Sobibor -

De vrouw die Sobibor overleefde

vrijdag 7 december 2012 15:50
Spread the love

Selma Engel Wijnberg (°Groningen, 15 mei 1922) groeide op in het Nederlandse Zwolle. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland duikt ze onder in Utrecht, waar ze op zaterdag 19 december 1942 wordt opgepakt.

Na een kort verhoor door de Sicherheitsdienst sluit men haar op in de gevangenis van Amsterdam van waaruit ze wordt overgebracht naar het SS-kamp Vught. Daar wordt ze op transport gezet naar Westerbork.

Thessaloniki

En dan, op 6 april 1943 vertrekt er vanuit kamp Westerbork een onafzienbare lange trein met 2.020 namen op de transportlijst. De trein gaat niet naar Auschwitz omdat ze daar op dat ogenblik de handen vol hebben aan enorme transporten uit het noorden van Griekenland, vanuit de omgeving van Thessaloniki. De reis gaat daarom naar een ander kamp met een in Nederland nog totaal onbekende naam. Tot degenen die instappen, behoort Selma Wijnberg. Ze is dan 20 jaar en elf maanden oud. Bestemming: Sobibor! In deze hel op aarde zal ze van 9 april tot 14 oktober 1943 verblijven.

Oekraïne

Het was de bedoeling van de Duitsers dat de wereld nooit van Sobibor te horen zou krijgen. Het kamp, gelegen in het oosten van Polen, tegen de grens met Oekraïne, was uitgerust om ieder binnenkomend transport onmiddellijk te vernietigen. Bijna alle Joden die erheen zouden worden vervoerd, zouden er direct worden gedood. De paar uitzonderingen, die in het kamp voor de SS moesten werken, gingen er daarna ook aan. De SS-bewakers hadden een eeuwige zwijgplicht en zo zou Sobibor totaal ausradiert worden, van de aardbodem weggevaagd en zo uit het menselijke geheugen worden gewist.

Verdoemd oord

Dat is uiteindelijk, op het nippertje, mislukt. Het eerste doel van Sobibor is helaas wel gehaald. Er zijn minimaal 170.000 Joden vermoord in de gaskamers van het kamp. Van hen kwamen er 33.000 uit Nederland. In de periode van 2 maart tot 20 juli 1943 reden er negentien treinen van Westerbork naar Sobibor, volgepakt met Joden die hoopten naar een werkkamp te worden vervoerd. Maar Sobibor was geen Arbeitslager, het was een Vernichtunslager, een verdoemd oord, enkel gebouwd om een volk te vernietigen en uit te roeien.

Vuile karweien

Bij aankomst in het kamp werd Selma uit de rij gepluk. Dat deden de SS’ers wel vaker, ze kozen jonge sterk uitziende Joodse mannen en vrouwen uit om de vuile karweien op te knappen. De rest ging regelrecht de gaskamers in. Een deel van de mannen die werden uitverkoren ging naar het zogenoemde Lager 3, een afgescheiden deel van het kamp waar ze moesten helpen de Joden de gaskamer in te drijven en een half uur later de lijken van de vergaste Joden af te voeren naar de verbrandingsovens. Dat gruwelijke werk overleefde niemand want na verloop van tijd werd de hele ploeg doodgeschoten en vervangen door een nieuwe lichting uit een binnengelopen transport. Selma zelf werd er te werk gesteld in de barakken waar de kleding van de vermoorde mensen moesten worden gesorteerd, voor afvoer naar Duitsland waar een tekort aan klederen was.

Chaim Engel

In dit oord van verschrikking en zwarte ellende leerde ze Chaim Engel kennen, een Poolse man die een paar weken eerder in Sobibor was aangekomen, en eveneens was uitverkoren om er te werken. Ze trokken wanneer het maar mogelijk was met elkaar op, een SS’er noemde hen zelfs spottend Braut und Brautigam. Hij sloeg wel de nagel op de kop, want Selma en Chaim zouden later trouwen en kinderen en kleinkinderen krijgen. Het was liefde op het eerste zicht, zou Selma later verklaren. En zo is deze mensonterende ervaring van een jong onschuldig Nederlands meisje uiteindelijk ook een onwaarschijnlijk liefdesverhaal.

