foto door: Nada Žgank. Een vredige demonstratie van 10.000 mensen voor het parlement in Ljublana op 21 december.
Opinie, Nieuws, Europa, Samenleving, Politiek, Economische crisis, Slovenie, Protesten, Pan-Sloveense opstand -

Bevrijdend potentieel van de pan-Sloveense opstand of “Wij betalen níet voor uw crisis!”

"Wij betalen níet voor uw crisis!" is zeker één van de meest welluidende slogans van de pan-Sloveense opstand, die begon met de protesten in Maribor en zich heel snel over het hele land verspreidde. Het volk heeft beslist weerstand te bieden aan de brutale, stelselmatige en structurele vernietiging van het openbare leven door de inhalige en onwetende politieke elites.

zondag 23 december 2012 23:44
Spread the love

Het zijn deze politieke elites die de ‘crisis’ gecreëerd hebben door het belang van het kapitaal vóór het belang van de mensen te stellen. Nu gebruiken ze de crisis op een cynische manier als een ‘objectieve omstandigheid’ voor bijkomende uitputting van de reeds verarmde mensen. Dat doen ze door besparingsmaatregelen, de broekriem aan te halen, financiële bezuinigingen.

Heel Slovenië wordt nu overspoeld door een golf van gedecentraliseerde betogingen die allemaal enkele gemeenschappelijke punten hebben. Ze zijn spontaan: zoals eigen aan de aard van verzet, zijn ze niet geregistreerd en zodoende ‘illegaal’, zoals enkele dilettante functionarissen het zouden kunnen stellen.

Ze zijn niet-hiërarchisch: niet georganiseerd van bovenaf, door welke leiders dan ook, maar van onder uit, door het volk dat door niemand wordt vertegenwoordigd. Ze zijn niet-identitair of niet-communautair, dat wil zeggen dat zij niet alleen de belangen van een specifieke groep individuen vertegenwoordigen, maar de belangen van iedereen en om het even wie.

Een diverse groep demonstranten toont solidariteit en handelt vanuit de universele eis voor het aftreden van de gehele politieke elite, en voor een radicale – niet alleen cosmetische – verandering van het bestaande politieke systeem. Een systeem dat onder het mom van parlementaire democratie en vooruitgang van de beschaving, enkel en bovenal de belangen van het kapitaal vertegenwoordigt.

Door de bovenvernoemde feiten is de pan-Slovenische opstand echt emancipatorisch en maakt hij deel uit van de globale, grensoverschrijdende, toenemende trend van zulke opstanden die heel Europa en de VS overspoelen.

De hele ‘ontwikkelde wereld’ is immers dooreengeschud door de crisis van het kapitalisme in de voorbije jaren, en die opstanden hebben uiteraard hun voorgangers en rolmodellen in gelijkaardige opstanden in het zuidelijk halfrond.

Voor het eerst in de geschiedenis van de onafhankelijke Sloveense staat hebben we een wijdverspreide en spontane massamobilisatie met een duidelijke boodschap: de weigering de verantwoordelijkheid op te nemen voor de crisis die niet door het volk werd veroorzaakt. De spontane massamobilisatie is bijgevolg geslaagd.

De hoofdinspanning in de toekomst zal echter bestaan in enige vorm van toeëigening van de opstand door de (nieuwe, oude, ‘linkse’ of ‘rechtse’) politieke elites, de burgers, vakbonden of individuen te voorkomen. Men moet ook de waarden zien te behouden van solidariteit, decentralisatie en het idee van niet-vertegenwoordiging. En dit in het bedenken, het verzinnen en het beoefenen van nieuwe, inclusieve en egalitaire manieren van politieke participatie.

“Tegen de dictatuur van het kapitaal”

Hoewel de protesten in Maribor (de tweede grootste stad in Slovenië) begonnen met een zeer duidelijk gedefinieerde, specifieke en concrete eis voor het aftreden van de corrupte burgemeester van de stad, is het duidelijk dat er op de achtergrond jaren van opgestapelde ontevredenheid liggen over de dominante manier waarmee de maatschappij vorm werd geven.

