Charles Ducal schreef onderstaand gedicht op uitnodiging van Behoud de Begeerte in het kader van de eindejaarsvoorstelling ‘Aanbevelingen voor een beter leven’ op 20 december in bibliotheek Permeke in Antwerpen. Ducal leidde zijn gedicht ondermeer met deze woorden in: “Ik heb mij voor mijn aanbeveling laten inspireren door wat mij op mijn computerscherm dagelijks in de neus bijt en op het geweten tikt: de wereld buiten mijn schrijfkamer, die mij elke dag aangrijnst door de klare ruiten van DeWereldMorgen.be. Ik zie door die ruit hoeveel er de afgelopen jaren verloren is gegaan in de sluipende afbraak van het collectieve, solidaire en sociaal beschermde leven in naam van de hypercompetitiviteit en het rendement.”
OP ZOEK NAAR HET VERDWENEN LEVEN
Vroeger gluurde ik door de nieuwjaarskier
de toekomst in, vol verwachting, speurend
naar méér, naar aanwinst en verovering.
Half zou voller, krom rechter, dom slimmer
worden. De zomer was zeker, de lente in aantocht.
De weg liep vooruit, was verlicht.
Vandaag keer ik mijn rug naar die deur
en kijk terug, een brief in de hand.
Ik moet onderweg iets zijn kwijtgeraakt.
Iets wat in de brief is beloofd, toegewenst.
Beste medemens. Maar het is koud, zo koud
als mijn leven nog nooit heeft gekend.
Daarom ga ik naar het verdwenen postkantoor,
groet de verdwenen postbediende
en geef hem mijn brief. Daarna loop ik
het verdwenen treinstation binnen, groet
de afgedankte loketjuffrouw en koop een ticket
voor de verdwenen trein naar mijn bestemming.
Op het verlaten fabrieksterrein, midden
het verdwenen gehamer, gestamp en gefluit
roep ik de ontslagen arbeiders weer aan het werk.
Daarna ga ik liggen in het verdwenen middaguur
en geef mij over aan de verdwenen hartslag
van een gestolen zekerheid, een gestolen rust.
In de straten zoek ik de verdwenen som
waartoe ik behoren wil. Losse cijfers tellen zichzelf
en komen tekort. In afgebroken stemhokken
zoek ik de weggesmeten woede. Ik tracht
te begrijpen wie zichzelf in de voet schiet.
Wie richt de loop? Wie blijft buiten schot?
Thuis til ik de tv uit mijn hoofd. Waar hij gestaan
heeft ligt in het stof mijn verloren verbeelding.
Op zolder steekt achter verdwenen boeken
een vergeten megafoon. Wat daaruit zwijgt, zwijgt
zo versterkt dat ik het eindelijk weer hoor.
Ik sta voor de deur, duw ze open
en loop het nieuwe jaar in, op zoek
naar het verdwenen leven.