De Belgische ondernemer George Forrest kon in 2006 niet lachen met een kritisch Mo*-artikel over de mijncontracten die zijn groep had binnengehaald. Forrest diende klacht in tegen het artikel en tegen een spotprent op de cover van het blad.

Het hof van beroep bevestigt het vonnis in eerste aanleg. De klacht tegen journalist John Vandaele en uitgever Wereldmediahuis over het artikel Congo vergooit zijn kroonjuwelen (gepubliceerd in maart 2006) is ongegrond.

Maar in de klacht over de cartoon op de cover geeft het hof de klagers wel gelijk en veroordeelt de rechter Wereldmediahuis tot het betalen van 5.000 euro schadevergoeding.

Een aantal elementen in de argumentatie van het Hof van beroep (en lacunes daarin) roepen vragen op, reageert hoofdredacteur Gie Goris van MO*.

“Het Hof stelt bijvoorbeeld dat de prent niet aan de werkelijkheid beantwoordt, dat ze niets toevoegt aan het artikel, dat ze geen objectieve berichtgeving is… Bovendien argumenteert het Hof dat de heer Forrest geen politicus is, dat het recht op humor niet misbruikt mag worden voor de lasterlijke en beledigende karakter van de tekening, dat MO* geen satirisch blad is … Bijna al deze argumenten zijn toepasbaar op het overgrote deel van de spotprenten die in de westerse media verschijnen en die uitdrukkelijk beschermd worden door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens”, aldus Gie Goris.

In eerste aanleg had de rechter MO* / vzw Wereldmediahuis veroordeeld tot het betalen van één euro symbolische schadevergoeding. Forrest ging in beroep tegen deze uitspraak.

Wereldmediahuis bekijkt momenteel welke opties het heeft om het vonnis ofwel aan te vechten in Cassatie, of andere stappen te ondernemen om de schade aan de vrijheid van meningsuiting te beperken of aan te klagen, aldus nog Gie Goris in een persbericht.

De uitspraak is een gevaarlijk precedent voor alle machtigen die zich beledigd voelen door een cartoonist of een satiricus.