beslist: Zuccotti Park! Om en nabij de tweeduizend mensen streken er neer.

Het bleek een gelukkige keuze. Het fenomeen van de publieke privé-parken, tot hiertoe mij ook onbekend, werd ermee onthuld. In ruil voor bouwvergunningen in bepaalde buurten moeten makelaars en vastgoedkantoren hun privé-parken ter beschikking stellen van het publiek. Niet alle publieke privé-parken hebben sluitingstijden, ook Zuccotti Park niet. Wettelijk gezien konden de stad New York of de eigenaars van het park, Brookfield Office Properties, de actievoerders niet verwijderen! Eerste overwinning. Er zouden er nog vele volgen.

Op 24 september kregen drie meisjes op dramatische en slinkse wijze pepper spray in het gezicht gespoten door een politieman. De video ging de wereld rond, en dat was het keerpunt voor Occupy. In plaats van het beeld van gezichtsloze hippies of gewelddadige ‘anarchisten’, zoals ze meestal bestempeld werden, bracht de video de menselijkheid van Occupy in beeld. De meisjes hadden een naam, ze waren herkenbaar. De politie kwam erg slecht uit het verhaal en de beweging kreeg een snelle groeikramp. De agent werd door Anonymous, de online hacktivistengroep en Occupy-partner, geïdentificeerd als Anthony Bologna, en zijn naam en adres werden op het internet verspreid. Veel later zou de stad haar handen van die agent aftrekken, en niet tussenkomen in zijn procedurekosten, dat moest de politievakbond dan maar regelen. Ironisch genoeg is het net Occupy die het voortbestaan van de vakbonden steunt in een tijd waar er stemmen opgaan om die te ontbinden. Eens moeten de indivuele agenten toch gaan beseffen wie ze juist verdedigen en wie ze aanvallen, en zich beginnen afvragen waar ze nu eigenlijk mee bezig zijn. Men kan alleen maar hopen.

Na Occupy eerst te hebben doodgezwegen, konden de media nu niet anders dan zich op Occupy te concentreren. Ze struikelden over elkaar heen voor de beste Occupy-verhaaltjes en namen liefst een zo negatief mogelijk standpunt in. “Eerst negeren ze je, dan maken ze je belachelijk, dan bevechten ze je … en dan win je”, had Gandhi gezegd. Amerika zat dus al in de tweede en derde fase, Belgie nog maar in de eerste blijkbaar. Na een gesprek met mijn ouders bleek dat die nog van niks wisten, hoewel er in NY op het nieuws nagenoeg niets anders dan Occupy te zien was. Vreemd wel, want voor elk akkefietje in NY stond Greet de Keyser daar uitgebreid bericht te geven en nu niets. Was ze ziek misschien? Of op vakantie? Het zou kunnen natuurlijk….

Tijdens de mars over de Brooklyn Bridge op 1 oktober werden 700 van de 5.000 demonstranten gearresteerd. Tegelijkertijd marcheerden duizenden mensen in andere steden zoals Chicago, Boston en Los Angeles. The NY Times schreef eerst dat de betogers toelating hadden gekregen van de politie om over de brug te marcheren waarna ze prompt gearresteerd werden door middel van ‘kettle’-taktieken, die ook gehanteerd worden voor het bijeendrijven van vee. Maar twintig minuten later paste The NY Times haar artikel aan, nu klonk het dat de betogers helemaal géén toelating hadden gekregen van de politie. Anonymous wist te melden dat Al Baker, een man die nauwe banden met de politie van NY onderhield, de tekst had herschreven. Een foto met de verschillende online-versies circuleerde uitgebreid op Facebook, en weer groeide de beweging. Vier dagen later hield Occupy haar eerste echte grote betoging, en deze keer was ik er bij.