We leven namelijk in een tijd van een platvloerse kapitalistische (neoliberale) hegemonie, waarin de wereldmarkt uiteindelijk gevestigd is, en waarin marktlogica in alle gebieden van ons leven is ingevoerd, het leven zelf inbegrepen!

Het heeft de arbeidersklasse veranderd van proletariaat naar ‘precariaat’, een klasse van onzekerheid en onvastheid, een klasse van mensen die structureel werkloos zijn.

We leven in extreem anti-politieke tijden waar de maatschappij op een turbokapitalische manier vorm wordt gegeven. Winst wordt vóór mensen geplaatst – en vóór dieren, de natuur, sociale relaties,… eigenlijk voor alles.

In zulke tijden is het duidelijk geworden dat we opnieuw moeten nadenken over de concepten van democratie, vertegenwoordiging en identitarisme (i.e. communitarisme), begrippen die als vanzelfsprekend worden gezien, als voor de hand liggend, vaststaand en definitief. Deze concepten camoufleren de catastrofale situatie niet alleen, maar ondersteunen en reproduceren deze eerder nog actief.

De pan-Sloveense opstand met zijn motto ‘Zowel in fabrieken als op de universiteit – tegen de dictatuur van het kapitaal’ pakt net dit probleem aan. Met de eis tot onmiddellijke aftreding van de hele politieke elite eist men feitelijk een andere vorm van maatschappij. Een maatschappij die gebaseerd is op solidariteit, eerlijkheid en gelijkheid van iedereen met om het even wie; een die niet gebaseerd is op winst, competitie en uitbuiting.

Het heersende systeem wordt in stand gehouden door geweld dat ongelijkheid, uitbuiting en surveillance structureel voortbrengt en onderhoudt. De waarde van mensen ligt in hun rol als goedkope arbeidskrachten, als een commoditeit. Het systeem ondersteunt de creatie, het behoud en de globale reproductie van het bestuur.

Dit structurele, aanhoudende, objectieve economische geweld is volkomen genormaliseerd en gelegaliseerd, terwijl elke vorm van subjectief geweld (een radicaler gebaar) dat daarop reageert, wordt gecriminaliseerd en brutaal gesanctioneerd. Precies dat kwam naar voren tijdens de recente protesten.

Enkele jongeren (ook minderjarigen), boze en weerspannige individuen wiens toekomst ontstolen is door het uitbuitingsbeleid van besparingsmaatregelen, werden in hechtenis genomen, zelfs om preventieve redenen!

Ondertussen zijn corrupte criminelen, magnaten en financiële speculanten niet alleen vrij, maar worden zij zelfs op hoge posten geplaatst, wat hen toestaat sociaal aanzien te kopen. Structurele uitbuiting is bijgevolg gebaseerd op structureel geweld, controle en macht, wat door de pan-Sloveense opstand aan het licht gebracht is.

“Ze hebben allemaal afgedaan!”

Deze protesten vertegenwoordigen in weze een duidelijk symptoom van wat op wereldschaal al jaren latent aanwezig was, namelijk de crisis in het begrijpen van het concept van democratie als parlementaire, representatieve politiek.

De eis dat iedereen, zonder uitzondering, moet opstappen (“Ze hebben allemaal afgedaan!”) weerspiegelt het steeds kleiner wordende vertrouwen van de mensen in de manier van politieke participatie zoals die nu uitgeoefend wordt.

‘Democratie’ als tegenstelling tot het ‘totalitarisme’ is een soort van universele maatstaf geworden voor het succesvol functioneren van de staat.

