De kaviaarhapjes en leverpastei, opgesmukt met een glas Piper-Heidsieck, stonden veilig genoeg en ver weg van de eigenlijke doelgroep. Het was dus goed georganiseerd, zoals dat heet.
Er zijn in Vlaanderen duizenden kinderen die opgroeien in een dergelijke voorziening. Diegenen die zijn verwekt uit een katholiek huwelijk zijn er op één hand te tellen. Een zware opdracht dus voor de katholieke zuil, deze verloren zieltjes op de rails te krijgen.
En er zijn er wel wat. Zo is er M., hij wordt binnen twee weken 1 jaar oud. Hij heeft al drie keer een plaatsing achter de rug, heeft lang gerevalideerd op de pediatrie na geboorte, en hij heeft ook al een ziekenhuisopname op zijn teller staan wegens zware ondervoeding. Hij ligt nu al zes maanden te rusten in een CKG (Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning). Decretaal kan dat maar maximaal enkele maanden, maar hey, wie maalt om het schenden van wetten en richtlijnen als het om verloren kinderen gaat?
M. staat symbool voor honderden kinderen. Kinderen die meer bladzijden dossier hebben dan hun feitelijke leeftijd. Jawel, een kind van 60 dagen oud kan een dossier hebben met 100 pagina’s, het wordt namelijk van hot naar her gestuurd. De administratie in deze sector floreert namelijk big time, ‘alles om de zuilen in stand te houden, al moet er empirische kennis voor worden geschrapt’.
Het zou je dan ook sieren mocht je nog net voor je dood adviseurs hebben die je influisteren om dotatiegeld aan deze kinderen te schenken. Mits het betalen van successierechten uiteraard. Zou dat geen goed idee zijn, Fabiola?