Op 5 oktober steunden 39 organizaties de Occupy beweging, waaronder MoveOn.org en grote vakbonden zoals the Transport Union. Ongeveer 15.000 mensen betoogden in het financieel epicentrum van downtown Manhattan. Niet slecht voor een beweging die nog maar een paar weken oud was. In heel het land en in de rest van de wereld waren ondertussen soortgelijke kampementen opgeslagen.

Het begon langzaam door te dringen dat deze beweging niet zomaar zou verdwijnen, en de politici werden gedwongen een standpunt in te nemen. Schoorvoetend gaven ze toe, hoewel ze zich duidelijk liever aan hun persoonlijke rethoriek hadden gehouden en ze op gekend terrein wilden blijven. Dit paste niet in hun plan, het was tenslotte de vooravond van een verkiezingsjaar en ze hadden hun strategietjes al uitgekiend. Vervelend gewoon, want wat moest je met zoiets? Ondanks de negatieve aanpak van de media bleek uit een rapport dat meer dan de helft van de Amerikanen achter Occupy stond, terwijl in New York zelf 60% van de bevolking vond dat zij het recht hadden om Zuccotti Park te bezetten en 75% verklaarde achter de beweging te staan. Zulke cijfers bereik je normaal gezien pas na jaren actievoeren, àls je ze al bereikt. Occupy brak in minder dan een maand tijd alle records. De Amerikaanse president begon Occupy-taal te hanteren, en iedereen had het nu over de steeds groter wordende inkomensongelijkheid, in plaats van over de gewone afleidingsonderwerpen zoals het al dan niet verhogen van het schuldenplafond, of de verschillende soorten kapsels van presidenten. Occupy bepaalde de nationale conversatie in de VS!

Wat was eigenlijk de vonk die Occupy deed losbarsten? Niemand weet wat een beweging doet ontstaan, er spelen vast een heleboel factoren mee. Maar in ieder geval, als je eenmaal wakker bent en die energie hebt gevoeld, dan is het moeilijk om terug in slaap te vallen. Die eerste maanden op Zuccotti Park waren tekenend voor iedereen die er bij was. Of je nu een daadwerkelijke bezetter was, een toevallige passant of een toegewijde supporter, het deed iets met je. Overal zag je groepjes van allerlei pluimage uren met elkaar discussiëren: rabbis, atheisten, studenten, anarchisten, Ron Paul-supporters, arbeiders, zakenlui, moslims, Obama-supporters, queers, … Het begrip ‘democratie’ werd op tafel gegooid, of meestal gewoon op de grond bij gebrek aan tafels, en uitgebreid ontleed. Mensen zaten niet langer geïsoleerd voor hun tv, maar leerden elkaar kennen en zochten samen naar oplossingen voor de talloze problemen in onze samenleving. Er werd echt ‘samen’ geleefd. Later verklaarden velen dat ze elkaar in Zuccotti Park gevonden hadden. Daarmee bedoelden ze dan dat ze geleerd hadden niet alleen te staan met die gevoelens van onvrede over onrechtvaardigheid. Het gevoel van onmacht had plaats gemaakt voor hoop, daar in dat parkje waarvan ik vroeger nauwelijks het bestaan kende.

De wereld leefde mee en bood ongeëvenaarde steun. Bij een bezoek aan hun opslagplaats, waar ik een interview deed met een van de bezetters dat later uitgezonden zou worden op Radio Centraal, keek ik verbaasd naar de enorme stapel dozen die tot aan het plafond reikte in deze toch wel heel grote ruimte. Er zouden zowat 600 paketten per dag aankomen. Al die dingen moesten gesorteerd worden, en veel werd doorgestuurd naar andere Occupaties in het land. New York was het zenuwcentrum waar alles aankwam. De paketten waren meestal gewoon geadresseerd aan ‘Zuccotti Park’ of ‘Liberty Plaza’, de nieuwe naam. De post wist wel waar ze naartoe moesten.

