Meten hoeveel de christendemocraten gewogen hebben op de onderhandelingen voor het nieuwe Antwerpse bestuursakkoord, is niet zo moeilijk. Men neme de oorspronkelijke nota van informateur Bart De Wever, die zowel de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) als de Open Liberalen en Democraten (Open VLD) goed bevonden hebben. En men vergelijke ze met het bestuursakkoord dat vorige zondag beklonken werd. Het netto verschil staat grotendeels op conto van de driekoppige delegatie van Christen Democratisch & Vlaams (CD&V): Marc Van Peel, Philip Heylen en Caroline Bastiaens. “Gehaaide onderhandelaars”, noemde de redactie van Gazet van Antwerpen ze ’s anderendaags.
Her en der zijn het kleinere overwinningen. Zo wijdde de informateur een pagina aan dierenwelzijn, maar repte hij met geen woord over ontwikkelingssamenwerking. De sector vindt het nieuwe bestuursakkoord ter zake ongetwijfeld vaag, maar die ene resolutie over ontwikkelingssamenwerking heeft het wel over de “bestaande middelen”. En ook het geesteskind van trouwe CD&V-militante Maria De Loos, de taxi-cheques voor mindervalide medeburgers, blijft dankzij de christendemocraten gehandhaafd. Het lijken details, maar ze maken voor Antwerpenaren die erom bekommerd of ervan afhankelijk zijn, wel een wereld van verschil.
In gevoeligere politieke thema’s vind je pas echt grote verschillen terug. “Marc Van Peel en co wisten hun stempel te drukken op het sociale beleid, cultuur en de haven”, aldus nog Gazet van Antwerpen. Net als in de delen over mobiliteit, investering in kinderopvang en schoolgaande jongeren en het activeringsbeleid. Maar omdat het werk niet af is met een evenwichtig bestuursakkoord, moet er nu over gewaakt worden dat elkeen, hoe hij zich ook verplaatst, inderdaad zijn weg door de stad vindt; dat jonge sinjoren effectief kinderopvang en scholen op maat vinden; en dat elke Antwerpenaar kansen blijft krijgen of de nodige ondersteuning als hij tijdelijk of permanent niet zelf met die kansen om kan.
Geen tijdbom onder andere regering
De eis van de SP.A om Groen erbij te betrekken en bijgevolg inzake bovenlokale mobiliteit lijnrecht tegen de Vlaamse regering in te gaan, was een ‘tsjeventruuk’ van jewelste. Zoals een stadsbestuur niet dient om de federale regering-Di Rupo te bekampen, dient het evenmin om een tijdbom te leggen onder de Vlaamse ploeg van Kris Peeters. De nieuwe Antwerpse coalitie vertrekt vanuit het compromis van de Vlaamse regering van september 2010 en gaat resoluut voor overleg met de ploeg-Peeters. De beste manier om over het stadsbeleid ter zake te waken, is door eraan deel te nemen. De rest is niet meer dan gazettenpraat.
Wat de lokale mobiliteit betreft, kregen de christendemocraten hun ‘Stop-principe’ expliciet in het akkoord: voorrang aan achtereenvolgens stappers, trappers, openbaar vervoer en dan pas privé-vervoer. Maar de aandacht voor zwakkere weggebruikers en openbaar vervoer is geen fetisj: de tekst heeft het over een “duurzame stedelijke mobiliteitscultuur”, over realisme en draagvlak bij bewoners en bezoekers en over “goede afstemming en samenhang van verschillende maatregelen”. Cruciaal worden dus de wijkcirculatieplannen die het stadscollege aan de districten wil voorleggen en toetsen op “hun effect op de doorstroming”. Het is evenmin vanuit de oppositie dat je op zo’n proces weegt.
