Visvangst was de enige vorm van voedselproductie waarbij de vangst in het wild nog domineerde. Maar dat gekweekte vis vroeg of laat belangrijker zou worden dan visvangst, is al jaren duidelijk. De productie van gekweekte vis is de voorbije twintig jaar exponentieel gestegen, terwijl de vangst in het wild stagneert.
Tenzij 2013 dus een onverwacht goed jaar wordt voor de visvangst, zal er dit jaar voor het eerst meer vis gekweekt worden, zo blijkt uit cijfers van de Voedsel en- Landbouworganisatie van de VN (FAO).
Veel deskundigen zien de aquacultuur, de kweek van vissen in gevangenschap, als een van de antwoorden op de stijgende vraag naar dierlijke proteïnen door de snel groeiende wereldbevolking. De kweek van vis is bijzonder efficiënt in vergelijking met de kweek van bijvoorbeeld pluimvee of runderen. Een kilo voer levert bijna een kilo vis op, terwijl daar bij de meest efficiënte landdieren, kippen, 1,6 kilo voer voor nodig is.
Vervuiling
Maar de intensieve kweek leidt ook tot heel wat problemen, zoals vervuiling van waterwegen met chemicaliën en dode zones door een gebrek aan zuurstof in het water.
De industrie heeft gevolgen voor hele kustgebieden. Met name in tropische landen heeft de aquacultuur van garnalen tot de kaalslag van grote stukken mangrovewoud geleid. Daardoor werd de kust kwetsbaarder voor stormen en verdween een belangrijke broedplaats voor wilde vissen.
Daarnaast is aquacultuur net als andere vormen van intensieve kweek vatbaar voor ziekten en plagen. Daardoor worden er op grote schaal antibiotica en pesticiden gebruikt bij de kweek, met risico’s voor de kwaliteit van het voedsel.