De autoriteiten op hun beurt deden hun best om de beweging te onderdrukken en sloegen terug. In Oakland ging het er hard aan toe. ‘s Morgens had de politie het kamp daar ontruimd en de bezetters eisten het terug. De politie, voor de gelegenheid uitgedost in sexy gevechtskledij, gebruikte traangas en verwondde de Irak-oorlogsveteraan Scott Olsen (24) met een zware hoofdwonde die hem in levensgevaar bracht. In New York, vlak voor een grote sneeuwstorm, de vroegste sneeuw in 59 jaar, werden de generatoren in Zuccotti Park geconfisceerd. Na een paar extreem koude dagen met drie hospitalisaties wegens onderkoeling, veerden de Bezetters elegant terug recht. Fietsen, verbonden met batterijen, vervingen de aangeslagen generatoren, en het hele kamp, inclusief het mediacentrum, de keuken en het hospitaal, werd zelfvoorzienend. De bezetters recruteerden toeristen, afgezakt van het nabijgelegen voormalige World Trade Center, om de fietsen draaiende te houden.

Bloomberg, de burgemeester van New York, kon er niet mee lachen. Op 15 november, heel vroeg ‘s morgens, viel de gemilitarizeerde politie het kamp binnen en vernielde alles: persoonlijke laptops en camera’s, de People’s Library, die ondertussen al 5.000 boeken telde, en nam de rest mee. Elders in het land vonden gelijkaardige ontruimingen plaats, wat een federale actie deed vermoeden. Het aantal Obama-aanhangers binnen de beweging kromp snel.

Het leek wel een cadeautje van de overheid, want twee dagen later, om het tweemaandelijks bestaan van de beweging te vieren, hield Occupy haar tot dan grootste actie. Dertigduizend betogers marcheerden over de Brooklyn Bridge. Een handjevol Belgen bleef voor de gelegenheid wakker en hield me gezelschap via Facebook. Langs mijn telefoontje werd er internationaal informatie uitgewisseld en ter plekke verslaggegeven over de actie. Later zou één van die nachtelijke Belgen nog een belangrijke rol gaan spelen bij Occupy Antwerp. Op de brug werden we getracteerd op een onverwachte lichtshow. Opeens verschenen allerlei slogans op het enorme gebouw van Verizon. Niemand wist waar die krachtige projector vandaan kwam, maar de projecties moesten wel vanuit Brooklyn komen. We wisten wel zeker dat de politie en de stad dit niet hadden voorzien. Iedereen ging uit de bol, dertigduizend mensen stonden op die brug te dansen en te springen, de auto’s onder ons toeterden luid, chauffeurs openden hun raampje en staken hun vuist in de lucht. Geen twijfel mogelijk, deze stad stond pal achter Occupy. Het 99% bat-signaal, de oproep aan het volk, ging de wereld rond.

En het volk gaf gehoor. Voor het einde van het jaar waren er zowat elke dag betogingen en acties in New York, soms drie of vier per dag, te veel om op te noemen of bij te houden. Na een winterpauze werden die gewoon verdergezet. De druk blijft op de ketel, en tegenwoordig wordt er ook vanonder druk gezet, niet zo spectaculair en de media hebben al lang weer afgehaakt, maar deze onderliggende structuren zullen effectiever blijken dan de voorbijgaande protesten. Uit de Volksvergaderingen ontsproten een hondervijftigtal werkgroepen in NY alleen al die het hele jaar door naarstig verder werkten. De werkgroep Alternative Banking bijvoorbeeld werkt al sinds meer dan een jaar aan een nieuw soort bank, eentje voor het volk, van het volk. De meeste leden van de werkgroep zijn financiele deskundigen van Wall Street waaronder ene Carne Ross, een voormalig Brits diplomaat die ontslag nam vanwege de rol die Groot-Brittanie had gespeeld in de Iraakse oorlog. Maar volgens de media zijn we allemaal hippies die te lui zijn om te werken.