Het succes van de democratie wordt voorgesteld als een succes van het systeem van (staats-, staatsoverstijgende en parastatale) instellingen die de soevereiniteit van mensen materialiseert, en als de uitvoering van een politieke procedure die een politieke vorm van gerechtigheid en een economische vorm van productie van welzijn garandeert.

Zulke democratie wordt echter niet begrepen als als een bewind van demos, het volk, of nog: als de afwezigheid van welk bestuur dan ook. Die democratie wordt daarentegen begrepen als een staatsvorm, als een voorwaarde voor de maatschappij, en komt voor onder verschillende namen: liberale democratie, parlementaire of representatieve democratie, en democratie met onderling goedvinden.

Het model van dergelijke democratie (uitgevoerd naar ‘onderontwikkelde landen’, indien niet zachtjes – door chantage en lobbying – dan wel door militaire operaties, herinner u Irak, Afghanistan, Libië) onthult het cruciale probleem.

Onder zulk gesternte worden politiek pluralisme en multipliciteit gezien als clusters van ‘linkse’ en ‘rechtse’ politieke partijen, die verschillende interesses van de mensen zouden moeten ‘vertegenwoordigen’.

Politieke participatie wordt beperkt tot de verkiezingen als zijnde een ‘feest van de politiek’, politieke gelijkheid moet bij wet gegarandeerd worden en het hele raderwerk zou aangedreven moeten worden door economische interesses en competitie.

In feite draait het allemaal rond het fenomeen van kapitaal-parlementarisme of “overvloed aan objectivistische wisselwerking van markteconomie en verkiezingsrituelen” (geparafraseerd naar het begrip van Alain Badiou). Hier verschillen ‘linkse’ en ‘rechtse’ politieke partijen in wezen niet van elkaar, daar zij als zodanig het kapitaal vertegenwoordigen en niet het volk, noch de fundamentele gelijkheid.

In zulk parlementair fetisjisme dat de ‘democratie’ vervangt, worden alle pluralistische overtuigingen en opinies gehomogeniseerd en pluraliteit wordt pragmatisch en utilitair verenigd en geklasseerd. Het welzijn van het volk wordt onderworpen aan winstgevende en technocratische belangen van politieke elites.

Dat staatsvormen en de toestand van sociale relaties star aaneen worden gekoppeld, heeft de verdwijning van demos tot gevolg: de afschaffing van mensen als basis voor democratie. Men krijgt het principe van bestuur in naam van het volk, maar dan zonder het volk. Dit betekent eigenlijk het verdwijnen van de politiek op zich.

Door de principes te benadrukken van zelf-organisatie, niet-vertegenwoordiging en niet-hiërarchie, door zich lijfelijk op straat en op de pleinen te tonen, herinneren de demonstranten eraan dat niet de belangen van het kapitaal de basis moeten zijn van elke politiek, maar het welzijn van mensen.

“Moest stemmen iets veranderen, dan zouden ze het afschaffen”

Dat mensen steeds minder geloven in het mechanisme van verkiezingen, werd duidelijk in de laatste presidentiële verkiezingen, waar de opkomst van de kiezers erg laag was. Mensen hebben begrepen dat ze tijdens de verkiezingen enkel konden kiezen tussen de aangeboden opties, individuen of politieke partijen, allemaal beschouwd als slechte keuzes.

Ofwel wordt de politiek begrepen als totaal technisch: politiek opgevat als beroep, zaak, job. Of als utilitair: politiek als middel om bepaalde pragmatische doelen te bereiken. Of nog als dogmatisch: politiek als kant-en-klaar te volgen programma. Of ten slotte als corrupt: politiek als dekmantel voor corrupte, anti-democratische, anti-politieke handelingen.

Politieke partijen als groep ‘professionele politici’ in het parlement kunnen geen vertegenwoordigers zijn van de ware politiek van gelijkheid, simpelweg omdat die politiek in wezen niet kan vertegenwoordigd worden. Politiek kan enkel beoefend, onderzocht en verwezenlijkt worden.

