Sinds de rebellengroep Séléka, een recent samenwerkingsverband van drie vroegere rivaliserende rebellengroepen, op 10 december een nieuw offensief in het noorden en noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) startte tegen de regeringstroepen van François Bozizé, konden ze in hoog tempo de ene stad na de andere veroveren. Het bijzonder slecht uitgerust en totaal gedemotiveerde regeringsleger (FACA) bood nauwelijks enige weerstand.
Begin deze week viel zo de centrale en strategische ‘diamantstad’ Bria in handen van Séléka. Ook Bambari, Bamingui, Kaga Bandoro en een hele rist andere stadjes werden zonder veel slag of stoot ingenomen en al dan niet ‘vakkundig’ geplunderd door de rebellen.
Scenario van afgelopen decennia: burgers op de vlucht voor rebellen
Meteen kwam een nieuwe vluchtelingenstroom op gang van honderdduizenden burgers die uit de conflictgebieden probeerden weg te komen. Een scenario dat de afgelopen decennia wel vaker het leven van de burgers van dit door oorlog en rebellengroepen geteisterde land beheerste.
Op kerstavond hadden de rebellen een ‘kerstbestand’ aangeboden als de regering zou willen onderhandelen over de eisen van Séléka. Dinsdag stootten ze nog verder door om hun macht en beslistheid te manifesteren.
De eisen van de rebellen hebben alles te maken met het mislukte ‘vredesproces’ waarbij tussen 2006 en 2011 tussen de diverse en onderling rivaliserende rebellengroepen, samen met de politieke oppositie en de civiele samenleving, een overeenkomst werd gesloten waarbij de rebellen zouden ontwapenen en de soldaten vergoedingen zouden krijgen om zich opnieuw te kunnen integreren in de burgersamenleving.
De regering-Bozizé zou bij de ontwikkeling van het land alle regio’s en etnische groepen gelijke kansen geven. Volgens Séléka is Bozizé de beloftes van het vredesakkoord van 2008 in Libreville nooit nagekomen en kan alleen een militaire actie voldoende druk uitoefenen om het beleid bij te sturen.
Doorstoten naar Bangui om Bozizé ten val te brengen
Het ziet ernaar uit dat de rebellen hun offensief niet meteen zullen stoppen en willen doorstoten tot de hoofdstad Bangui om het regime van Bozizé ten val te brengen. De rebellen verklaarden donderdag 27 december nog steeds open te staan voor dialoog en niet van plan te zijn om de stad zelf in te nemen, maar zowel de VN en de VS zijn van het tegendeel overtuigd. Zij roepen hun niet-essentieel ambassadepersoneel en medewerkers terug.
Bangui ligt in het uiterste zuiden van het totaal van zee afgesloten land aan de Oubangui, de grensrivier met Congo-Kinshasa. Op de luchthaven van Bangui hebben de Fransen nog een kleine troepenmacht (de ‘mission Boali’) in het kader van het lopende ‘vredesproces’ MICOPAX (Mission de Consolidation de la Paix en Centrafrique) dat echter nooit echt van de grond kwam.
De Franse troepen houden zich heel bewust buiten het recente conflict omdat president François Hollande verklaarde dat hij wil breken met de traditionele Franse politiek van militaire interventies ten gunste van zittende ‘bevriende’ presidenten in de oud-kolonies in Afrika. De relaties tussen Bozizé, die op 15 maart 2003 met een staatsgreep tegen zijn voorganger Ange-Félix Patassé aan de macht kwam, en Frankrijk zijn al langer zwaar onderkoeld.
Passage geschrapt uit militair samenwerkingsakkoord
Ook onder Hollandes voorganger, Nicolas Sarkozy, waren de relaties met Bangui niet echt hartelijk meer. In het laatste militaire samenwerkingsakkoord (Accord de partenariat de défense) tussen Frankrijk en de CAR van april 2010 was bijvoorbeeld uitdrukkelijk de passage geschrapt dat Franse troepen zouden interveniëren bij ‘interne’ conflicten.