De ontruiming van Zuccotti Park leidde dus tot de volgende fase van Occupy. Het ging nooit over het bezetten van een fysieke plaats, maar over het bezetten van een idee, en de tijd voor dat idee was gekomen. “You can’t evict an idea whose time has come.”  De rudimentaire indeling van het park die helemaal in het begin bijna niet waar te nemen was had tastbare vormen aangenomen door middel van werkgroepen die op hun beurt aansluiting zochten bij bestaande locale grassroots-organisaties. Deze evolutie was te zien bij alle verschillende Occupaties in het land en wereldwijd. Op Zuccotti Park had men ook geleerd wat het betekende om voor elkaar te zorgen. Iedereen werkte samen, in plaats van met elkaar te concureren zoals de dominante maatschappij het had aangeleerd. De keuken verschafte op een gegeven moment voedsel aan zowat duizend mensen per dag. Er werden trainingen in burgelijke ongehoorzaamheid gegeven en er kwam georganiseerde gevangenissteun voor wie aan de directe acties meedeed. Alle groepen waren en zijn georganiseerd volgens anarchistische principes. Er zijn geen leiders, toch niet in de letterlijke zin, en beslissingen worden horizontaal genomen, een moeizaam maar eerlijk proces waarbij echte democratie en inspraak vooropstaat. In die zin is Occupy een groots experiment. Het kamp in Zuccotti Park was een microcosmos binnen de bestaande maatschappij. Ze hadden een visie, die Occupiers, van hoe een alternatieve maatschappij en economie er moest uitzien, en die zette men gewoon op poten, pal in het hart van het monster. Niet te verwonderen dat de politie werd ingezet met militaire middelen. Moest ik tot de 1% behoren, ik zou ook wel even schrikken van zo’n lef.

De grootste kritiek op Occupy is wel dat ze geen duidelijke eisen heeft en geen leiders. Mijns inziens vormen die twee dingen net de kracht en de kern van Occupy. Als je een eis stelt, dan moet je die van iets of iemand zien ingewilligd krijgen. Dat wil dus zeggen dat je een systeem legitimeert dat je net verwerpt wegens te corrupt. Het gaat er net om dat je een ander systeem in de plaats van het oude wil zien. Als je vertegenwoordigers je niet meer vertegenwoordigen omdat ze omkoopbaar zijn, dan helpt het niet om die vertegenwoordigers te vervangen, want de nieuwe zijn net zo omkoopbaar. Dus moeten de vertegenwoordigers gewoon weg. Er wordt gestreefd naar een participatieve democratie, een directe vorm van democratie in plaats van de nu bestaande representatieve democratie. Het volk beslist rechtstreeks en behartigt haar eigen belangen. Het probleem met eisen is ook dat ze een einddatum kennen. Zodra de eis wordt ingewilligd, is de protestactie voorbij.

Maar het systeem kan best hier en daar een paar eisjes inwilligen zonder dat het daarbij wezenlijk hoeft te veranderen. Het is een spelletje: er worden een paar conservatieve tendensen in de speelruimte gegooid, iedereen gaat zich concentreren op de sociale kwesties, en ondertussen blijft het economische systeem ongedeerd. Of dacht je nu werkelijk dat de 1% zich er ook maar iets van aantrekt of homo’s nu mogen trouwen of niet? Al die kwesties zijn enkel afleidingsmanoeuvres om ons bezig te houden. En dat is ook meteen het grootste verschil met de grote protestbewegingen van de jaren zestig. Ja, ze hebben veel bereikt, waarvoor dank, maar ze gingen lang niet ver genoeg. Terwijl we vrouwenrechten, arbeidsrechten, immigrantenrechten en homorechten kregen, allemaal belangrijke dingen, werkte het grootkapitaal gestadig verder aan de uitbreiding van hun imperium. Er wordt Occupy ook verweten dat ze geen leiders hebben. Leiders kunnen geviseerd worden en uitgeschakeld, en daarmee stopt de beweging dan. Maar als je geen leiders hebt, kan je ook niet de kop van de slang afhakken. Of je moest alle koppen afhakken, want eigenlijk is ieder van ons leider. Je hoeft aan niemand toelating te vragen om iets op te richten of een actie te ondernemen. Je doet het gewoon. Dat vraagt een mentaliteitsverandering van de mensen, want we zijn geconditioneerd om te luisteren en te volgen. Het is niet zo eenvoudig om opeens op de voorgrond te treden, en om niet alleen je ideeën naar voren te schuiven, maar ze ook daadwerkelijk zelf waar te maken. Maar laat dat nu net het onderliggende principe van die nieuwe maatschappij zijn, participatie.