De ware politiek als leefbaar idee van voortdurende verwezenlijking van radicale gelijkheid van iedereen met om het even wie is, door zijn aard, niet representatief. Het is typisch dat elke politiek elite ons het bestaande model van politieke participatie tracht op te leggen als zijnde het beste en enig mogelijke.

De boodschap van mei ’68 en ook de anarchistische beweging ‘Moest stemmen iets veranderen, dan zouden ze het afschaffen’ wijzen echter op het feit dat het stemmen hoofdzakelijk een handeling van de staat is.

Het is enkel een politieke handeling als verondersteld wordt dat staat en politiek hetzelfde zijn, een idee waar we het niet eens mee zijn. Gaan stemmen bij verkiezingen wordt dus voorgesteld als een genormaliseerde plicht en een hoogtepunt van politieke actie, terwijl de echte politieke actie doorgaans gesanctioneerd, ontmanteld en zelfs gecriminaliseerd wordt.

Het instituut van verkiezingen legt de tirannie van cijfers bloot. Het looft dat aantal mensen dat deelnam aan de verkiezingen, losstaand van wat deze met zich meebrengen. Het voldoet aan de beslissing van de meerderheid, die een duidelijk gebrek aan interesse in de inhoud heeft. Dat is een deel van de algehele malaise.

Zoals er op sommige spandoeken tijdens demonstraties te lezen viel: “Ook Hitler won de verkiezingen”. Verkiezingen op zich zijn geen garantie voor democratie, maar eerder een luchtspiegeling, een illusie van deelname aan het beslissingsproces en politieke participatie.

Inderdaad, verkiezingen staan in dienst van het behoud en de herhaling van een rigoureus gecontroleerde anti-politieke situatie van zowel ‘links’ als ‘rechts’ kapitaal-parlementarisme. Dat mogen we niet vergeten als de autoriteiten ons vervroegde verkiezingen aanbieden om ons te sussen.

“Niemand vertegenwoordigt ons”

De ware politieke geste wordt ons aangereikt door de rebellen op straat, die met hun bevrijdende actie een aanbod op een ‘mogelijkheid tot het onmogelijke’ gecreëerd hebben. Zij hebben immers aangetoond dat de huidige toestand niet onveranderbaar is en geproblematiseerd kan worden, dat het mogelijk is te zoeken naar alternatieven en dat de toestand effectief veranderd kan worden. Dit is op zich al een grote prestatie.

De volgende belangrijke stap is het misbruiken van deze nieuw ontdekte mogelijkheid te voorkomen. Dit zowel vanuit de kant van de professionele politiek (‘links’ en ‘rechts’), burgers en vakbonden, als vanuit individuen die willen spreken ‘in naam van de demonstranten’.

Het moet nu wel duidelijk zijn: elk mogelijk idee dat de cruciaalste slogan van de demonstranten – “Niemand vertegenwoordigt ons” – niet respecteert, voldoet niet. Niemand kan zich de opstand toeëigenen en eenieder die dat probeert, zal worden uitgejouwd!

Het bevrijdende potentieel van de opstand ligt net in zijn decentralisatie, zelf-organisatie, niet-hiërarchie, en men moet uit dit voorbeeld leren. Iemand die verwacht de dag na de protesten wakker te worden in een betere maatschappij, met eerlijke, democratische, welwillende leiders, heeft de boodschap van de opstanden gemist.

De verzethaarden leren ons dat de enige echte bevrijdende oplossing net de afschaffing van spreekbuizen, leiders en vertegenwoordigers is, zodat elk van ons gestimuleerd wordt tot voortdurende actie, betrokkenheid en activiteit.

De ware politiek van gelijkheid kan zich enkel manifesteren in de collectieve solidariteitsactie, gepaard gaande met de verantwoordelijkheid jegens zichzelf en de ander. Dit betekent gelijktijdige verantwoordelijkheid voor het eigen individu en voor de ander.