Opstand

Chaim Engel was betrokken bij een geheim plan van de gevangen Joden om in opstand te komen. Hij was een van de mannen die op 14 oktober 1943, op het uur U, een SS’er moesten uitschakelen. Van de verzwakking van de bewaking en de daaruit ontstane chaos probeerden dan zoveel mogelijk gevangen te profiteren. Ze renden massaal de poort van het kamp uit en poogden zich in de bossen rond het uitroepingskamp schuil te houden. Dat is maar enkele tientallen gevangen gelukt. Verreweg hebben de meeste Joden de opstand niet overleefd. Of omdat ze niet durfden te vluchten, in dat geval werden ze kort erna in het kamp geëxecuteerd. Of omdat ze op een van de mijnen liepen die de SS rond het kamp had gelegd, of omdat ze, al dan niet met behulp van de Polen die in de buurt van het kamp woonden, werden opgespoord. Chaim en Selma werden niet gepakt en vonden na enige tijd een schuilplaats.

Paardenstal

De omstandigheden waaronder Chaim en Selma van half oktober 1943 tot diep in juli 1944 in het zwaar antisemitische Polen hebben overleefd zijn werkelijk onvoorstelbaar. Maar er is een authentieke bron van details beschikbaar. Selma had op de zolder van een paardenstal, waar ze met haar geliefde ondergedoken zat, volop aantekeningen gemaakt. Dit dagboek werd in het boek opgenomen.

Tweederangsburgers

Chaim en Selma hebben de gruwel van de Nazi’s overleefd. Op weg naar Nederland verloren ze hun pasgeboren baby en bleek al snel dat het enige stel dat Sobibor overleefde in Nederland als tweederangsburgers werd behandeld. Ze trokken naar Israël, maar Chaim, die een Pool was, voelde zich er totaal niet op zijn gemak. Uiteindelijk emigreerden ze in 1957 naar de Verenigde Staten, waar ze vonden wat ze zochten, de mogelijkheid om een leven op te bouwen, hun twee kinderen groot te brengen en samen oud te worden.

Eenzaam

Selma, die nu 90 jaar oud is woont in Branford, Connecticut, twee uur rijden van New-York. Ze woont er alleen sinds juli 2003, toen haar man Caim Engel, overleed. Ze heeft moeite met de eenzaamheid want ze was totaal vergroeid met de man die ze in het vernietigingskamp Sobibor ontmoette, en die onmiskenbaar haar leven heeft gered. Onlangs schonk ze haar aantekeningen uit die verschrikkelijke periode in haar leven aan het United States Holocaust Memorial Museum in Washington en gaf ze de Nederlandse journalist en schrijver Ad van Liempt toelating haar belevenissen te publiceren. Die merkt in het boek op: “Na drie dagen praten met Selma Wijnberg over wat zij en Chaim hebben doorstaan blijft bij mij die ene vraag rondspoken: hoe kan iemand die zoveel werkelijk onbeschrijfelijke ellende heeft gezien zichzelf met zoveel overtuiging gelukkig prijzen?”

Selma heeft er zelf geen twijfels over. Er gaat, volgens haar, niets boven het leven. Ze houdt, 90  jaar, zelf de tuin bij en bereddert zelfstandig haar huishouden. Sobibor heeft haar niet klein gekregen!

Geluk

Het boek wordt opgeleverd met een DVD waarop fragmenten uit het interview staan, en archiefbeelden, fotomateriaal en documenten worden vertoond. Een toch wel bijzonder ontroerend document, waarin Selma voortdurend in een vermakelijk mengsel van Nederlands en Engels om de tien minuten met steeds dezelfde opmerking komt: “Ik heb altijd toch zo’n geluk gehad. Ik had een engeltje op mijn schouder, dat kan niet anders. Ik heb altijd zo’n geluk gehad. Dat ik Caim heb ontmoet, hij heeft me overal doorheen gesleept, het is ongelooflijk.”

En zo is dit boek, samen met de DVD, dat werd gerealiseerd door uitgeverij Verbum en de Nederlandse Holocaust Bibliotheek, meer dan een zoveelste getuigenis uit de Holocaust. Het is tegelijkertijd ook een hallucinant liefdesverhaal en een les voor eenieder die de neiging heeft de moed te verliezen. En meteen is het ook een document van grote historische waarde, temeer daar de laatste getuigen van deze donkere periode uit het bestaan van de mens, stilaan beginnen uit te sterven.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!