In Belgie blijkt de steun voor Occupy van de bevolking maar aan de povere kant.  Veelal luidt het argument dat het in Belgie nog niet zo slecht is. Maar de verzuring, de verrechtsing en het verregaande racisme vertellen een ander verhaal, en zijn een duidelijke indicatie dat er wel degelijk iets scheelt, het zijn alleen de verkeerden die met de vinger worden aangewezen. Vraag meneer Google eens naar de Club van Lotharingen, en ga dan naar de Wikipedia-link. De ledenlijst leest als een ‘wie is wie’ van de Belgische 1%, de oude adel die de banken en de grote ondernemingen beheert. Een vriend en ingewijde van die club wist me te vertellen dat zij degenen zijn die het land echt besturen. Ik twijfel er niet aan.

Ondertussen doet Occupy in NY gewoon verder en in verschillende vormen.  Denken we maar aan aan de enorme inzet van Occupy Sandy, de Occupy hulporganisatie die daags na de orkaan Sandy uit de grond werd gestampt en Fema en het Rode Kruis het nakijken gaf qua efficiëntie en reactiesnelheid. De Bezetters zetten hun vaardigheden in die ze geleerd hadden van hun Zuccotti Park dagen.  Al in de eerste week deelde Occupy tussen de 10,000 en 15,000 warme maaltijden per dag uit in de armste en meest geteisterde gebieden. Ze recruteerden om en nabij 7,000 vrijwilligers die Fema noodgedwongen moest wegsturen vanwege hun trage bureaucratie en konden $600,000 in geld inzamelen en een $700,000 aan benodigdheden. Ze hebben drie grote distributiecentra opgericht en een paar dozijn heropbouw kampen. De overheid concentreert zich voornamelijk op de heropbouw van het rijkere Manhattan en vertoonde zich amper in de armere buurten.  Meer nog, Bloomberg is bezig met de distributiecentra en kampen te sluiten en Occupy Sandy te boycotten.  Ja zeg, je zou van minder.  Heb je net een mooie gelegenheid om de armen uit hun woningen te krijgen, komen die vervelende Occupiers er zich weer tussenwringen, om nog maar niet te spreken van een zekere uitbreiding van de Occupy beweging die ten allen prijze moet vermeden worden.  Occupy heeft zich ondertussen geëngageerd om nog 24 maanden in de geteisterde gebieden te blijven en verdere steun en hulp te bieden.  Veelal is het onduidelijk of er nood heerst vanwege de storm of nood die er altijd al geweest is maar de eerste stappen naar het oprichten van coöperatieve gemeenschappen in die buurten worden gezet.

En verder doen de mensen van Strike Debt, een zijtak van Occupy, het heel goed met oa. hun Rolling Jubilee.  Dit is een actie waarbij men goedkoop de schulden van mensen opkoopt op de secundaire markt en die dan vervolgens kwijtscheld.  Bij het ter perse gaan kon men al tegen de $10 miljoen kwijtschelden en dit in minder dan een maand tijd na de start van de actie.

Iemand zei me ooit: “Occupy gaat over alles en dus over niets”. Occupy moet noodgedwongen over alles gaan aangezien al die verschillende problemen tot één oorzaak te herleiden zijn: de kaping van onze democratie, en zonder echte democratie hebben we inderdaad niets.  Alle wegen leiden naar Wall Street.

take down
the paywall
steun ons nu!