Helemaal oranje kleurt de tekst inzake kinderopvang en vrije schoolkeuze. In plaats van boude cijfers over nieuwe kinderopvangplaatsen zoals in de oorspronkelijke nota-De Wever, geeft de uiteindelijke tekst aan hoe die in onderlinge samenwerking door stad en privé-initiatief gecreëerd kunnen worden. De “integrale netoverschrijdende aanpak”, het Antwerpse Schoolpact en de pre-financiering “over de netten heen om het tekort aan plaatsen” op school aan te pakken, het klinkt de vrije scholen in de Koekenstad dan weer als muziek in de oren. Maar niet de instellingen staan centraal, de netoverschrijdende hervorming van studierichtingen dient een “betere aansluiting op de arbeidsmarkt”.
Proof is in the eating
En het sociale beleid? Links bestempelde dit akkoord meteen als ‘asociaal’. Welnu, het rechten- en plichtendiscours strookt perfect met onze personalistische visie. Dat gegeven kansen ook gegrepen moeten worden, is voor een christendemocraat niet meer dan logisch. Maar wie tijdelijk of voor langere duur niet om kan met de kansen die hem gegeven worden, moet ondersteund worden. Er rust dus een enorme verantwoordelijkheid op de schouders van Paul De Vroey, het ervaren OCMW-raadslid wiens mandaat de CD&V-bestuursvergadering dinsdag met ruime meerderheid verlengde; en op de nieuwe schepen van Werk, Marc Van Peel. The proof of the pudding is in the eating.
De media hebben veel aandacht besteed aan het dada van de Vlaams-nationalisten in het nieuwe bestuursakkoord: de bereidheid om het Nederlands te leren als integratiebevorderend element in het OCMW- of sociale huisvestingsbeleid. Maar da’s niets nieuws: ook de Vlaamse christendemocraten zijn er al lang van overtuigd dat samenleven beter lukt als er bereidheid is om elkaar te verstaan, en in een Vlaamse stad als Antwerpen is het Nederlands daar nog altijd nog het beste vehikel voor. Ik heb – lang voor ik woordvoerder van Joëlle Milquet werd – de Vlaamse wooncode al in de Franstalige pers en bij mijn cdH-vrienden verdedigd.
Let wel: het gaat niet om sancties voor wie in het Nederlands niet goed uit de voeten kan. Alle gekheid op een stokje: de helft van de Vlamingen spreekt niet behoorlijk Nederlands. Maar de bereidheid om de taal te leren is een van de parameters bij de individuele begeleiding van wie een beroep doet op leefloon of een sociale woning. Welke andere parameters daarbij nog meetellen, staat in de decretale of wettelijke bepalingen ter zake. Wat telt is dat de sociale diensten, OCMW of huisvestingsmaatschappijen de betrokkenen daarmee zo adequaat mogelijk helpen, ja zo mogelijk uit hun afhankelijkheidssituatie of sociaal isolement tillen. Da’s geen repressieve, maar bij uitstek sociale bekommernis.
Getrimd baardje
Na 14 oktober heb ik mijn baardje laten staan, in de hoop dat toekomstig burgemeester van Antwerpen Bart De Wever voort zou maken met het smeden van een sterke coalitie rond een evenwichtig bestuursakkoord. Toegegeven: ik dacht niet dat het zo snel zou gaan en dat het resultaat – ondanks het afhaken van onze partners uit de Stadslijst – zo verdedigbaar zou zijn. Dit is geen centrumrechts akkoord, dit is een op en top centrum-akkoord! Dan neem ik er het verplichte feestje op 11 juli (feestdag van mijn patroonheilige, Sint-Benedictus) en de promotie van de muziek van Peter Benoit (gegarandeerd twee Dafalgans nodig voor het slapengaan) er graag bij.
Maar in de politiek is een gezonde dosis waakzaamheid best op zijn plaats: ik laat het getrimde baardje nog wat staan, net zoals vele andere CD&V’ers nauwlettend toekijkend of het centrum-akkoord ook daadwerkelijk tot goed centrum-beleid leidt. (En omdat vrienden en vriendinnen me wijsmaken dat het getrimde baardje me wel staat, natuurlijk!)
Benoit Lannoo is actief bij de Antwerpse CD&V.