Dit was sinds de onafhankelijkheid in 1960 steeds wel het geval geweest. Iedereen herinnert zich nog de openlijke steun van toenmalig Frans president Valéry Giscard-d’Estaing aan het bombastische operetteregime van de zelfuitgeroepen ‘keizer’ Jean-Bédel Bokassa (1977) en zijn bloedige repressie-apparaat.
De 250 Franse soldaten van de operatie-Boali zijn nu officieel in Bangui om training en opleiding te geven aan het regeringsleger, zoals een van de bepalingen van het vredesakkoord van Libreville bepaalde.
Tsjadische vechtjassen, maar geen steun meer uit Frankrijk
Omdat de toestand op het terrein er steeds nijpender begon uit te zien, deed Bozizé op dinsdag 18 december een beroep op zijn collega Idriss Déby van Tsjaad om elitetroepen te sturen om het zwakke regeringsleger bij te staan. Zonder de 350 Tsjadische vechtjassen die op enkele strategische toegangswegen naar de hoofdstad in Sibut en Bossangoa werden gestationeerd, zou Bangui misschien al gevallen zijn.
Vanuit Frankrijk moet Bozizé op niet veel steun meer rekenen. Hollande zei donderdag dat “Frankrijk zijn belangen zal verdedigen in de CAR, maar niet het regime”. De Fransen zijn niet van plan militair in te grijpen tegen de opmars van de rebellen. “De aanwezige Franse soldaten zijn er alleen om de 1.200 Franse burgers in de CAR te beschermen”, zei Hollande.
Woensdag 26 december vielen woedende inwoners van de hoofdstad, die de regering-Bozizé trouw blijven, de Franse ambassade aan met stenen. Er sneuvelden enkele ruiten. Zij vinden het ongehoord dat de Franse troepen niet in actie komen tegen de oprukkende rebellen.
Frankrijk moest zijn ambassade extra beveiligen en personeel evacueren. Europeanen in Bangui kregen de raad binnen te blijven. De aanhangers van Bozizé begrijpen de passiviteit van de oud-kolonisator niet. Er werd woensdag ook een sit-in gehouden voor de Amerikaanse ambassade om een interventie af te dwingen.
Internationaal overleg pakt fundamenteel probleem armoede niet aan
Vrijdag 21 december kwamen de staatshoofden en regeringsleiders van CEEAC, het regionale samenwerkingsverband van de landen van Centraal-Afrika, in de Tsjadische hoofdstad N’Djamena bijeen in spoedoverleg over de crisis in de CAR. Zij drongen er bij de rebellen op aan om een bestand in acht te nemen.
Vorige week woensdag had de VN-Veiligheidsraad in New York het nieuwe rebellenoffensief veroordeeld en alle betrokken partijen opgeroepen om via dialoog tot een oplossing te komen. De humanitaire situatie was al slecht in de CAR en door de recente gebeurtenissen zijn nog meer mensen ontheemd geraakt en hebben diverse internationale hulpverleningsorganisaties hun personeel moeten terugtrekken.
Wat zich nu voordoet in een van de meest ‘vergeten’ en armste landen ter wereld, is een treurig voorbeeld van hoe internationale bemiddeling bij conflicten tot mislukken is gedoemd als aan de schrijnende problemen van armoede en ongelijke ontwikkeling in een zwakke staat, gecombineerd met grensoverschrijdende conflicten, wapen- en diamantsmokkel, geen fundamentele oplossingen worden geboden.
Bijkomende bronnen:
Central African Republic: Hundreds Flee As Rebels Advance (19 December 2012)
http://allafrica.com/stories/201212191172.html?viewall=1
Central African Republic: New Rebel Alliance Formed
By Kimeng Hilton Ndukong (19 December 2012)
http://allafrica.com/stories/201212200154.html?aa_source=acrdn-f0
Central African Republic: Security Council Concerned Over Situation in Central African Republic (19 December 2012)
http://allafrica.com/stories/201212200332.html?viewall=1