Goede praktijken

We kunnen leren van de goede praktijken van zelf-georganiseerde, niet-hiërarchische, niet-representatieve collectieven en bewegingen over de hele wereld.

Zij worden onderdrukt en zijn in het algemene discours minder bekend, maar zij ontwikkelen en beoefenen ware democratie als zijnde de verwezenlijking van de gelijkheid van iedereen met om het even wie. Hiervoor worden ze vervolgd, gemarginaliseerd en zelfs gecriminaliseerd door de corrupte politieke elite.

We kunnen beginnen met het regelmatig organiseren van gedecentraliseerde bijeenkomsten om de principes van directe democratie te voeden. Dat wil zeggen dat iedereen deze bijeenkomsten mag bijwonen en er te allen tijde mag spreken, zijn voorstellen te berde brengen en verwezenlijken.

Tijdens die bijeenkomsten zijn de stemmen van een universiteitsprofessor, een dokter, een journalist, een bouwvakker, een gepensioneerde, een dakloze, een student en een winkelbediende evenveel waard. Het enige criterium dat gerespecteerd zou moeten worden inzake de voorstellen die tijdens de bijeenkomsten geuit worden, is hun universaliteit: bevragen of het idee dat iemand voorstelt, mogelijk iedereen betreft, of ten minste naar iedereen verwijst.

In Slovenië zijn dit soort bijeenkomsten tegen het eind van 2011 ontstaan binnen grotere groepen mensen in het tentenkamp op het plein tegenover de Ljubljana effectenbeurs. Het initiatief kwam van de 15o-beweging, die daar gedurende zes maanden bleef op zoek naar en nadenkend over (nieuwe) mogelijkheden om egalitaire politieke participatie te vormen of te werken aan een openbaar leven.

We moeten dus organiseren vanuit de basis, zonder hiërarchie, leiders en vertegenwoordigers, overal waar we zijn, waar we werken en wonen: in onze buurten, werkplaatsen en onderwijsinstellingen.

Het is nodig om door middel van regelmatige bijeenkomsten, debatten en gesprekken locaties te openen die ‘bevrijd’ zijn en mensen bij de zaak betrekken; plaatsen om samen aan politiek te doen, die aansporen tot participatie en engagement van iedereen en om het even wie en die waarden van niet-hiërarchie, solidariteit en egalitarisme voeden.

Dit betekent ook verantwoordelijkheid nemen voor de echte politiek van emancipatie en er niet alleen van uitgaan dat iemand anders (een president, een vertegenwoordiger, een leider…) dit in onze plaats zal doen. Het is niet nodig dat burgers de grondwet, wetten of reglementen schrijven.

Het is niet nodig het IJslandse model klakkeloos over te nemen, of dat burgers de macht grijpen. Maar het is wel nodig om gezamenlijk de mechanismen vast te leggen die ieder van ons in staat zouden stellen om actief, gelijkwaardig en vrij deel te nemen aan het politieke proces.

Op die manier zal het bestuur niet uitsluitend in handen van enkelen liggen, en zal het niet zo gemakkelijk gebruikt kunnen worden voor uitbuiting. Het zal ook niet mogelijk zijn het uit te buiten, maar het zal eerder gemeenschappelijk zijn en we zullen er allemaal in dezelfde mate invloed op uitoefenen.

De veronderstelling dat mensen dom, lui en onwetend zijn, en dus niet weten hoe ‘zichzelf te besturen’ is de oplichterij van de eeuw. De tijd is aangebroken om aan te tonen dat deze veronderstelling een nogal zwak excuus geweest is van de leiders en ondergeschikten doorheen de tijd, en een excuus voor alle uitbuitingen tot nu toe.

De vertaling van dit stuk, oorspronkelijk verschenen in een Sloveense krant, door de auteurs vertaald naar het Engels, werd verzorgd door Marisa Abarca.

take down
the paywall
steun ons nu!